Opinie: 'Door de rigide manier van meten, toelaten en afwijzen, ontstaat een sfeer die het onderwijs geen goed doet'
2 mei 2015
Ivo Mijland was afgelopen juli huiverig over Passend Onderwijs en waarschuwde Sander Dekker: 'Wat hij niet in de gaten heeft is dat de wet in de praktijk kan zorgen voor een verslechtering van de positie van kinderen. Scholen zijn bij de toegangspoort huiverig. Alle kinderen een kans geven, heeft namelijk een groot bedrijfsrisico.' Lees hier zijn opinie terug, zoals die deze zomer in de Volkskrant verscheen.Een reclame van nootjesfabrikant Duyvis toonde in de jaren tachtig het controlewerk van de afdeling kwaliteitsgarantie. De nootjes konden in twee categorieën vallen: oké of niet oké. Nootjes die niet oké bevonden werden, raakten hun status kwijt. Ze hoorden er niet meer bij.
Staatssecretaris Sander Dekker lijkt de opperkeurmeester van Duyvis. Hij roept scholen op om alle nootjes oké te vinden. Maar ondertussen schaalt hij de uitvoerende school in op oké of niet oké. Hij noemt het de wet Passend Onderwijs. Wat hij niet in de gaten heeft is dat de wet in de praktijk kan zorgen voor een verslechtering van de positie van kinderen. Scholen zijn bij de toegangspoort huiverig. Alle kinderen een kans geven, heeft namelijk een groot bedrijfsrisico. Kinderen een kans geven in het regulier onderwijs, betekent risico lopen in de kwaliteitspoll van het ministerie.
Rapportcijfer
Sommige scholen geven Passend Onderwijs daarom pas een oprechte kans als ze sterk het vermoeden hebben dat het geen invloed heeft op het rapportcijfer waarmee de staatssecretaris beoordeelt en veroordeelt.
Passend Onderwijs vraagt scholen om een passende onderwijsplek te vinden voor elk kind. Wat mij betreft een geweldig idee. Leerlingen laten samenleven in een omgeving waar anders zijn de norm is. Zo is onderwijs ooit bedoeld. Prima beleid dus. Maar de achterkant klopt niet.
Passend Onderwijs vraagt namelijk om Passend Beleid, waarbij scholen niet veroordeeld worden als ze niet voldoen aan de rapportcijfers van de inspectie. Anders gezegd: zodra je nootjes toelaat in Passend Onderwijs, krijg je de oproep om die nootjes te laten functioneren zoals alle andere nootjes. Je moet van pinda's pecannoten maken. Je moet kinderen die anders zijn veranderen. Je wordt namelijk afgerekend op de exitcijfers.
Staatssecretaris Dekker zegt dat hij de wet gaat controleren: 'Ik kan scholen alleen maar oproepen om te doen wat de Kamer wil.' Spierballentaal (doe wat de Kamer wil!) waarmee hij zegt dat Passend Onderwijs gaat slagen, niet goedschiks dan kwaadschiks. Hij controleert of alle kinderen een kans krijgen, maar vraagt vervolgens aan scholen om andere kinderen hetzelfde te maken. Door de rigide manier van meten, toelaten en afwijzen, ontstaat een sfeer die het onderwijs geen goed doet.
Belang van het kind
In artikel 3 van het 'Verdrag inzake de rechten van het kind' staat dat het belang van het kind voorop moet staan. Het belang van elk kind is dat het ervaart dat het ertoe doet. Elk kind zoekt naar verbinding, naar liefde en naar het gevoel van nut te zijn. Passend Onderwijs geeft scholen een grote kans om daar gebruik van te maken. Kinderen hebben het recht dat anderen ze niet alleen controleert in een kwaliteitstoets 'oké of niet oké'. Kinderen hebben er vooral ook recht op dat anderen nieuwsgierig naar ze zijn. Als het goed gaat, maar vooral ook als het lastig gaat.
We moeten ons niet laten sturen door dreigende geluiden uit de Tweede Kamer, maar door een gezonde ontmoeting tussen kind en volwassene. Passend Onderwijs moet niet gaan over instroomcijfers en controlerapporten, maar over de relationele dialoog met mensen die er toe doen.
Ivo Mijland werkt als trainer voor Ortho Consult en heeft veertien boeken over onderwijs geschreven.
Reacties