Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Nakijken – Aflevering 2: Tegen de stroom in

9 december 2020

Voor de website Sociale Vraagstukken blikt socioloog Thijs Bol elke week terug op de aflevering van Klassen, de  documentairereeks van omroep Human. In aflevering 2 worden de verschillen in Amsterdam-Noord duidelijker. We zien twee nieuwe scholen, beide gelegen aan de oostkant van Noord. Viggo en zijn vriendjes zitten op de Weidevogel, een school net buiten de ring, in landelijk Noord. Op een bankje langs het voetbalveld praten de jongens over hun voorlopige advies: twee van de vier hebben een gemengd havo/vwo-advies gekregen, twee vwo.

In aflevering 2 zien we ook Vera. Die zit in groep 8 op De Vijf Sterren. Ze heeft een voorlopig vmbo-t advies en mag meedoen aan de Profijtklas, extra onderwijs op de woensdagmiddag. Op de Vier Windstreken maakt juf Jolanda zich ondertussen zorgen over Anyssa.

Het contrast tussen De Weidevogel en de andere scholen in de serie is groot. Gedeeltelijk doordat de makers deze verschillen benadrukken. Tegelijkertijd zijn de verschillen tussen de scholen in de serie gewoon enorm groot. Op de Weidevogel stroomt bijna 65 procent van de leerlingen uit naar de havo en het vwo. Op de nabijgelegen De Vijf Sterren is dat net iets meer dan 30 procent.

Ook leerlingen verschillen enorm: op de Weidevogel heeft slechts een half procent van de kinderen een hoog “leerlinggewicht”— extra financiering voor de school wanneer beide ouders maximaal een vmbo-basis opleiding hebben. Op de Vijf Sterren heeft 35 procent van de kinderen een hoog leerlinggewicht.

Schoolsegregatie
Waarom verschilt de populatie leerlingen nou zo tussen scholen die dichtbij elkaar liggen? Dit is het vraagstuk van schoolsegregatie. We spreken van een hoge mate van segregatie als er weinig menging is. Als alle kansrijke kinderen naar de ene school gaan, en alle kansarme kinderen naar de andere. De Onderwijsinspectie schreef dat schoolsegregatie een bedreiging vormt voor kansengelijkheid: vooral hoger opgeleide ouders zonderen zich af. Maar welke mechanismen zitten hierachter?

Willem Boterman en Inge de Wolf laten zien dat in het basisonderwijs woonsegregatie een belangrijke verklaring is: iedereen wil graag dichtbij naar school. Op het moment dat er grote scheidslijnen bestaan tussen rijke en arme buurten zie je dit terug in het onderwijs. Daarnaast zijn de schoolvoorkeuren verschillend: hoogopgeleide ouders kiezen vaker voor scholen met een bijzonder onderwijsconcept (bijv. Jenaplan, Montessori) en letten meer op onderwijskwaliteit.

Ook in het voortgezet onderwijs gaan kinderen uit verschillende sociale milieus gesegregeerd naar school. Woonsegregatie speelt hier een minimale rol, maar Amsterdamse economen laten zien dat verschillen in voorkeur erg belangrijk zijn. Twee kinderen uit dezelfde buurt en met hetzelfde schooladvies maar uit een verschillend sociaal milieu, kiezen een verschillende middelbare school. Waarom? Een studie van sociologe Dieuwke Zwier wijst op sterke leerlingstromen van basisscholen naar de middelbare scholen. Kinderen willen bij hun vriendjes blijven, en kiezen dus dezelfde middelbare school.

Die oriëntatie voor middelbare scholen verschilt weer sterk tussen ouders uit verschillende sociale milieus. In twee tekenende scenes in aflevering 2 zien we dit terug. Op een voorlichting voor groep 8 leerlingen op de Vier Windstreken wordt vooral aandacht besteed aan de middelbare scholen nabij in Amsterdam-Noord. Viggo en zijn ouders, daarentegen, zien we in een andere scène bladeren in een uitgebreide scholengids. Zij bekijken de scholen in heel Amsterdam, en beginnen niet in Noord.

Schoolverschillen
Anderhalf jaar geleden sprak ik na een boekpresentatie een econoom over schoolsegregatie. “Is segregatie nou wel een probleem?”, vroeg hij zich af. Als de kwaliteit van onderwijs overal hetzelfde is, is segregatie misschien niet zó erg. Klassen maakt echter duidelijk dat dat een illusie is.

In aflevering 2 spreekt schoolbestuurder Mirjam Leinders vol lof over de Vier Windstreken: als je hier als kind op school zit, krijg je echt wat extra’s. En onderzoek laat inderdaad zien dat kinderen op sommige scholen meer leren. Docentenkwaliteit en organisatie spelen een grote rol. Niet alle docenten zijn even kundig. Juist voor scholen met een uitdagende groep leerlingen is het vaak lastig goed personeel te vinden. Bovendien vallen de klappen van het lerarentekort het hardst bij die scholen: veel uitval, veel invalkrachten. Wisselingen en een gebrek aan consistentie gaan ten koste van kwaliteit.

“Er is geen kind wat niet wil leren, elk kind wil leren,” zegt Juf Jolanda in aflevering 2 volkomen terecht. Maar door schoolsegregatie krijgen kinderen verschillende mogelijkheden om te leren: sommige kinderen zitten op een school waar een juf zelf een activerend lesprogramma maakt, anderen op een school waar meerdere docenten per jaar de revue passeren. Trouwens, zelfs als het geen effect zou hebben op de leerprestaties is segregatie onwenselijk. Kinderen uit dezelfde stad, uit dezelfde buurt, groeien op in gescheiden werelden. En dat heeft consequenties voor onze samenleving. In mijn herinnering antwoordde ik iets vergelijkbaars op de vraag van de econoom.

Tegen de stroom in
Tijdens één van de mooiste scènes in aflevering 2 zien we Anyssa in het aquarium van Artis vol verwondering kijken naar de vissen. Dromerig volgt ze met haar hand een vis die vrij door het water zwemt, zijn eigen weg gaat. Maar veel vissen verplaatsen zich juist in scholen: ze zwemmen mee met de vissen om hen heen, niet stilstaand bij de route die ze volgen. Ze doen wat er van ze verwacht wordt.

En zo gaat het eigenlijk ook met de schoolkeuze in Amsterdam-Noord. Als scholen vissen verplaatsen de leerlingen zich van hun buurt naar de basisschool, en van de basisschool naar middelbare school. Met de stroom van soortgelijken mee. Kinderen met hoogopgeleide ouders fietsen graag een stukje extra. Kinderen met laagopgeleide ouders gaan naar de basisschool in de buurt. Loskomen van verwachtingen kán—natuurlijk. Maar tegen de stroom in zwemmen is een stuk moeilijker.

Thijs Bol is onderwijssocioloog aan de Universiteit van Amsterdam.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief