School als oefenplek voor volwassenheid: Stan blijkt homo, Dylan vindt dat lastig.
28 mei 2018
Stan heeft er lang over nagedacht en heeft het, in overleg met zijn mentor, aan de klas verteld: hij is homo. Nu Stan vandaag niet op school is, hoort leraar Arjan Moree zijn leerlingen binnenkomen. Pal na de gymles, zoals vaak in uitgelaten stemming. Vooral Dylan is op dreef: ‘Ik heb niks tegen homo’s, maar…’ Terwijl Arjan zoekt hoe hij zal reageren, neemt klasgenote Jessica fel het woord. Die middag gaat de voorbereide les voor even overboord.
‘Ik heb niets tegen homo’s, maar ze moeten niet aan me gaan zitten’, riep Dylan zojuist door het lokaal. ‘Ik mag homo’s gewoon niet, dat is gewoon vies’, valt een andere jongen hem bij. Klas 2 mavo is net binnengekomen. Dat gaat bij die groep, na de gymles, altijd wat rommelig. Pauze gemist, nog even een slokje drinken of een koekje eten. Meestal ontstaan er op dat soort momenten leuke gesprekken waarin je leerlingen beter leert kennen. Het onderwerp van gesprek voor vandaag is bepaald, hoor ik: deze les gaat anders starten dan gepland.
De uitspraken staan niet op zichzelf. Van de mentor weet ik dat Stan aan haar verteld heeft dat hij op jongens valt en dit niet langer geheim wilde houden en aan de klas wilde vertellen. Dat moment was begin deze week geweest en vandaag is Stan niet aanwezig. Zijn verhaal heeft duidelijk iets losgemaakt, met name bij de jongens in de klas.
Stan is een leuke, spontane jongen die goed in de groep ligt bij zowel de jongens als de meisjes. Dat hij op jongens blijkt te vallen was voor sommige jongens een grote verrassing die zij niet goed konden plaatsen. Zoveel is ook vandaag duidelijk. Dylan vindt het maar raar dat een jongen een andere jongen leuk kan vinden en snapt niet zo goed waarom. Toch, hoe hij dat bij binnenkomst tot uitdrukking bracht, raakt me: het gaat voor mij meerdere grenzen over, die onnodig kwetsende toon. Voordat ik verzonnen heb hoe ik zal reageren – niet in het minst omdat Stan er vandaag zelf niet bij is, roept Jessica fel naar Dylan: ‘Maar meisjes zitten óók niet de hele dag aan je? Waarom zouden homo’s dat dan wel doen?!’ Hierop heeft Dylan eigenlijk niets te zeggen, want meerdere leerlingen vallen Jessica bij.
Als iedereen zit, neem ik het woord, voor één vraag: ‘Hoe doe je dat: accepteren dat iemand niet hetzelfde is als jij, en dat verschil respecteren?’ ‘Kijk eens om je heen’, zegt Dayenne. ‘We zijn toch allemaal anders. Kijk naar jouw kleding en die van de rest. Huidskleur, kapsels en dingen die we leuk vinden.’ Vrijwel iedereen knikt instemmend, ook Dylan. Veel leerlingen willen reageren, liefst allemaal tegelijk. In een verhit gesprek, over een beladen onderwerp is het soms lastig de regie te houden. Emoties nemen de overhand en luisteren naar elkaar is niet voor iedereen gemakkelijk. Toch is juist het luisteren naar elkaar enorm belangrijk, en vind ik het belangrijk om leerlingen hun mening respectvol te laten verwoorden.
‘Mijn tante, die heeft een broer, en die is ook homo. Ik zie hem wel eens op een verjaardag. Hij is gewoon normaal, hoor, en hij zit nooit aan me, dus dat homo’s aan je zitten is echt onzin’, zei Dennis. De klas moet lachen. De sfeer raakt weer wat meer ontspannen. Soms kan zo’n luchtige opmerking de angel eruit halen.
Aan de ene kant schrok ik van Dylans opmerking, zeker in deze klas waar Stan zich net zo kwetsbaar op had durven stellen. Stan heeft lang getwijfeld of hij zijn geaardheid bekend zou maken bij zijn klasgenoten en heeft uiteindelijk de stap genomen. Er viel een last van zijn schouders toen het hoge woord er eindelijk uit was. Wat anderen daarvan denken maakt hem eigenlijk niet zoveel uit, maar toch zijn dit soort opmerkingen niet leuk.
Aan de andere kant begrijp ik Dylan ook. Hij komt in aanraking met iets nieuws en kan dat nog niet goed plaatsen. Mensen die anders zijn, worden dan vaak raar genoemd en gevonden. Dylan gaf nogal bruut uitdrukking aan die herkenbare ervaring van vervreemding. School is volgens mij juist die plek waar je in aanraking komt met mensen die anders zijn. Dat dit soms als raar ervaren wordt is wel normaal en leerlingen moeten hier mee om leren gaan.
Maakte Dylan zijn opmerking om zijn eigen onzekerheden te verbloemen en stoerder over te komen? Ik had wel dat vermoeden, maar dit is niet het moment om daar verder op in te gaan. Ik zie bij Dylan de twijfel toenemen gedurende het gesprek en hij voelt zich duidelijk ongemakkelijk bij de situatie. Toch luistert hij naar de anderen. ‘Ik blijft echt wel normaal doen tegen Stan’, verzekert hij me, als hij het lokaal uitloopt.
Arjan Moree is docent geschiedenis op PENTA College CSG Scala Rietvelden in Spijkenisse. Hij schrijft over zijn praktijk op zijn eigen blog, het Kaizen Onderwijs, het Japans voor continue verbetering.
Reacties