Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Persoonsgerichte toekomstplanning in het onderwijs: over hoorrecht, samenredzaamheid en veerkracht – een boekbespreking

15 december 2025

'De auteurs van het boek “Persoonsgerichte toekomstplanning in het onderwijs. Over hoorrecht, samenredzaamheid en veerkrachtpleiten voor een pedagogische relatie waarin het mens worden van de leerling centraal staat. Ze baseren zich daarbij op de internationaal vastgelegde rechten van kinderen en jongeren om in vrijheid hun mening te geven over alle zaken die hun leven beïnvloeden.' Oud-docent Jan de Bekker las het boek en schreef een enthousiast verslag.

Eén van de eerste zaken die opvalt bij het lezen van dit boek, is dat de persoon van de leerling naar voren komt in de genoemde praktijkvoorbeelden, en niet het 'label'.  In de interactie tonen de leraar en de leerling zich als een ‘wie’.  Samenredzaamheid  wordt als term gebruikt voor een pedagogische relatie die de leerling ruimte biedt om keuzes te maken vanuit zelfkennis, waarden, interesses en mogelijkheden, en een relatie waarin de leraar tot inzicht komt, en tot afstemming en ondersteuning.  Leraar en leerling veranderen samen, en daarmee hun relatie.


De pedagogische basis
De schrijvers - Marijke Welten en Hans Schuman - pleiten voor een pedagogische relatie waarin het mens worden van de leerling centraal staat. Ze baseren zich daarbij op de internationaal vastgelegde rechten van kinderen en jongeren om in vrijheid hun mening te geven over alle zaken die hun leven beïnvloeden. Ze zien de jongere in hun relatie tot de wereld: midden in de wereld, maar niet per se het middelpunt (Bastiaanse, 2021, geciteerd door de auteurs). Ze hechten aan het eigenaarschap van de leerling als het gaat om zijn toekomstperspectief, en koppelen dat aan een pedagogische relatie van samenredzaamheid.

De schrijvers pleiten voor een pedagogische relatie waarin het mens worden van de leerling centraal staat

Als de auteurs de pedagogische relatie in de begeleiding verdiepend bespreken, valt op dat ze veel kennis en begrippen ‘lenen’ uit de zorgethiek, het maatschappelijk werk en uit de presentietheorie, die ontwikkeld is in de pastorale zorg voor zeer kwetsbare mensen. Het gaat dan om het geven van een diepe, onvoorwaardelijke aandacht, ook als je lastig bent;  om trouw  aan de leerling als er weerstand of verzet is, en om een waarde die we in het maatschappelijk werken tegenkomen: op zoek gaan naar wat er voor de ander op het spel staat. Wat staat er voor jou op het spel vervangt in het maatschappelijk werk de vraag Wie ben je, welk label mag ik aan je hangen?' (Klaasse, 2021)

Een belangrijk onderdeel van de pedagogische basis is ook dat er in de (mentor)groep een narratief klimaat is, waarin verhalen er mogen zijn, uitgewisseld en onderzocht mogen worden. Dat vraagt om veiligheid en wederkerigheid in een mentorgroep.

De gespreksvormen
Gesprekken voeren met leerlingen moet je leren.  De gesprekken tussen mentor en leerling starten rond een document met de naam ‘Mijn Persoonlijk Profiel’. Hierin stelt de leerling zich voor aan de hand van een aantal verdiepingsvragen en perspectieven. De cues die de mentor in deze fase hanteert ervaar ik als uitnodigend en verrijkend.

Bij de persoonsgestuurde toekomstplanning wordt gewerkt met gespreksvormen rond thema’s als dromen en drijfveren, mijn positieve gezondheid, mijn levenslijn, mijn schooldoelen en persoonlijke doelen, mijn kwaliteiten en talenten, mijn vaardigheden, mijn relaties en rollen, en wat bij mij wel en niet goed werkt. Al deze vormen worden uitgebreid uitgewerkt.

Ter illustratie geef ik kort weer wat de auteurs schrijven over het gesprek over schooldoelen en persoonlijke doelen. Het gaat dan om een hoofdstuk van 13 pagina’s.

De schrijvers beginnen met een pleidooi om de jongeren ruimte te geven om origineel, innovatief  te zijn. Ze mogen hun verlangen of ‘ik wil-uitspraken’ diepgaand verkennen, zonder de rem van ‘dat kan hier niet-reacties’. Persoonlijke omstandigheden mogen er zijn en worden besproken, bijvoorbeeld de noodzaak om thuis bij te springen  en daardoor niet om 9 uur op een stage-adres te kunnen zijn. Opties en scenario’s worden verkend. Er wordt opgelet dat doelen recht uit het hart mogen komen, dat er verbeeldingskracht mag worden ingezet, dat het levensdoel leidend mag zijn, en dat je je grenzen mag verkennen. De begeleider let erop niet ‘eigen doelen in het plan van de jongere te ‘fietsen’.  Er wordt ook samen gekeken hoe ver de jongere als is, en wat de redenen kunnen zijn dat het plan gaat lukken.  Tussentijds worden vragen gesteld als ‘waar ben je trots op?’, en ‘wat heb je gedaan als het even niet lukte’. Ik geef hiermee  een beperkt beeld van een rijk hoofdstuk van 13 pagina’s.

Persoonlijke omstandigheden mogen er zijn en worden besproken, bijvoorbeeld de noodzaak om thuis bij te springen  en daardoor niet om 9 uur op een stage-adres te kunnen zijn

Het deel van het boek over de gespreksvormen telt meer dan 100 pagina’s. De werkwijzen, die stuk voor stuk  gedetailleerd worden uitgewerkt, vragen een serieuze voorbereiding, training en intervisie.  Het gaat er uiteindelijk om de leerling tot zijn recht te laten komen, en eigenaar  te maken van zijn eigen ontwikkelingsproces.

Wat roept het op?
De vraag waar ik na het lezen van dit boek mee blijf worstelen, is wat de kritische succesfactoren zijn om de persoonsgerichte toekomstplanning succesvol in te voeren. De auteurs geven aan dat je het beste klein kunt beginnen met een groep enthousiastelingen die nieuwsgierig is en nieuwe stappen wil en durft te zetten.

Ik denk dat deze proeftuintjes ook goed gefaciliteerd moeten worden, dat er voor leraren en leerlingen ruimte moet zijn om samenwerkingsrelaties op te bouwen, een ethisch-pedagogisch kader te ontwikkelen, en ervaringen te delen binnen het grotere geheel van de school.

De voorgestelde invoeringsstrategie van de schrijvers bracht me ertoe om nog eens te bladeren in het boek ‘De dans der verandering onder redactie van Peter Senge. Daarin wordt aandacht besteed aan het vraagstuk ‘Hoe gaan we om met de dynamiek tussen ware gelovigen en niet-gelovigen’.(Senge, 2000. P. 287 e.v.) .  

Van belang is dat  de startgroep regelmatig presenteert in het hele team, dat er in het grote geheel ruimte moet zijn voor reflectie op ervaringen binnen proeftuinen, dat de waarden van de organisatie als geheel en van de proeftuinen aan elkaar verbonden blijven. Kortom: verbindend leiderschap is rond dit prachtige initiatief van groot belang.             

Verbindend leiderschap is rond dit prachtige initiatief van groot belang

Conclusie
Het boek Persoonsgerichte toekomstplanning in het onderwijs is een ‘veeleisende must’.  Veeleisend vanwege de enorme informatiedichtheid (300 bladzijden met een kleine regelafstand), en vanwege de veelheid van begrippen en impulsen die op je afkomt, en een ‘must’ omdat het sprake is van een prachtig uitgewerkte onderwijsvisie. Het gaat om een publicatie met een zeldzame combinatie van deskundigheid en bevlogenheid. Het boek ademt een dialogische,  en mensgerichte relatie tussen begeleiders en leerlingen, en neemt de stem van diezelfde leerlingen meer dan serieus in de vormgeving en uitvoering van  toekomstgerichte plannen.

Jan de Bekker was tot zijn pensioen hogeschooldocent bij het Instituut voor Ecologische Pedagogiek, en heeft nu een kleine praktijk voor coaching van schoolleiders en interne begeleiders.

Gelezen: Marijke Welten & Hans Schuman (2025): Persoonsgerichte toekomstplanning in het onderwijs; Over hoorrecht, samenredzaamheid en veerkracht; Uitgeverij Acco, ISBN 9789492398796

 

Reacties

0
Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief