Post
23 november 2018
Een project in groep 4 over communicatie leidde tot een bezoek aan het lokale distributiecentrum van de post. Tineke Spruytenburgs klas kreeg een uitgebreide rondleiding van postbode Ben.
Aan het begin van het schooljaar van 2004, toen ik als nieuwkomer in het 4e leerjaar nog niet zo vertrouwd was met de methoden, gaf ik de kinderen een aantal taallesjes over het schrijven en versturen van kaarten. We stuurden kaarten naar de kinderen die recent waren verhuisd en sommige kinderen schreven – heimelijk - een kaart aan een klasgenootje.
In de daaropvolgende maanden werd het een gewoonte om elke bezoeker, volwassenen maar ook kinderen uit andere groepen die verdeeld waren, naar het volledige adres te vragen. De kinderen stelden de vraag en ik benutte het moment om de vier elementen van het adres te herhalen. Toch waren er na drie maanden nog altijd kinderen die het kwartet ‘straatnaam, huisnummer, postcode en woonplaats’ niet onthielden.
Toen we in december, in het kader van een teamtraining over ontwikkelingsgericht onderwijs, een project moesten ontwikkelen, kozen de groepen 4 voor het onderwerp communicatie. Naast allerlei andere vormen van communiceren, werd natuurlijk ook post een onderdeel van het project. We bezochten de les Van brievenbus tot brievenbus bij het Museum van Communicatie en richtten een postkantoor in de klas in.
De kinderen hielden tijdens de ochtendpauze de postbode voor de school staande om hem te vragen om de klas te bezoeken. ‘Nee’, zei de man vriendelijk maar beslist, ‘dat kan niet. Daarvoor moet je bellen met PostNL en die zorgen er dan voor.’ We praatten nog even verder en ik kreeg het nummer van het hoofd van het distributiekantoor in onze buurt. Een afspraak voor een bezoek met de hele groep kwam sneller tot stand dan ik durfde te hopen en de volgende vrijdag liepen we in een keurige rij naar het kantoor.
We meldden ons aan de balie van het businesspoint dat in hetzelfde gebouw gevestigd was en werden uiterst vriendelijk ontvangen door een baliemedewerker. Voordat hij onze gidspostbode ging roepen, legde hij ons uit hoe de mooie postbussen werkten waar we langs liepen. In het klassenpostkantoor werken we ook met postbussen en postbusnummers, dus de kinderen waren zeer geïnteresseerd. Ik legde ‘per ongeluk’ mijn papieren op de band van het pakket-loket. De band zette zich in beweging en de kinderen riepen verbaasd ‘Wat is dat?’ ‘Kijk, zei de man, dat is voor pakketten. Stel je wilt een kind opsturen.’ Hij pakte een van de meisjes op, dat direct begreep wat er ging gebeuren en het spel meespeelde, en legde haar op de lopende band.
‘Nee! Waar stuurt u mijn Kristina naar toe?’ ‘Help, geef haar terug!’
Kristina liet zich rustig over de band en tussen de plastic ‘spijlen’ door naar achteren transporteren, waar ze weer van de band afgeholpen werd.
Postbode Ben vertelde in een echte vergaderzaal over het werk van de postbodes op het distributiekantoor. Met veel geduld beantwoordde hij de vele vragen van de kinderen en de begeleiders. Toen leidde hij ons rond door het bedrijf. We zagen onze schoolpostbode bezig met het sorteren van zijn wijkpost en kregen uitleg over de sorteermachine. Postbode Ben genoot zichtbaar van dit bezoek en bleef onvermoeibaar antwoorden en uitleg geven. In de bedrijfskantine kregen we iets te drinken en na een laatste fotosessie voor het Postkrantje, namen we afscheid van postbode Ben.
Terug op school schreef elk kind een bedankboodschap aan postbode Ben op de kaarten die hij ons zelf had meegeven. ‘Ik vin dat jij kan uitlegen.’
Voordat deze stapel hartelijke kinderberichten in de brievenbus gleed, ontvingen wij op school al een kaart, waarin postbode Ben schreef hoezeer hij had genoten van ons bezoek.
Tineke Spruytenburg is leerkracht en geeft mindfulness aan kinderen en volwassenen.
Reacties