Vrije tijd voor docenten op het Pantarijn in Wageningen: hoe waardevol kan dat zijn?
12 december 2018
Elke maand komt Anton Nanninga - docent op het Pantarijn in Wageningen - met een groep collega's en vaak ook leerlingen - bij elkaar op een plek buiten school. De WOW (Wageningse Ontwerp Werkplaats) heet zijn club, die letterlijk vanuit school de ruimte en tijd krijgt om een geheel eigen invulling te geven aan deze middagen. 'Dat er vanuit school geen eisen aan ons worden gesteld, is heel belangrijk voor ons is.' Hoe wordt er met deze 'vrije tijd' omgesprongen? Nanninga neemt ons mee naar een aantal waardevolle momenten. 'Zo hoop ik te laten zien hoe mooi de uitwerking van deze manier van samenwerken voor de deelnemers en de school is.'
Zaterdagochtend 10 uur in het Dominicanenklooster in Huissen. Pauline Jagtman neemt ons, een club van 12 docenten van het Pantarijn in Wageningen, mee naar haar tijd als docente en schoolleider. Hoe zij haar leerlingen en docenten ruimte gaf. Ruimte die we allemaal nodig hebben om tot ontwikkeling te komen. En hoe die ruimte altijd in de juiste verhouding moet staan tot de ruimte die de anderen ook ontvangen. Het werd een boeiend gesprek over de tijd en ruimte
die wij op onze school krijgen om ons te ontwikkelen. Om met elkaar na te denken over goed onderwijs. Om elkaar te inspireren, scherp te houden, te bemoedigen. Om samen onderwijs te maken, wetende dat samen zoveel meer brengt dan alleen.
Wageningse Ontwerp Werkplaats
Dat weekend in Huissen is de basis gelegd voor een nieuw jaar WOW (Wageningse Ontwerp Werkplaats). Een tweede jaar
waarin we met een groep docenten en vaak ook leerlingen maandelijks een middag bij elkaar komen op een plek buiten
school. Een middag die we allemaal enorm waarderen, omdat we even uit de hectiek van de school stappen om er de volgende dag met nieuwe inspiratie en energie weer in te springen. Om zo meteen aan de slag te kunnen gaan met de zaken die de vorige middag voorbij zijn gekomen.
Tijdens de bijeenkomsten van de WOW wordt er gewerkt aan eigen projecten, gaan we in gesprek met interessante mensen van buiten de school, denken leerlingen kritisch met ons mee, gaan we met elkaar naar lezingen, komen we op plekken die ons inspireren. Vanuit de school krijgen we de tijd om met elkaar aan de slag te gaan. Wat heel belangrijk voor ons is, is dat er vanuit school geen eisen aan ons worden gesteld. Er is letterlijk tegen ons gezegd: er hoeft aan het eind van het jaar geen concreet resultaat te zijn. Het vertrouwen in ons dat daaruit spreekt maakt dat we ons vrij voelen en die vrijheid is van cruciaal belang om tot ontwikkeling te komen. Ik wil jullie meenemen naar een aantal momenten tijdens bijeenkomsten van de WOW die waardevol waren voor de deelnemers. Zo hoop ik te laten zien hoe mooi de uitwerking van deze manier van samenwerken voor de deelnemers en de school is.
Persoonlijke ervaringen
Teunis herinnert zich een lezing over het Walhallab, een school waar leerlingen vanuit veel vertrouwen de ruimte krijgen om te laten zien wat ze kunnen en zich te ontwikkelen. Hij raakte geïnspireerd door de verhalen van de leerlingen op het Walhallab die terugkwamen in de lezing: wat kunnen leerlingen goed verantwoordelijkheid nemen wanneer ze vertrouwen voelen. Hij is hier mee aan de slag gegaan in zijn klassen door zijn leerlingen meer na te laten denken over hun
ambities voor het vak kunst. Waar zouden de leerlingen zich in willen ontwikkelen, in welke thema’s willen ze zich verdiepen, wat zouden ze nog willen leren? Om vervolgens van daaruit met elkaar na te denken wat er voor nodig is om daar in de lessen ruimte voor te geven.
Joanne is bezig met het opzetten van een schooltuin, een prachtige leeromgeving waar zowel leerlingen als docenten
enthousiast van worden. De WOW is voor haar vooral waardevol vanwege de gesprekken die we met elkaar voeren hierover.
Steeds weer gaan we met elkaar terug naar de bedoeling van ons onderwijs om van daaruit na te denken over de opzet van de tuin. Het uitwisselen van de vorderingen, het bemoedigen als de struggles op tafel komen, het vinden van ondersteuning, het ontvangen van feedback. Dat maakt dat Joanne nu zegt dat ze met de tuin nu veel verder is dan ze zonder de WOW geweest zou zijn.
Voor Niels is de WOW vooral de plek om de rust en ruimte te vinden om na te denken over onderwijs en te zien welke
ontwikkelingen er allemaal plaatsvinden op school en vanuit welke visie dat gebeurt. Hij zoekt zijn weg tussen het ‘we doen het zo omdat we het altijd al zo doen’ en het ‘vernieuwen om het vernieuwen’. Hij zoekt hierin het beste voor de leerlingen en wil dus constructief meedenken, op de hoogte zijn, gesprekken voeren. Het gesprek tijdens het startweekend over ruimte heeft hem hierin geholpen. Wat zou je nodig hebben om te kunnen doen wat je wilt doen op school? Voor Niels was dat vooral ruimte en tijd en de belangrijkste persoon die daar invloed op heeft is hijzelf. Dus pak de ruimte die er is en doe wat je graag wilt doen.
Dat gaat verder dan de deur van het eigen lokaal opengooien.
Wilco sloot in eerste instantie vooral aan om meer tijd te krijgen voor zijn project, het maken van filmpjes met uitleg, om
zo in de klas meer tijd door te kunnen brengen in echt contact met de leerlingen. Nu, een dik jaar later, zegt hij dat hij tijdens de WOW-bijeenkomsten niet eens zo veel bezig is met de filmpjes. Erg is dat niet, want hij raakt nu vooral geïnspireerd en gemotiveerd door het praten met collega’s en leerlingen over de ontwikkelingen die plaatsvinden. Hierdoor is zijn werk leuker geworden en er is meer een gevoel van gezamenlijkheid en een positieve, energieke sfeer ontstaan in de groep. Het gesprek gaat niet meer over waarom er zo nodig veranderd moet worden, maar over het onderwijs zo opzetten dat de bedoeling van dat onderwijs zo goed mogelijk tot zijn recht komt.
Wat vertrouwen kan doen
Wat veel van ons enorm helpt is dat er een sfeer ontstaat waarin we met elkaar kijken naar de mogelijkheden die er
zijn in onze school. Natuurlijk zijn er kaders gesteld, maar daarbinnen blijft veel ruimte over om vanuit het doel ons
onderwijs beter in te richten. Daar hebben we elkaar wel hard bij nodig. Zo raakt Lars vooral geïnspireerd door het zien van de projecten van collega’s die de ruimte benutten. Dit helpt hemzelf ook om vrijer te worden in het vormgeven van de
lessen zoals dat volgens hem goed is. Aafke en John noemen beiden het bredere perspectief dat je krijgt wanneer je de tijd krijgt om echt goed met elkaar samen te werken. Dat gaat verder dan de deur van het eigen lokaal opengooien, het is ook het gesprek aangaan over het waarom van onze ideeën en van daaruit kijken naar de ontwikkelingen op school.
Vorig jaar waren we op uitnodiging van leerlingen in hun jeugdhonk in gesprek met hen en onze schoolleider over ons
onderwijs. Voor Pieter was dat gesprek cruciaal, omdat toen voor hem duidelijk werd welke ruimte wij ontvangen van
school en welk vertrouwen daaruit spreekt. En dan ging het niet alleen om het vertrouwen van de schoolleiding, maar ook
het vertrouwen dat de leerlingen uitspraken in ons. Ook zij zagen een enthousiaste groep docenten die vanuit de beste
bedoelingen hun onderwijs beter maken en dat we dat doen voor hen.
Anton Nanninga is docent economie aan het RSG Pantarijn in Wageningen, gastdocent bij NIVOZ. Dit artikel verscheen eerder in het magazine Van Twaalf tot Achttien.
Reacties