'Het woord "doodgaan" klinkt zo boos'
18 juni 2020
De coronaperiode zorgt ervoor dat alles ineens anders gaat. Schuin tegenover schoolpedagoog Astrid Bakker zit Aiden, wiens moeder is overleden aan de gevolgen van het coronavirus. Ze voelt zich er wat ongemakkelijk bij, omdat ze ziet dat hij er wat gespannen bij zit. Normaal een reden voor haar om te zorgen dat ze naast het kind gaat zitten. Dan hoeft het kind haar namelijk niet per se aan te kijken. Met de anderhalve meter afstand zou dat betekenen dat ze een heel eind uit elkaar zitten. Dus heeft ze gekozen voor schuin tegenover haar, met twee tafeltjes ertussen. Zo kan Aiden voor zich uitkijken zonder haar aan te hoeven kijken.
Zoals hij daar zit op de stoel achter die twee tafeltjes, iets in elkaar gedoken, lijkt hij een klein jongetje, ook al is hij 10 jaar. Hij kijkt naar het A4tje dat ik hem laat zien. Ik zie Aiden nu voor de tweede keer en ik weet dat we rustig aan moeten doen. Aidens moeder is overleden aan de gevolgen van het coronavirus. Verschrikkelijk! Wat een verlies. Ik kan mij er geen voorstelling van maken, hoe het moet zijn om onder die omstandigheden een geliefde te moeten verliezen. Het verlies van een ouder is onder alle omstandigheden al ingrijpend, maar als je dan ook niet eens bij die persoon kan zijn op het moment dat die stervende is, moet dat heel traumatisch zijn.
Voor hem op de tafel zit een beertje.Toen we elkaar voor het eerst zagen had ik voor hem dit beertje meegenomen. Het beertje heeft in zijn poten een rood pluchen hart en op dat hart had ik een pleister geplakt. We spraken over zijn ‘hart’. Aiden vertelde dat hij soms blij is maar vaak ook pijn heeft in zijn hart. ‘Daarom heb ik voor jou dit beertje’, vertelde ik hem. ‘Het staat voor datgene waar we hopelijk samen mee aan het werk kunnen. Als je ergens pijn hebt, helpt het soms om er even een pleister op te doen. De wond is daarmee niet weg, maar het kan helpen tegen de pijn, het kan verzachten. Als we samen kunnen kijken naar jouw pijn, het verdriet, omdat mama er niet meer is, en we kunnen erover praten, kan dat helpen. Daarmee is het verdriet niet minder of weg. Maar net als die pleister, kan erover praten, helpen. Het kan verzachten.’
Aiden knikte en pakte het beertje toen voorzichtig vast.
Met dat beertje op de hoek van zijn tafel, kijkt hij nu naar het A4tje dat voor ons ligt. We zijn met behulp van invulbladen een herinneringsmap aan het maken. Herinneringen aan mama, maar ook herinneringen aan wat er is gebeurd. Aiden had aangegeven dat graag te willen maken. Niet makkelijk. Kijken naar ‘een open wond’ is niet makkelijk. Veel mensen zouden wegkijken. Wij gaan er voorzichtig, stapje voor stapje, samen naar te kijken.
Op het A4tje staat: Hoe is……..…..doodgegaan?
Ik kijk naar de tekst. Het staat er keihard. Ik twijfel even en besluit dan om uit te spreken wat ik denk. ‘Wat vind je van dat woord doodgegaan? Ik vind het wel hard klinken. Hoe praten jullie er thuis eigenlijk over?’
‘Wij zeggen thuis overleden.’ ‘O ja, dat klinkt minder hard’, zeg ik. ‘Ja’, zegt hij direct, ‘ik vind dat doodgaan zo boos klinkt.’
Ik zie zijn ogen iets verder open gaan en hij kijkt me aan. Het lijkt wel alsof ik iets van opluchting zie. ‘Wij zeggen thuis overleden.’ ‘O ja, dat klinkt minder hard’, zeg ik. ‘Ja’, zegt hij direct, ‘ik vind dat doodgaan zo boos klinkt.’
Ik kijk hem aan. Aiden zit ineens rechtop en heeft een open, rustige blik.
‘Ja, ik snap wat je bedoelt. Doodgegaan klinkt hard en boos. Wat goed dat je dat zo kunt verwoorden. Weet je wat, ik plak een stukje papier over dat woord, dan gaan we het blad kopiëren en schrijven we er ‘overleden’ op.’ Hij kijkt me opgelucht aan, met een kleine glimlach en knikt. ‘Dan kopieer ik er direct nog een paar bladen extra, voor als ik weer eens met een ander kind hiermee aan de slag ga.’ Zijn ogen lichten op, hij glimlacht en loopt stil met mij mee naar het kopieerapparaat.
Dan weet ik het; ik ben weer een laagje dichterbij gekomen. Aiden laat zien hoe belangrijk het is om de juiste taal te kiezen, de juiste woorden. Hierin afstemming te zoeken, kijkend naar het kind, om zo voorzichtig weer een laagje verder te mogen komen. Laagje voor laagje, het kind écht zien door verder te kijken.
Uit ‘Laagje voor laagje, het kind écht zien door verder te kijken’
Auteur: Astrid Bakker (2019), te bestellen via www.laagjevoorlaagje.nl
Eerder al publiceerden we twee andere verhalen uit Laagje voor Laagje. Deze kun je hier teruglezen:
Mag ik een hengsel van jouw tas?
Juf Elise zit al ver over haar grens
Reacties
Tinie Kämink
Beste Astrid, ontroerend geschreven over de zorgvuldige manier waarop je op stap bent met deze jongen, stap voor stap. Fijn voor hem dat dit bij jou kan en mag. Ook herkenbaar voor mij, op dit moment komt in mijn praktijk een jongen van dezelfde leeftijd, waarvan de zus is overleden. Stap voor stap, met de juiste woorden en de juiste werkvormen, steeds weer afstemmen, met geduld en liefde ons werk doen. Dankbaar dat we dit mogen doen, toch? hartelijke groet, Tinie
Trudy Borst
Wat een verdriet voor deze kleine jongen. Ik ben blij dat hij bij jou terecht kan Astrid. Ik wens je veel wijsheid en liefde toe in de begeleiding van Aiden.
Groetjes, Trudy