Wat is pedagogische moed?
6 april 2022
Een goede leraar en een moedige leraar. Martin Schravesande geeft van allebei een beschrijving in dit derde artikel uit de reeks over zijn werk met thuiszitters. Hij beschrijft daarin, nadat zijn boek De Thuiszittersklas is gepubliceerd, wat hem heeft geraakt en welke vragen dat bij hem oproept. Nu schrijft hij over pedagogische moed. De moed van een leraar om te doen wat een mens doet, namelijk contact maken. ‘Maar bovenal is essentieel dat we deze moed vinden bij elkaar. In een team dat elkaar dekt, elkaar opraapt na klappen, samenwerkt en fouten en successen bespreekt, zal een leraar eerder de moed vinden om zich op te stellen zoals de leraar in het voorbeeld van dit artikel.’
Je bent een goede leraar. Je hebt tot middernacht proefwerken zitten nakijken. Je hoopt dat iedereen een voldoende haalt. Joey heeft geen voldoende. Omdat je bang bent dat je zijn irritante gedrag in de klas mee laat wegen in je oordeel bij de toets heb je misschien eerder te mild dan te streng beoordeeld. Toch kom je niet hoger dan een 4,8. Je schrijft zorgvuldig feedback in de kantlijn van de toets om Joey echt een kans te geven van zijn fouten te leren en de volgende toets beter te maken. Je beleeft geen plezier aan het geven van een onvoldoende. Je voelt de pijn mee die het ontvangen van een onvoldoende teweeg brengt. Voor je naar bed gaat zet je nog alle cijfers in in Magister, zodat leerlingen zo kort mogelijk in spanning hoeven te zitten.
De volgende ochtend loop je in de gang achter Joey en twee van zijn vrienden. Hij heeft niet door dat je hun gesprek kunt volgen. ‘Dat kankerwijf van Engels heeft echt de pik op mij. Die bitch beleeft er gewoon plezier aan onvoldoendes te geven!’ Au. Als dit je geen pijn doet, ben je geen leraar. Onderwijs is een contactsport, wat betekent dat je ook geraakt kunt worden. Maar een goede leraar incasseert en doet zijn best om de volgende toets van Joey na te kijken alsof hij dat gesprek nooit gehoord heeft.
Dat was de goede leraar. Maar wat doet een moedige leraar? Die doet iets wat ik denk ik niet zou durven. Zo’n leraar gaat naar Joey toe aan het eind van de les. ‘Het is een beetje gênant om te zeggen, maar ik hoorde per ongeluk op de gang wat je over me zei. Dat mag je natuurlijk zeggen, want wat je op de gang tegen vrienden zegt gaat mij niks aan. Maar ik vind het toch moeilijk om los te laten want het deed me wel pijn. Kunnen we het daar even over hebben?’
Doodeng. Je was al geraakt. Nu neem je het risico om nog extra geraakt te worden door ook nog eens Joey’s onderbouwing bij de aanduidingen ‘bitch’ en ‘kankerwijf’ te horen. Bovendien neem je het risico om Joey pijn te doen, want voor hem is dit al helemaal een superongemakkelijk gesprek. ‘Hm, kweenie.’ Joey staart naar de grond en beweegt wat met zijn voet. Een moedige leraar geeft hier niet op. ‘Als ik zoiets hoor dan schrik ik ook, want dan denk ik gelijk dat ik iets heel erg verkeerds gedaan heb. Begrijp je dat? Dan ga ik raden wat, maar ik dacht: ik kan het beter gewoon aan jou vragen. Wat had ik beter kunnen doen?’ ‘Kweenie.’ Joey’s voeten bewegen nu nog onrustiger maar hij tilt wel heel even zijn hoofd op.
‘Moeilijk gesprek dit he?’, stamelt de moedige leraar zenuwachtig
In een flits is er oogcontact. Heel kort maar lang genoeg voor beide partijen om te zien dat ze dit beiden een heel eng en moeilijk gesprek vinden. En daarin staan ze op gemeenschappelijke grond. Gemeenschappelijke grond. ‘Moeilijk gesprek dit he?’, stamelt de moedige leraar zenuwachtig. Joey laat een nog zenuwachtiger hiklachje horen. ‘Misschien best een moeilijke vraag. Zou je er over na willen denken, wat ik misschien beter zou kunnen doen? Je hoeft me niet aardig te vinden, maar ik zou wel heel graag een leerkracht willen zijn die jou helpt om voldoendes te halen.’ Joey knikt voorzichtig en probeert te glimlachen.
Is het nu nog nodig om het te hebben over of die 4,8 terecht was? Ik denk het niet. Zoals ik pubers ken, acht ik de kans groter dat Joey de volgende les schuchter sorry komt zeggen. Ik acht zelfs de kans groot dat Joey vanaf nu net iets vaker uitleg gaat vragen bij de grammaticale constructies die hij niet begrijp. Het is zelfs niet uitgesloten dat hij deze leerkracht nooit meer een bitch noemt of zelfs zijn vrienden corrigeert als die dat wel doen. Dat hij voor zijn volgende toets een 6,3 haalt en dat hij na het halen van zijn examen toch even apart afscheid komt nemen van deze moedige leraar.
Moet ik nog uitleggen wat pedagogische moed is? Er zijn zoveel pantsers waarin we ons kunnen hullen om te overleven in het strijdperk dat onderwijs soms is. Het pantser van de autoriteit, van de steriele professionaliteit, van de afhankelijkheid (‘je hebt mij nodig om je diploma te halen’), van het cynische kennisoverwicht. De moedige pedagoog loopt door dit strijdperk in zijn mensenkostuum. Niet klein en nederig, maar wel kwetsbaar en bewust dat elke dag in het onderwijs een prachtige en lonende vorm is van jezelf op het spel zetten.
Er zijn zoveel pantsers waarin we ons kunnen hullen om te overleven in het strijdperk dat onderwijs soms is
Waarom is deze vorm van moed essentieel? Het antwoord is simpel. Omdat onderwijs draait om contact en contact met gepantserde mensen niet prettig is. In contact met een kwetsbaar en feilbaar mens voel je dat je fouten mag maken en weinig is belangrijker voor een rijk leerproces dan dat. Deze moed is niet alleen op individueel niveau nodig maar ook op organisatieniveau. Veel scholen aarzelen met grote tijdsinvesteringen in verbetering van hun pedagogisch klimaat. Ze durven niet te vertrouwen dat deze investeringen zich behalve in een fijnere school op den duur ook in didactisch rendement zullen terugbetalen. Te druk om de stappen te zetten waardoor ze het minder druk krijgen, dus.
Waar haal je pedagogische moed vandaan? Voor een deel komt deze moed voort uit een sterk, door pedagogische verdieping verkregen, begrip van de dynamiek tussen leraar en leerling. Voor een deel komt moed ook voort uit oprechte, onbaatzuchtige pedagogische passie en gedrevenheid. Maar bovenal is essentieel dat we deze moed vinden bij elkaar. In een team dat elkaar dekt, elkaar opraapt na klappen, samenwerkt en fouten en successen bespreekt, zal een leraar eerder de moed vinden om zich op te stellen zoals de leraar in het voorbeeld van dit artikel. Je gaat zo’n gesprek met Joey niet aan als je niet weet dat er in het lokaal naast je een collega staat bij wie je zo nodig even mag uithuilen in de pauze.
Meer lezen?
Martin schreef een boek over zijn thuiszittersklas, en Nivoz-medewerker Rikie van Blijswijk schreef er deze recensie over.
Dit was het derde artikel van een drieluik. Het eerste artikel uit dit drieluik, Pedagogiek is hechten aan de wereld, vind je hier. Het tweede artikel, Recht op een pedagogische relatie, is hier te lezen.
* Martin met leerling Jochem in Met het oog op morgen op radio 1.
* Een artikel uit de Stentor over Martins werk met leerling Levy
Reacties