Passend Onderwijs: ‘Ik reageer allergisch op elke vorm van uitsluiting. Komt door mijn oude Oom Gijs.’
22 januari 2015
Bij Jack Provily’s grootouders woonde Oom Gijs in, een broer van oma. Oom Gijs had het Syndroom van Down. Voor de jonge Jack was het een bijzondere man vol eigenaardigheden. Maar bovenal was Oom Gijs’ aanwezigheid volstrekt normaal. Sterker nog, toen Jack merkte dat zijn schoolvriendjes grappen maakten over mensen met een handicap, was hij verbaasd: ‘De aanwezigheid van oom Gijs heeft ervoor gezorgd dat ik niemand uitsluit. Daarom spreekt het idee van Passend Onderwijs me ook zo aan. Maar lukt dat wel in de praktijk?’ Jack Provily biedt een steun in de rug voor de leerkracht die wel wil maar er misschien nog niet klaar voor is.Oom Gijs had het syndroom van Down. Het was de broer van mijn oma en hij woonde na de dood van zijn ouders bij mijn grootouders in. Ik ben opgegroeid met Oom Gijs. Van jongs af aan bracht ik veel tijd bij mijn grootouders door en hij was daar altijd, prominent in zijn eigen stoel met zijn eigen spulletjes. Het was een bijzondere man met zijn eigenaardigheden en nu nog halen we in de familie gewoontes en gezegden van hem aan en denken dan met liefde aan hem terug.
Voor mij was hij een constante factor in mijn jeugd en zijn bestaan heeft bij mij een bepaald mensbeeld ontwikkeld. Ik weet nog goed hoe verbaasd (en gekwetst) ik was toen ik merkte dat vriendjes op de lagere school moesten lachen om mensen met een handicap. Mijn Oom was voor mij zo vanzelfsprekend een onderdeel van mijn leven geworden, dat ik me toen pas realiseerde dat niet iedereen een Oom Gijs had.
De aanwezigheid van Oom Gijs heeft ervoor gezorgd dat ik niemand uitsluit. Iedereen is anders en verschillend, in welke vorm dan ook. Maar iedereen hoort erbij. Geen mens uitgezonderd. In mijn carrière in het onderwijs heeft dat regelmatig gebotst met anderen. Een uitspraak als "Dit kind hoort hier niet" levert bij mij altijd een allergische reactie, verdriet en weerstand op. Had iedereen maar een Oom Gijs gehad! Elk kind hoort hier! Tenzij het kind zelf anders wil. Dat is ook de reden waarom het idee van Passend Onderwijs mij zo aanspreekt. Iedereen hoort erbij en we maken onderwijs dat past bij elk individu. Maar lukt dat wel in de praktijk?
In mijn huidige werk merk ik dat veel leerkrachten het lastig vinden om antwoord te geven op de verschillende onderwijsbehoeften die leerlingen in hun groep hebben. Wat het ene kind nodig heeft, lijkt soms tegengesteld aan wat de ander vraagt. Vaak is er druk om te presteren terwijl men ook aandacht moet hebben voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen.
Als je kijkt naar de aandacht rondom vraagstukken als hoogbegaafdheid en pesten, zie je dat nog niet alle leerkrachten adequaat met deze relatief eenvoudige onderwijsbehoeften om kunnen gaan.
Passend Onderwijs gaat echter over leerlingen met complexe onderwijsbehoeften. Leerkrachten die het lastig vinden om te gaan met de veelheid van onderwijsbehoeften, zullen zeker niet in staat zijn om passend onderwijs te bieden aan leerlingen met complexe onderwijsbehoeften. Hoe gaan we hiermee om in de praktijk?
Op papier is alles geregeld. Beleidsmatig en bestuurlijk is het inmiddels beschreven en in werking gezet. Nieuwe samenwerkingsverbanden zijn gevormd en scholen hebben in een school ondersteuningsprofiel geformuleerd wat ze wel en niet kunnen. Elke leerkracht heeft daarin een stem gehad. Alle ingrediënten voor succes zijn dus aanwezig.
Toch bekruipt mij het gevoel dat een groot deel van de ‘werkvloer' er praktisch gezien nog niet klaar voor is. Misschien wel in het hoofd maar nog niet in het hart en/of handen. Want je moet het willen en je moet het (aan)kunnen.
Is er genoeg aandacht geweest voor de geluiden uit het veld? Voelen leerkrachten het als een bezuinigingsoperatie? Is de trein naar Passend Onderwijs in gang gezet zonder tussenstations? Of is de wens de vader van de gedachte geweest?
Iedereen hoort erbij. Iedereen is zo mooi anders. Ik ben een groot voorstander van passend onderwijs maar ik ben ook pragmatisch. De leerkracht moet het doen. De leerkracht is de spil in onderwijs. De leerkracht is DE allesbepalende factor.
De vraag is nu:
Wil de leerkracht het ook?
En is hij/zij er competent genoeg voor?
Jack Provily
Jack Provily is werkzaam geweest als leerkracht, intern begeleider en directeur in het primair onderwijs. Sinds augustus 2012 is hij onderwijsbegeleider. Zijn website heet Zo Mooi Anders. Dit artikel verscheen eerder in het novembernummer van Kinderwijz. De afbeelding is een promotiefoto van het tv-programma 'Down voor Dummies' met Barry Atsma.
Reacties