Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Proefschrift Martin van Rooijen: 'Kinderen moeten serieus genomen worden in hun risicovol spel'

12 juli 2024

Volwassenen, ouders, opvoeders zijn bang dat hun kind iets overkomt en zien gevaren die er niet zijn. Door deze angst weerhouden we kinderen zelf te kunnen ontdekken wat gevaarlijk is. Luc Stevens formuleerde dit al eens als volgt: ‘Kinderen denken niet aan risico. Doen ze dat wel, zouden ze niets meer doen. Het denken aan risico doen wij. Ouders, pedagogen, opvoeders hebben hun eigen angst.’ Martin van Rooijen verdedigde op 8 juli jl. met succes zijn proefschrift, over risicovol spel en hoe daarmee om te gaan.

We publiceerden op de NIVOZ-website al eens eerder vanuit het onderzoek dat Martin van Rooijen startte, als promovendus op de Universiteit van Humanistiek. Een publicatie in het magazine Speelruimte (2016) en een online publicatie: Over het recht op risico in het spel van kinderen. Daarin voerde Van Rooijen het werk van de Poolse pedagoog Janusz Korczak (1878-1942) en de politiek filosofe Hannah Arendt (1906-1975) op, als belangrijke bronnen.

‘Korczak meent dat kinderen zeer goed in staat zijn te weten welk risico er kan zijn en af te wegen of zij dit aangaan. Ik denk ook dat wij kinderen hierin schromelijk onderschatten, en dat zij meer kunnen dan wij denken. En kunnen wij alle risico’s ontnemen aan het kind? Hannah Arendt adviseert ons de manier waarop met onzekerheid en onvoorspelbaarheid in het leven wordt omgegaan te heroverwegen: ‘Wie probeert onvoorspelbaarheid weg te nemen bij de handeling, zal het echt menselijke vernietigen.’ En zij voegt hieraan toe: ‘Je moet vertrouwen, er is geen alternatief’. Ik vertaal dit graag naar risico in het spel van kinderen, als spel voorspelbaar en zeker afloopt, is het spel geen spel meer en het kind geen kind.’

Van Rooijen (1966) vatte zijn onderzoekswerk samen onder de uitnodigende titel: That We Get More Trust, We Just Want So Much More. Zelf is al vele decennialang een man met een missie en van de lange adem. Bovendien staat hij ook met twee benen in de praktijk. Hij startte als manager in de naschoolse opvang, was opbouwwerker voor jongeren in achterstandswijken en werkte als speeltuinmedewerker en coördinator in 'bouwspeelplaatsen' in de stad Utrecht. Hij behaalde zijn master onderwijstheorie cum laude aan het Instituut voor Ecologische Pedagogiek en combineerde zijn werk de laatste tien jaar met een deeltijd PhD-project aan de Universiteit voor Humanistiek.

Afbeelding met Menselijk gezicht, persoon, kleding, personAutomatisch gegenereerde beschrijvingSymposium op 25 september
Van Rooijen is betrokken bij Nederlandse netwerken van buitenspelen en kinderspelrechten, maar heeft evengoed  een internationaal netwerk opgebouwd over risicovol spelen. In de afgelopen drie jaar droeg hij zijn visie uit door professionals te trainen, ouders te informeren, onderzoek te doen en risicovol spel voor kinderen te faciliteren. Op woensdagmiddag 25 september is hij een van de sprekers op een ‘Rommelsymposium’ in Utrecht, dat hij zelf mede heeft georganiseerd n.a.v. zijn proefsschrift, temidden ook van internationale theroetici en praktijkmensen. Het zal toepasselijk plaatsvinden op scouting Salwerda en Speeltuin Fort Luna.

Eerder introduceerde Martin zijn onderzoekende reis als volgt:

De onvoorspelbaarheid in het spel van kinderen is voor hen tevens de aantrekkingskracht: wat als het anders gaat, wat als het fout gaat? Die onzekerheid geeft het spel spanning en de uitdaging die het kind nodig heeft om grenzen te verleggen en verder te komen. In de praktijk heb ik gezien hoe risico in het spel kinderen telkens een stapje verder brengt, maar dat zij altijd meer kunnen dan je als volwassene denkt. Wat wij ook uit de praktijk weten, is dat ouders en begeleiders risicospel vaak té spannend vinden.

Kinderen kunnen in hun spel belemmerd worden door overbescherming, regels, protocollen en meer. Een beter inzicht in de factoren die hierbij een rol spelen kan bijdragen aan de kwaliteit van het (buiten) spelen van kinderen. Voor mijn promotieonderzoek heb ik een literatuurstudie verricht om de factoren in kaart te brengen die invloed uitoefenen op professionals in hun houding ten aanzien van risico in het spel.

In zijn proefschrift onderzocht Martin van Rooijen de soms tegenstrijdige belangen van verschillende stakeholders bij het faciliteren van risicovol spel in naschoolse kinderopvang. Denk daarbij dus aan professionals, spelende kinderen, ouders en de organisatie. Hij ontwierp een model waarin zij elk een rol spelen als potentiële actor van verandering. Het model kun je gebruiken om factoren te identificeren die van invloed zijn op Nederlandse professionals die toezicht houden op risicovol spel van kinderen. 

Hij deed kwalitatief veldonderzoek in zeven Nederlandse naschoolse kinderopvanginstellingen, om de factoren van het model te verifiëren in de praktijk. Zo komt er meer begrip van de manier waarop kinderen kansen tot risicovol spel ervaren en kunnen er nieuwe en verbeterde benaderingen komen voor beleid en praktijk. De gerapporteerde resultaten suggereren dat de buitenomgeving meer aandacht nodig heeft, dat kinderen serieus genomen moeten worden in hun risicovol spel en dat hun begeleiders ondersteuning nodig hebben in hun autonomie om verrijkte risico-inschattingen te maken.

In zijn lijvige proefschrift vind je een samenvatting terug (ook in het Nederlands), waarvan we hier op onze beurt ook weer hebben geprobeerd wat kernpunten aan te stippen.

Kinderen ontdekken spelenderwijs de wereld en hun interesses, vaardigheden en relaties met anderen. Zij oefenen tijdens het spelen belangrijke competenties zoals zelfstandigheid, samenwerking, doorzettingsvermogen, eigenwaarde, veerkracht en communicatie. Dit is nog meer van toepassing tijdens het vrij, ongestructureerd spelen: activiteiten zonder begeleiding of tussenkomst van volwassenen waarbij kinderen zelf beslissen wat en hoe ze spelen. Spelende kinderen voelen zich van nature aangetrokken tot uitdagingen. Ze nemen spontaan deel aan activiteiten die hun grenzen testen en nieuwe ervaringen bieden.

Risicovol spelen, of risky play, is een internationaal geaccepteerde term. De definitie van risicovol spelen is door de Noorse Ellen Sandseter (Noorwegen), grondlegger van risky play research, geformuleerd als: 'spannende en opwindende vormen van spelen waar plezier en angst door elkaar heen lopen, die onzekerheid bieden en het risico op lichamelijk letsel met zich meebrengen.'

De zes categorieën risicovol spelen die zij heeft geïnventariseerd zijn:

  • spelen op hoogte,
  • spelen met snelheid,
  • ruig spel,
  • spelen met gereedschappen,
  • spelen in de buurt van water en vuur,
  • uit het zicht spelen.

De mogelijkheden voor kinderen om een spannende speelomgeving te ervaren, zijn in één generatie sterk verminderd. Kinderen kunnen veel minder zelfstandig buiten ronddwalen, de speelomgeving is minder uitdagend geworden en ouders en professionals zijn bezorgder geworden en accepteren risicovol spelen veelal niet meer. Bij het ondersteunen van kinderen tijdens het risicovol spelen is het vermogen van een professional om te schakelen tussen de risicoperceptie van een volwassene en die van een kind cruciaal.

De hoofdvraag van zijn onderzoek luidde als volgt: ‘Welke factoren beïnvloeden professionals als zij het risicovol spelen van kinderen willen ondersteunen, en hoe beïnvloedt de perceptie van deze factoren door de professionals vervolgens het risicovol spelen van kinderen?’

Het doel van dit promotieonderzoek was tweeledig: het bijdragen aan de wetenschappelijke kennis over het concept risicovol spelen en het verbeteren van professionele competenties om hoogwaardige risicovol spelen-ervaringen voor kinderen in de Nederlandse buitenschoolse opvang mogelijk te maken. Bovendien draagt het onderzoek bij aan het begrijpen van barrières bij het faciliteren van risicovol spelen van kinderen in de Nederlandse context.

De eerste van vier studies omvatte een narratief literatuuronderzoek dat vijf onderling samenhangende factoren aan het licht heeft gebracht die de houding van professionals ten opzichte van risico's beïnvloeden:

1. het beeld van kinderen;
2. de individuele overtuigingen van professionals ten aanzien van risico's;
3. de relatie tussen professionals en ouders;
4. regelgevende factoren;
5. culturele factoren.

Het hoofdstuk presenteert de relaties tussen deze factoren in een model gebaseerd op het ecologische model van Bronfenbrenner, dat de complexiteit illustreert waarmee professionals worden geconfronteerd bij het maken van risicoafwegingen. De bevindingen tonen aan dat professionals die met kinderen werken, onder grote druk staan bij het omgaan met mogelijk tegenstrijdige prioriteiten. Bovendien suggereren de bevindingen dat professionals mogelijk niet zozeer persoonlijke risicoaversie ervaren, maar dat zij zich geremd kunnen voelen door de inwerking van de verschillende beïnvloedende factoren. Hun opvattingen over en de benadering van risicovol spelen wordt gevormd door de omgeving waarin zij werken en de wijze waarop de vijf factoren daar hun houding kunnen veranderen.

De belangrijkste conclusie van dit proefschrift is dat de professionele houding en het handelen ten opzichte van risicovol spelen beïnvloed wordt door diverse factoren, waarbij het gebruik van een ecologisch model laat zien hoe verschillende niveaus van invloed op elkaar kunnen inwerken. Door de constructie van twee modellen, op basis van de wetenschappelijke literatuur en onderzoek in de Nederlandse buitenschoolse opvang, genereert het onderzoek een geavanceerd begrip van hoe kinderen kansen in risicovol spelen ervaren en biedt het aan de professionele kant nieuwe en verbeterde benaderingen voor beleid en praktijk.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief