Ruimte voor dromen in het onderwijs?
19 november 2016
Op de Onderwijsavond van 9 november sprak Sihame El Kaouakibi in Driebergen over haar succesvolle project voor Antwerpse jongeren: Let's go urban. Een project dat jongeren kansen biedt (weer) in zichzelf te geloven, dat kansen biedt talent te ontdekken en te ontwikkelen. Een van de oud-deelnemers vertelde over zijn ervaring op school: 'Het onderwijs gaf mij nooit zoveel ruimte om met mijn dromen bezig te zijn.' Dat raakte een snaar bij Nynke Bos, leerkracht in het vso. 'In het vso ontmoet ik dagelijks jongeren die op papier weinig kansen hebben. Maar dromen hebben ze wel!'
Die opmerking zette mij aan het denken. In hoeverre is dat een taak van het onderwijs, ruimte geven voor dromen? Is school er niet vooral om de randvoorwaarden te scheppen zodat leerlingen later hun dromen al dan niet kunnen waar maken? De primaire taak van school is immers onderwijzen; lezen, rekenen, topografie, biologie. Tegenwoordig hoort sociaal-emotionele ontwikkeling in dat rijtje, net als 'leren leren' en 'goed burgerschap'.
Maar dan spreekt de jongen verder: 'Kinderen zijn zestien jaar lang het grootste gedeelte van hun tijd op school. Ze brengen meer tijd door met leerkrachten dan met hun ouders. Dus ja, leerkrachten zijn ook opvoeders.' Als opvoeders, of je nu de rol van leerkracht of als ouder op je neemt, hebben wij in de essentie allemaal hetzelfde doel voor ogen. De jonge mensen die wij begeleiden tijdens hun ontwikkeling zien wij het liefst uitgroeien tot zelfstandige gelukkige mensen. Mensen die zich competent voelen, nuttig, die een gezin kunnen onderhouden, die de volgende generatie weer kunnen opvoeden. Mensen die hun dromen werkelijkheid laten worden. En daar is heel wat voor nodig, om überhaupt het lef en vertrouwen te hebben om te durven dromen. Om te voelen dat je er toe doet, dat je dromen het waard zijn uitgesproken te worden, om een sprankje hoop te voelen dat er kansen op je pad zullen komen.
In het vso ontmoet ik dagelijks jongeren die op papier weinig kansen hebben. Jongeren die met een forse taalontwikkelingsstoornis de nodige drempels over moeten en tegen hoge muren aanlopen.
Maar dromen hebben ze wel!
Dromen over de toekomst. De meeste dromen zijn bescheiden, haalbaar en oprecht. Zoals Amber die haar eigen nagelstudio wil beginnen, vol hoop en enthousiasme volgt ze al een cursus. Berend wil hovenier worden of boswachter.
Hoe zou ik binnen het volle rooster ruimte kunnen maken voor die dromen? Jonge mensen in hun kracht zetten, laten ervaren wat een ieder van hen bijzonder en de moeite waard maakt. En ja, rekenen en taal zijn belangrijk. Maar laten we het in een ander perspectief plaatsen. Kennis is een middel om het doel te bereiken, geen doel op zich. En zijn dromen ook niet precies de brandstof die de leermachine draaiende houdt?
Nynke Bos werkt als invalleerkracht op het vso. Volgende maand verschijnt Nynke’s boek Verstoppertje in de tempel, over het jaar dat zij in Laos woonde met haar gezin. Met verhalen die wij eerder publiceerden andere verhalen over het land, opvoeden, onderwijs en boeddhisme.
Reacties