Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Spelen in niemandsland: ‘Waarom houden we het bij fröbelen aan de keukentafel?’

7 juni 2020

In haar verkenningen naar het grensgebied tussen ik en de ander komt Jinke Coenen via haar eigen verlangen naar het anderen en het onbekende, uit in niemandsland. Daar waar nieuwe dingen ontdekt kunnen worden. Haar korte, tweedelige essay eindigt in een warm pleidooi voor het spelen, maken en onderzoeken. Gesteund door de muze, geprikkeld door je collega of geraakt door de kleuren van bewegend gras. Of zoals Rob Martens het stelt: ‘Spel als benzine om tot diepgaand leren te komen.’

Jinke Coenen maakt onderdeel uit van de Werkplaats Grensgangers, vijftien alumni en studenten van de masteropleiding kunsteducatie op de HKU die op 12 mei 'anderen' meenamen in hun onderzoek. Tijdens een (muzisch) webinar droeg zij onderstaande tekst voor en vervolgens bogen Rob Martens en Bart van Rosmalen zich over de vraag: hoe spel en een muzisch perspectief kunnen bijdragen aan onderwijs. Lees en kijk hier eventueel verder.

Schurende grens verlangens

Haar ogen glijden over de tekst. “Vanaf de vroegste tijd hebben mensen grenzen overschreden en werden ze geconfronteerd met ‘anderen’ aan gene zijde van de grenszone.” De woorden van Siep Stuurman uit De uitvinding van de mensheid’ klinken na.

Het anderen, een woord dat haar altijd al gegrepen had. Het anderen, het onbekende, hetgeen wat voor iemand anders weer normaal is, wat voor jou vreemd is. Dat woord dat trok haar aan. Zij wilt zich wanen in dat anderen, met de kennis van ‘haar eigen’. In dat niemandsland tussen beide, daar op de grens, dat nog niet onderzocht was. Daar waar nog nieuwe dingen ontdekt konden worden.

Al lange tijd was ‘haar eigen’ dat wat er was. In haar eigen wereld heeft zij geen vernieuwing meer, geen uitdaging. Ze heeft de kennis van haar wereld, en kan handelen. Men is tevreden, maar het kriebelde naar het anderen. Bij haar, niet bij de rest. Iedereen blijft in zijn eigen kenniskring. Dat is de ongeschreven regel. ‘Schoenmaker blijf bij je leest’ is niet voor niets een veel gebruikt spreekwoord. Even overstappen naar de andere kant dat is lastig, word gezien als verraad en niet gedaan. Stel je voor dat je daar antwoorden vindt op jouw vragen, de horror!

Even overstappen naar de andere kant dat is lastig, word gezien als verraad en niet gedaan. Stel je voor dat je daar antwoorden vindt op jouw vragen, de horror!''

Met weemoed kan zij terugdenken aan wetenschappers als Copernicus, Da Vinci of Einstein. Die, omdat zij breed waren opgeleid, nieuwe dingen konden ontdekken. Zij waren generalisten in plaats van specialisten. Of eigenlijk, zij waren specialisten in verschillende gebieden. Deze grote denkers hadden de mogelijkheid zich te bewegen tussen de verschillende ‘anderen’ en de kennis van die gebieden zich eigen te maken. Waar mogelijk zelf aan elkaar te koppelen. Zij mochten en konden vragen stellen, antwoorden zoeken en even op bezoek bij het anderen. Het denken binnen kader of vakgebied gold voor hun minder. Zij vonden antwoorden op vragen, juist door kennis te maken met iets onbekends en dit te koppelen aan hun eigen inzichten.

Al dromend verliest zij zich in een door Étienne Wenger geschapen beeld. Een gebied, op de grens. Hier wordt er gezamenlijke kennis gemaakt. Hier wordt geleerd door ervaring vanuit zingeving. Geleerd door te doen, door de praktijk te bevragen. Je leert erbij te horen, met alles wat je hebt en kunt in de gemeenschap. Je wordt al lerend wie je bent. Je creëert een eigen bredere identiteit. Met haarzelf als Grens-gang-maker. Samen met de anderen. Maken, spelen, tonen en vertellen over hun eigen kennis en hoe zij kijken naar elkaars kennis. Waar zijn de raakvlakken? Die bezongen worden zoals de muze het in het oude Griekenland al deden? Zo zullen zij zingen op de grenzen van het onwetende, het onvermogen en het nieuwe.

Het liefst stapt zij vandaag nog op de boot bij de heen-en-weer-wolf om het niemandsland in te gaan. Die dunne strook op de grens. Om het nieuwe te gaan ontdekken, het anderen. Om daarna bruggen te gaan bouwen. Nieuw land te gaan ontginnen. Op onderzoek gaan bij en met de anderen in het anderen. Niemand wil met haar mee. Iedereen schurkt zich tegen de grenzen van het eigen gebied aan, maar durft er niet overeen. Niet wetend wat er aan de andere kant te wachten staat. Zij staat op de barricade, klaar om te gaan!

Niemand wil met haar mee. Iedereen schurkt zich tegen de grenzen van het eigen gebied aan, maar durft er niet overeen. Niet wetend wat er aan de andere kant te wachten staat.''

Deel 2

Terwijl ze staat en kijkt naar het doorgaande dagelijkse leven begint het te borrelen. Woorden stromen van haar hoofd, via het hart naar haar handen. Deze gaan opeens in beweging. Ze grabbelt in haar tas en vindt het onderste deel van een gebroken potlood. Over de grond komt een lege enveloppe voorbij. Zonder erbij na te denken zet ze een stap boven op de enveloppe. Voor ze het doorheeft zit ze op de barricade en schiet haar potlood over het verkreukte papier.

Spelende honden, hardlopers, voetbalhooligans, schaakliefhebbers, schaatssupporters, hakers en breiers. Cellisten, regisseurs, schrijvers, tekenaars en denkers. Wetenschappers, verplegers, docenten en accountants. Vakkenvullers, drogisterijmedewerkers en alle anderen. Mag ik je meenemen? Mee terug naar jouw moment? Dat moment dat je blij en trots was op jezelf? Dat jij jezelf in vervoering bracht? Denk eens terug naar wat je toen deed. Wat gebeurde er? Hoe kwam het dat dit gebeurde?

Dat moment dat je blij en trots was op jezelf? Dat jij jezelf in vervoering bracht? Denk eens terug naar wat je toen deed. Wat gebeurde er? Hoe kwam het dat dit gebeurde?''

Zou het kunnen zijn dat je iets maakte op dat moment of deed je iets wat je je deed verwonderen over je eigen vermogen, je eigen kunnen? Verraste jij jezelf met iets nieuws? Zag je verbindingen die je eerder niet had gezien? Als ik je had getekend als een cartoon, had ik dan een poppetje kunnen tekenen met boven je een lampje dat opeens aan ging?

Een van mijn momenten is nu. Nu ik hier sta op die grens. Met een enkele stap laat ik los wat mij bekend is, en stap ik in het voor mij onbekende. Ik besef mij: wat nu onbekend is, is het na die stap niet meer. Dan is het die stap daarná. Met elke zin die ik spreek, kan ik jouw prikkelen of kan je afhaken. Toch, gesteund door Polyhymnia, de muze van het gewijde gezang, durf ik mij aan jullie te wijden. Durf ik jullie uit te nodigen. Om samen te gaan onderzoeken, spelen, leren, maken, tonen, vertellen. Niet omdat het moet, maar omdat wij ons net gerealiseerd hebben dat we dat deden toen we trots op onszelf waren. Dat een van de kenmerken was dat wij intrinsiek gemotiveerd waren, omdat het ging over iets wat we belangrijk vonden, wilden weten, kunnen, doen of leren, ontdekken. Net als de baby’s om ons heen die leren te staan op hun benen. Met vallen en opstaan. Door te blijven proberen en steun te zoeken bij de wereld om ons heen. Tot dat eureka moment, dat moment dat het lukt.

Of het nou met de handen, het hoofd of het hart was. Alleen of voor een groep. Dit, beste mensen, dit is van belang! Ook in ons werk, in het leven. Dat we blijven spelen, maken en onderzoeken. Of je nou een creatief brein hebt, een playfull mind of gewoonweg van spelen houdt. Gesteund door de muze, geprikkeld door je collega’s of geraakt door de kleuren van bewegend gras.

Dit, beste mensen, dit is van belang! Ook in ons werk, in het leven. Dat we blijven spelen, maken en onderzoeken. Of je nou een creatief brein hebt, een playfull mind of gewoonweg van spelen houdt.''

En nee, dit is niet makkelijk. En nee, dit kan niet zomaar. Toch, door te spelen onderzoeken we. In spel maken we. Een nieuwe wereld, een rol of een voorwerp, want dat is noodzakelijk om te kunnen blijven spelen. Zoals Huizinga ons leerde, zit er in spel een ernst en een urgentie. In het spel zit een doel, maar ook in dit spel zitten we vast aan regels en kader. Waarom kunnen we in dat spel wel nieuwe dingen ontdekken en gunnen we elkaar die ruimte zo veel minder in de ‘echte’ wereld? Mogen we alleen in spel oefenen zonder dat het direct effect heeft voor de ‘echte’ wereld?  Waarom houden we het bij fröbelen aan de keukentafel? Hoe kunnen we het fröbelen of het spelen met nieuw materiaal in het werk brengen? Spel als benzine om tot diepgaand leren te komen, zoals Rob Martens stelt. Om in de woorden van Einstein te spreken: “Logica brengt je van a tot b, verbeelding brengt je overal”.

Beste toehoorders, ik nodig je uit om met mij mee te gaan op de heen-en-weer boot. Naar…”

Haar handen stopte. Eenmaal keek ze nog voor zich, denkend. Wat als…? Wat als ze mocht maken en spelen in het andere, met de anderen? Wat dan?

Jinke Coenen is afgestudeerd aan de masteropleiding kunsteducatie van de HKU. Ze is naast het werk op het lectoraat Kunst en professionalisering ook verbonden aan het Leerorkest in Amsterdam en ze ontwikkelt onderwijsprogramma’s voor burgerschap en democratie. Tot slot is Jinke onder meer actief voor Creatief Vermogen Utrecht, een lerend netwerk van 32 scholen en 11 culturele instellingen. Eerder werkte ze vijf jaar op IKC Laterna Magica in Amsterdam.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief