Podcast Wouter Sanderse over onderzoek naar vorming: ‘Bildung in het vmbo, dat begint met voorleven’
16 maart 2023
Steeds meer wordt er vanuit beleid en onderzoek aandacht gevraagd voor de ‘vormende kant’ van onderwijs. Wouter Sanderse, universitair docent aan de Universiteit voor Humanistiek (UvH), leidde een onderzoeksproject naar vorming onder de titel ‘Voorbeeldige bildung in het vmbo’. Jan Jaap Hubeek en Eveline Oostdijk - met wie we eerder een aflevering opnamen - gingen alvast in een NIVOZ-podcast in gesprek over de uitkomsten. ‘Denk na of dat wat je voor leerlingen nastreeft, in lijn is met dat wat je uitstraalt en voorleeft.’
Je kunt je abonneren op de NIVOZ-podcast via Spotify en Apple Podcasts. We publiceren ongeveer tweewekelijks. Je krijgt dan bij elke publicatie automatisch een melding. Dit is aflevering 73.
Wouter Sanders is als onderzoeker werkzaam aan de UvH waar hij ook lesgeeft. Zijn thema’s zijn opvoedingsfilosofie, beroepsethiek en morele vorming, en hij doceert voornamelijk aan geestelijk verzorgers in opleiding. Een van zijn projecten betreft een onderzoeksprogramma in het vmbo en gaat over bildung. Wat is dat eigenlijk, bildung?
Bildung, een raam op de wereld?
Wouter begint in deze podcast te vertellen dat er veel verschillende interpretaties bestaan van het begrip bildung. Hij houdt zich er nu al zo’n tien jaar mee bezig, eerst bij Fontys waar hij lector Beroepsethiek van de leraar was, en nu dus in zijn rol als universitair docent. In algemene zin zou je kunnen zeggen dat bildung gaat over de vraag hoe je een beter mens kunt worden via bronnen van waarde. In een schoolcontext betekent dat, volgens Wouter, dat er twee dingen aan de orde zijn. ‘Allereerst gaat het om het bieden van een oriëntatie: hoe kun je leerlingen richtingen bieden die zicht geven op dat wat van waarde kan zijn in het leven? Dat betekent dat je leerlingen kennis laat maken met allerlei soorten bronnen van waarde. Daarnaast is het belangrijk dat leerlingen zich leren te verhouden tot die bronnen en zichzelf afvragen wat het voor hen betekent. Wat vind ik ervan? Hoe verhoud ik me ertoe? Dat is wat je zingeving zou kunnen noemen.’
Hoe kun je leerlingen richtingen bieden die zicht geven op dat wat van waarde kan zijn in het leven?''
Volgens Wouter kun je in ieder vak deze twee componenten van bildung, oriëntatie en zingeving, aan de orde laten komen. Hij geeft het voorbeeld van klimaatverandering als maatschappelijk vraagstuk dat de klas in komt. Daar kun je kennis over overdragen en verschillende perspectieven laten zien, en je kunt de vraag stellen hoe leerlingen zichzelf verhouden tot die kennis en tot het debat dat erover plaatsvindt. Als Jan Jaap zich afvraagt hoe deze interpretatie zich verhoudt tot het begrip ‘subjectificatie’ van Biesta, legt Wouter uit dat dat onder andere te maken heeft met hoe het begrip vrijheid, als onderliggend concept, wordt gehanteerd. Dit maakt meteen mooi zichtbaar hoe je tot verschillende interpretaties van bildung kan komen.
Onderzoek naar bildung in het vmbo
Het onderzoeksproject was gericht op het vmbo. Daar had Wouter twee redenen voor. Ten eerste zijn eigen nieuwsgierigheid naar deze onderwijsvorm. ‘Ik ken het vmbo niet van binnenuit en was erg benieuwd naar dit type onderwijs,’ zo legt hij uit. Daarnaast zag hij bildung al wel terug binnen andere onderwijstypen, maar nog niet binnen het vmbo. Terwijl dat het onderwijs is waar ongeveer de helft van de kinderen naartoe gaat. Hij vond het onrechtvaardig dat er binnen het beroepsonderwijs geen aandacht was voor dit ideaal. Bij het idee kwam hij niet veel weerstand of kritiek tegen. ‘In gesprekken met docenten werd duidelijk dat zij het nog niet zo voor zich zagen. Ik ben vooral bezig met orde houden en ik ben al lang blij als het lukt om leerlingen tot leren te laten komen. We zijn gaan werken met mensen die hiervoor open stonden en dit een goed idee vonden. Dat waren de meesten wel.'
Het onderzoeksproject bestond uit twee aspecten, een ontwerp- en onderzoekdeel. In het ontwerpdeel gingen docenten zelf aan de slag met het ontwerpen van lesmateriaal. Vervolgens is er onderzocht hoe zij dat deden. ‘In vier leergemeenschappen (PLG's) van ieder zes bijeenkomsten gingen docenten aan de slag met het maken van lessen over bildung. Wij hebben in kaart gebracht hoe ze die lessen in praktijk hebben gebracht, wat ze voorleven en hoe leerlingen dat ervaren.’
Een interessante vraag die vooraf ging was of er op voorhand een bepaalde beschrijving van bildung zou worden meegegeven aan de docenten, of dat dit nog open moest blijven. Een methodologische keuze zou je kunnen zeggen, die implicaties heeft voor het verdere onderzoek en de uitkomsten. Wouter vertelt dat ze voor het laatste hebben gekozen: ‘We wilden juist te weten komen wat scholen er aan doen, hoe zijn docenten ermee bezig en wat ze er zelf onder verstaan. We gaven iets mee over die oriëntatie en zingeving. Maar wat en hoe, dat haalden we op bij de scholen. Vervolgens zijn we als onderzoekers gaan kijken naar hoe docenten vorm willen geven aan bildung, wat hun concrete voornemens waren, wat ervan terechtkwam in de klas en hoe zij zelf en de leerlingen dat evalueren.'
Zelfvertrouwen is belangrijk, maar niet genoeg
Jan Jaap vraagt hoe er nu aan bildung wordt gewerkt. De docenten uit het onderzoek geven aan dat het voor hen gaat om ’leerlingen een eigen mening te kunnen laten formuleren en die te kunnen onderbouwen', maar ook ‘het op de hoogte zijn van de actualiteit’ is belangrijk. Net als ‘leerlingen het gevoel meegeven dat ze ertoe doen', dat hun mening ertoe doet en dat ze zelfvertrouwen krijgen.'
Wouter geeft vervolgens aan dat de voorbeeldfunctie van de docent een belangrijk aspect is geweest binnen het onderzoekdeel: hoe kunnen docenten hun voorbeeldfunctie inzetten om aan de hierboven genoemde doelen voor leerlingen te kunnen werken? Je kunt een mooie les op papier hebben, maar het gaat om de persoon van de leraar die het moet doen voor de klas. De pedagogische houding en het voorleven bleken belangrijke aspecten om inzicht in te krijgen.
Je kunt een mooie les op papier hebben, maar het gaat om de persoon van de leraar die het moet doen voor de klas. De pedagogische houding en het voorleven bleken belangrijke aspecten om inzicht in te krijgen.''
We gaan in deze NIVOZ-podcast nog even door op het werken aan zelfvertrouwen. Heel belangrijk zegt Wouter, maar alleen dat, is niet voldoende. Bildung zou in zijn visie ook geen middel moeten zijn om bepaalde vaardigheden en houdingen aan te leren, maar is veel meer een doel op zichzelf. En zelfvertrouwen als doel op zichzelf is dan weer te smal, denkt hij.
We gaan van intenties naar vorm. Hoe maak je nu zichtbaar op je school dat je aan bildung werkt? 'Er zijn veel manieren,' legt Wouter uit. 'Bildung kan op alle vlakken doorwerken: in vakken, in projecten, in het al dan niet willen toetsen van vorming. En ook hier is de docent en diens voorbeeldfunctie heel belangrijk. Laat de docent zichzelf kennen in wat hij of zij belangrijk vindt in het leven? Spreekt hij over eigen vormende ervaringen? Of is hij vooral bezig met zijn eigen vak?'
Hoe nu verder?
Wouter ziet zichzelf niet als iemand die op de barricade voor bildung gaat. Hij is in de eerste plaats onderzoeker en filosoof en draagt vanuit die rollen bij. Maar hij heeft wel een visie: ‘Het zou mooi zijn als er al binnen de lerarenopleiding aandacht is voor bildung. Zodat toekomstige docenten er vanaf het begin mee in aanraking zijn geweest.’ Het laat meteen ook een keerzijde zien. Wouter heeft acht jaar lang in een lerarenopleiding bij Fontys gewerkt aan het thema bildung. Ondanks alle mooie pogingen, initiatieven en projecten ziet hij dat bildung pas echt een plek kan krijgen als het systeem ook mee verandert. Die stap is voor veel onderwijsinstellingen nog te groot.
Maar ook kleine stappen dragen bij. Vrijdag 24 maart vindt er bijvoorbeeld een conferentie in Utrecht plaats: Brede vorming in het (v)mbo. Hier wordt gevierd wat er allemaal gebeurt in de scholen en kunnen de bildungambassadeurs elkaar vinden en inspireren. Als uitsmijter geeft Wouter nog het volgende mee: ‘Denk na of dat wat je voor leerlingen nastreeft, in lijn is met dat wat je uitstraalt en voorleeft. Niet makkelijk, wel heel belangrijk. En als tip, ga daar ook over in gesprek met de leerlingen. Zij kunnen jou vertellen wat zij belangrijk vinden en daarbij nodig hebben. Bildung doe je samen!‘
Reacties