De dialoog als leidraad: ‘In de tussenruimte kan genezen, verlost en opgevoed worden’
8 september 2022
Iemand wees Liesbeth Levy anderhalf jaar terug op NIVOZ, nadat ze zelf een lezing had gegeven over het werk van Martin Buber in Amersfoort. ‘Jullie waren bezig een pedagogische academie op te zetten op Zuid. Daar moest ik bij zijn, kreeg ik te horen.’ Na een bezoekje aan de website zag Levy dat het (filosofische) gesprek in het werk van NIVOZ nooit ver weg is en dat pedagogische kwaliteit veel te maken heeft met dialogische vaardigheid. Nu wij naar haar stad zijn verhuisd en zij zelf directeur is geworden van het KCR komen werelden bij elkaar.
NIVOZ is verhuisd naar Rotterdam. Deze zomer is er een speciaal magazine uitgegeven. We stellen onszelf daarin voor en via verhalen maken we kennis met onderwijs in de grootstedelijk context van Rotterdam. Wat wordt daarin gevraagd van leraren en lerarenopleidingen?
Je hebt in je proefschrift in maart 2020 de dialoog in Rotterdam bestudeerd, vanuit het perspectief van twee filosofen: Emanuel Levinas en Martin Buber. Wat is volgens jou de plek van de dialoog als je naar pedagogiek en onderwijs kijkt?
‘Het allerbelangrijkste is het begrip wederkerigheid. Een pedagogische dialoog is wederkerig. En dat ontleen ik ook heel erg aan Buber. In mijn proefschrift heb ik eigenlijk een conflict tussen twee Joodse denkers behandeld. En dat conflict gaat over de vraag: Is verantwoordelijkheid nemen voor de ander nou iets dat je van bovenaf moet afdwingen? Of is er misschien iets mis als die verantwoordelijkheid niet intrinsiek gemotiveerd is?’
‘Er wordt vaak gezegd: Buber is soft, want het gaat over wederkerigheid, liefde en ruimte maken. Ik heb proberen aan te tonen dat het niet soft is, maar dat het heel erg gaat over het emancipatoire potentieel van die wederkerigheid. Omdat er dan ook ruimte kan ontstaan. Dat is een belangrijke basis voor de pedagogiek en de essentie van de dialoog van Buber. Hij zegt, als je je laat raken door de ander, dan ontstaat er eigenlijk een tussenruimte. En in die tussenruimte kan genezen, verlost en opgevoed worden.’
‘Het hele idee van een intrinsieke motivatie voor leren, wat ik ook in het werk bij NIVOZ terugvind, dat spreekt mij aan. Dat dat iets vraagt van je pedagogische relatie. Ook omdat ik het belangrijk vind dat er een soort contrapunt wordt gezet nu we de pandemie achter de rug hebben. Als je ziet wat voor impact dat heeft gehad. Het onderwijs is sterk gericht op presteren. Er is heel weinig aandacht geweest voor andere vormen van leren die jonge mensen hebben opgedaan tijdens de voorbije twee jaar. Ik heb zelf twee pubers van 18 en 15 jaar. Je ziet dat ze letterlijk en figuurlijk afgerekend worden. Het is een enge versmalling van het mensbeeld waar vanuit je kijkt naar onderwijs. Dus ik vind het waardevol dat jullie – NIVOZ – een ander geluid laten horen.’
Als we inderdaad nu naar onderwijs gaan: KCR opereert onder de noemer KunstPakt. En daarin zitten drie grote thema’s waar jullie de aandacht op richten: burgerschap, vakmanschap en plezier in taal. Daar koppelen jullie een aanbod aan kunsteducatie en cultuuronderwijs aan.
‘De reden dat we voor deze thema’s bij KunstPakt hebben gekozen is dat we echt de vraag van het onderwijs centraal hebben gesteld. Op het moment dat je thematisch werkt, wordt het een gemeenschappelijke zoektocht, Rotterdam-breed, juist ook omdat deze thema’s overal actueel zijn. En we zien al resultaten. In het po zijn er al jaren goede contacten. Nu richten we ons wat nadrukkelijker op vo en mbo. En daar zien we al een kentering. Met name scholen in het speciaal onderwijs tekenen steeds vaker in.’
‘Burgerschap kan gaan over rechten en plichten. Maar je kan ook zeggen – en dat
is de insteek die KCR hanteert – dat het de vaardigheden en competenties zijn om te leren omgaan met verschillen. Leren omgaan met mensen die anders zijn dan jij. En dan zijn juist vaardigheden om een dialoog aan te gaan – zonder dat je normeert of alles gelijk wil schakelen, maar dat je echt het verschil productief maakt – heel belangrijk. Kunst en cultuur dragen in die zin bij aan persoonsvorming, aan een democratische samenleving. Specifiek in Rotterdam, omdat de stad superdivers is. Maar ook vanwege de sociale media, omdat jongeren ook heel erg in een eigen bubbel leven.’
‘Bij Plezier in taal zoeken we heel erg naar het plezier van jezelf uitdrukken. Dat je ervaart dat je met taal kan spelen, dat het je een bepaalde immateriële rijkdom geeft. Het is wat we met Wired doen, waar je in dit magazine beeldmateriaal van terugvindt. Dan kom je uit bij poëzie, rap of gedichten maken. Ik heb zelf twee pubers en wij hebben een huis dat uitpuilt van de boeken. Maar zij, zij lezen echt geen letter. Het is bijna ongelooflijk. Maar wel die rappers hè. En hiphop. Er is altijd een manier om je uit te drukken. Niet door taal te zien als alleen grammatica en spelling, dat wel superbelangrijk blijft. Maar cultuuronderwijs kan dus bijdragen aan plezier in taal. En daarmee ook weer aan die vrijheid.’
‘Vakmanschap, dat vind ik nog een lastige. Aan de ene kant zie je dat er heel veel verwacht wordt van vakmanschap. Bijna een innovatieve kracht. Het zijn de mensen van de toekomst, dat soort uitspraken zitten eraan vast. En aan de andere kant zit er ook die trots bij op het maken. Maar in dat derde thema zijn we nog wel zoekende, ook met de mbo’s met wie we hierin steeds vaker optrekken.’
Hoe verhoudt KCR zich tot alle initiatieven op kunst- en cultuurvlak die er al zijn? Hangt er bij jullie ook zo’n grote kaart waarop al die initiatieven te zien zijn?
‘KCR is een intermediaire organisatie, dus we hebben een bemiddelende rol. Ons doel is cultuuronderwijs een stevige plek geven in het reguliere onderwijs, liefst in het curriculum. Ten tweede zijn we een kenniscentrum. We ontwikkelen niet zozeer theorieën, maar we proberen de kennis die er in deze stad is te verbinden aan die drie thema’s. We brengen het ecosysteem in kaart.’
‘Maar wat we vooral proberen is de effecten zichtbaar te maken van cultuuronderwijs. Door die effecten zichtbaar te maken, hopen we dat we aan een verandering bijdragen. Wat draagt een project bij aan hoe je tegen cultuuronderwijs aankijkt? Het gaat in het onderwijs nu weer over achterstanden in taal en rekenen. Terwijl ja, die vrije ruimte voor kunst- en cultuuronderwijs is juist enorm belangrijk voor het onderwijs als geheel. Niet als een luxe bijproduct.’
Door juist te beginnen bij de eigen ervaring, bij de eigen verwondering of ontmoeting, leer je het persoonlijk te verbinden met het algemene.''
Daartoe zijn er ook contacten met lerarenopleidingen in Rotterdam?
‘Voor het thema vakmanschap hebben we veel samengewerkt met de Willem de Kooning Academie. Met Thomas More Hogeschool en de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR) doen we een project waarin we een antwoord willen geven op het lerarentekort. Dat doen we door kunstvakdocenten breder op te leiden. Dus eigenlijk het tekort te zien als een kans, ook om cultuuronderwijs een bredere plek te geven. Maar in gesprekken met schooldirecteuren en besturen heb ik gemerkt dat je niet moet zeggen wat mensen zouden moeten doen. Dat is heel belangrijk. Vandaar dat ik daar terughoudend in ben. Ik zie wel dat een koepel als BOOR met een nieuw koersdocument de dialoog koppelt aan burgerschap en dat een heel prominente plek geeft. Dus er is wat aan het veranderen.’
Maar verandering dwing je niet af. Je gelooft in de kracht van de dialoog, die via ontmoetingen, uitnodigingen en in wederkerigheid plaatsvindt.
‘Het mooiste is dat de beweging uit gedeelde verantwoordelijkheid ontstaat, of door een gedeeld belang. Kansenongelijkheid aanpakken, dat is echt zo’n Rotterdams thema. Heel veel partijen willen er iets aan doen, maar dan blijft nog steeds de kunst: wat ga je nou doen, hoe ga je dat doen? Zonder dat je gaat zeggen: dit moet en dat moet.’
Liesbeth Levy: de dialoog als leidraad
Liesbeth Levy (1964) trad in september 2021 aan als directeur van KCR. Ze promoveerde begin 2020 aan de Universiteit voor Humanistiek op haar onderzoek naar de Rotterdamse praktijk van dialoog en debat: Dialoog, meer dan een pacificatie instrument. Lessen uit Rotterdam. Tussen 2014 en 2021 was ze directeur van LOKAAL, het centrum voor democratie in Rotterdam. Tijdens haar studie Filosofie in Amsterdam werd Levy al getroffen door het denken van de Joodse filosofen Martin Buber en Emma- nuel Levinas. De dialoog was voor hen de gespreksvorm bij uitstek. Het is sindsdien haar leidraad geworden. Levy was eerder verbonden aan debatcentra de Rode Hoed en de Balie in Amsterdam. In Rotterdam was zij hoofd debat bij de Rotterdamse Kunststichting en artistiek leider van debatcentrum de Unie.
KCR: verbinder tussen cultuur en onderwijs
Kenniscentrum Cultuuronderwijs zet zich actief in voor cultuuronderwijs op alle Rotterdamse scholen. Ze werken aan relevant cultuuronderwijs waarmee leerlingen hun creatieve talenten ontdekken en ze vaar- digheden leren waarmee ze zich kunnen bewegen in een dynamische, superdiverse stad als Rotterdam. Ze staan naar eigen zeggen ‘met één been op het schoolplein en met het andere been in het culturele veld’. Ze werken vanuit een inclusieve en diverse visie, waarbij kansengelijkheid onlosmakelijk verbonden is met het werk.
KCR geeft scholing, training, advies en begeleiding, maar wil ook inspiratie, innovatie en monitoring bieden. De thema’s waar ze zich mee bezighouden zijn taal, burgerschap, vakmanschap, gelijke kansen, diversiteit, inclusie en het lerarentekort. KCR heeft zes programma’s: Debatmeester, Cultuurtraject, Buzz010, Meemakers, KunstPakt en Wired.
Reacties