Spelen en kansengelijkheid (3/4)
22 oktober 2020
Onze samenleving lijkt steeds sterker te polariseren. Daarmee dreigt ook de kansengelijkheid af te nemen. In deze blog (het derde van vier delen) verkent Gesineke Veerman van Stichting Spelend Wijs, aan de hand van haar persoonlijke ervaringen als ouder en als professional, hoe we grenzen kunnen overbruggen door onze kinderen samen te laten spelen. Zo ondervond zij zelf ook toen ze door omstandigheden tijdelijk een kind uit een migrantengezin in huis kreeg dat een flinke taalachterstand had. Gesineke pleit voor meer spontane speelafspraken tussen kinderen uit verschillende culturen.
Spelen bij elkaar thuis kan voor kinderen op een gemengde school een bijdrage leveren aan een gezonde identiteitsontwikkeling. Het spelen leert een kind dat je, om mee te tellen, niet hoeft te assimileren in een ‘witte mainstream’, maar dat je mag laten zien waar jij vandaan komt, en wat jouw waarden zijn. Ook leer je door bij elkaar thuis te komen dat ieder gezin anders is, en dat verschillen in werkelijkheid niet bepaald worden door je afkomst of huidskleur.
Helaas zitten wij professionals, die migrantengezinnen proberen goed te begeleiden, dit samen spelen in de weg. Een migrantengezin dat dankbaar van al het aanbod gebruik maakt, eindigt al snel met een paar keer per week een vrijwillig 'maatje' in huis, die de ouders al het werk uit handen neemt, en met een ander 'maatje' die 'leuke dingen met de kinderen gaat doen'. Daardoor wordt het praktisch onmogelijk om een speelafspraakje te maken met anderen. Het effect is dat onze programma’s, hoe goed onderbouwd ze ook mogen zijn, het kind de kans ontnemen om spelenderwijs van leeftijdsgenootjes te leren, en de ouders demotiveren om contact te zoeken met andere ouders, om elkaar op een gelijkwaardige manier te ondersteunen.
Krijgt een kind uit een migrantengezin wel de kans om te spelen met andere kinderen, dan kan een achterstand soms vanzelf worden ingelopen. Door omstandigheden kwam een jongen uit zo’n gezin een paar maanden in huis bij zijn beste vriend, onze zoon. Omdat de jongen al genoeg te verwerken had, besloten wij om hem voorlopig niet te vermoeien met het voorlezen van boekjes of andere activiteiten om zijn achterlopende taalontwikkeling te stimuleren. Dit bleek ook helemaal niet nodig. Na een paar maanden was zijn taalontwikkeling 'vanzelf' bijgetrokken, puur door de dagelijkse omgang met een vriendje dat hem in dit opzicht ver vooruit was.
Wij zijn meer dan enkel redelijke wezens, want het spel is onredelijk., schrijft Huizinga in ‘Homo Ludens’. Het spel bevindt zich buiten de sfeer van materiele nuttigheid of noodzakelijkheid. ..Zonder vrijheid geen spel.
Laten we dus samen spelen! Dat is werken aan kansengelijkheid.
Lees hier deel 1 uit de serie over Spelen en kansengelijkheid
Lees hier deel 2 uit de serie over Spelen en kansengelijkheid
Gesineke Veerman is zelfstandig methodiekontwikkelaar. Zij heeft veel ervaring met kinderen met een migratieachtergrond en projecten rond creativiteit, filosoferen met kinderen en burgerschap.
Reacties
Eva
Wederom een treffend en zeer leerzaam artikel, mijn complimenten!!