Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Justine Hoffman is ook in coronatijd op zoek naar een vonk: ‘We moeten met elkáár energie zoeken, vinden en gebruiken.’

16 oktober 2020

‘Een schoolplan, het is soms zo statisch,’ zegt Justine Hoffman. We kijken omhoog naar het systeemplafond. En we zien elf tegels, artistiek uitgewerkt door haar docenten zelf. Aan elke schildering zit een verhaal vast, gekoppeld aan de waarden en uitgangspunten van de school. ‘Dit bindt dus: samen maken en beleven. En het is een van de 101 dingen die hier gecreëerd zijn en worden,’ zegt ze. Haar uitspraak is metaforisch, maar klinkt na het eerste kwartiertje van ons schoolbezoek aan De Fonkeling in 2020, niet eens meer zo overdreven.

De afspraak met Justine Hoffman was dat we een uur in gesprek gaan. Het zal gaan over de school, over haar leiderschap en (pedagogische) opdracht, over hoe ze het samen op De Fonkeling in Berghem – onder de rook van Oss - met elkaar doen, ook in coronatijd. ‘Hartelijke welkom hier,’ zegt ze, al in de opening van de deur. En voordat we in haar kamer belanden, voor een eerste landing en/of toenadering, heeft ze ons – NIVOZ-collega Rikie van Blijswijk en mezelf - al bij de hand genomen. We maken een korte wandeling door het gebouw.

Een kennismaking met Justine en De Fonkeling is al snel een onderdompeling, zóveel laat ze zien. Het enthousiasme en de energie van alle creaties - en van Justine zelf - spat er af. En, zo merken we, dat werkt aanstekelijk. We zien een grote schoolwand met 99 portretten, fonkelende mensen uit de verre en meest nabije geschiedenis. Van ver weg, tot aan heel dichtbij. ‘De canon van de geschiedenis zie je hier natuurlijk terug, dat vindt het ministerie leuk om te behandelen. Maar er hangen ook andere mensen tussen, uit deze tijd en uit de wereld en omgeving van de kinderen zelf. En we hebben een paar lege spiegels waar ze zelf voor kunnen gaan staan.’

We herkennen George Floyd, Ruud Gullit en Frida Kahlo, maar ontdekken ook de dominee in het dorp of de jonge acteur van Home Alone, over wie inmiddels veel te doen is. In beeld en tekst. ‘En dan voeren we het gesprek met kinderen waarom ze zo’n jongen er toch bij willen hebben?’ Als we even later een spreekruimte binnenlopen, zien we grote, ingelijste vakantiefoto’s, van exotische bestemmingen. ‘Elke leraar kan hier iets ophangen, met zijn eigen persoonlijke tekstje erbij.’ Ook de bomen en planten in de ruimte zijn meer dan decoratie, en bij de voordeur hangen… lachspiegels. ‘Goed voor de innerlijke mens en alles om de school aantrekkelijk te laten zijn,’ zegt Justine. ‘Je moet honger krijgen om te leren, of je nou op het toilet zit of door de gang loopt.’

Goed voor de innerlijke mens en alles om de school aantrekkelijk te laten zijn. Je moet honger krijgen om te leren als je hier binnen bent, of je nou op het toilet zit of door de gang loopt.’'

Justine geeft De Fonkeling – met bijna duizend leerlingen, in twee gebouwen over twee stromingen (type onderwijs) verdeeld - smoel, zoveel is duidelijk. ‘Het meest vervelende van een nieuwe leidinggevende is dat hij of zij zijn eigen trucje neerlegt,’ zegt ze in de loop van het gesprek. Duidelijk is dat ze met haar energie en aanwezigheid – en haar Amsterdamse tongval - op haar eigen Brabantse school mensen in beweging brengt. ‘Ja, ik blijf wel een mens. En ik weet, het is gevaarlijk om mij los te laten. Ik heb een energie die is soms echt afschuwelijk. Het woord ‘nee’ bestaat niet. Ik denk altijd in kansen, terwijl ik ook een club mensen moet meenemen.’

Hier op De Fonkeling ziet ze het als haar taak om de club vooral de club te laten zijn. ‘We moeten met elkáár energie zoeken, vinden en gebruiken,’ zo geeft ze iets van zichzelf en haar visie prijs. ‘Ik zeg je: ik heb niet de behoefte om eigen stempel te drukken. Ik heb altijd de verbinding gezocht en ik doe dat door te vragen waarom mensen doen wat ze doen. Dus ook, wat vind jij ervan? Ik kom uit het bedrijfsleven en dan kijk je soms wat anders tegen zaken aan. Wat meer marketing gericht. En onderwijs en marketing, dat kan vaak niet zo samen, zo wordt vaak gedacht. Ik denk daar anders over. Maar ook ik heb tegengas nodig. Als mens. Thuis en op het werk. Ik bepaal het niet alleen. Ik coördineer, ik coach.’

En onderwijs en marketing, dat kan vaak niet zo samen, zo wordt vaak gedacht. Ik denk daar anders over. Maar ook ik heb tegengas nodig. Als mens.''

     

Justine Hoffman belandde vanuit een studie orthopedagogiek al vrij snel in leidinggevende meer verantwoordelijke functies in het onderwijs. Maar tegelijk werd duidelijk dat de muren van de school in die levensfase ook beklemmend waren. Vanaf 2005 begon ze een reis, in binnen- en buitenland, eerst als educatief adviseur bij Heutink en later ook als salesmanager voor Zwijssen, een educatieve uitgeverij waarin producten en leermiddelen verkocht werden. Een dynamisch, vol en plezierig leven. Maar ook een leven waarin ze zichzelf regelmatig de fundamentele vragen stelde en spiegels liet voorhouden. ‘Krijg ik hier nog energie van? Doe ik nog wel wat ik wil doen? Is er een wij? En voel ik een opdracht?’

In 2017 wilde ze zichzelf bewust even twee jaar stilzetten, ontdektijd noemde ze het. Maar nadat ze de binnenkant van de meterkast had geschilderd en alle steentjes op het tuinpad had gewassen, ‘ik werd helemaal gek’ - besloot ze na veertien jaar weer terug te keren in de onderwijspraktijk, toch ook een nieuw avontuur. ’Ik zag die vacature en ben hier gaan praten. En Edith (van Montfort, collega bestuurder van SAAM*, red.) wist: dit is goed. Ik twijfelde heel erg, want dit is nog steeds een kleine wereld voor mij. Ik was gewend door het hele land te cruisen. Nu rij ik elke dag naar Berghem en moet dus mijn eigen uitdaging zoeken en creëren. Ook in de school zelf. Dat lukt. Kijk, je moet geïnspireerd blijven. Waardoor je – als je hier bent - honger hebt en echt wil leren.  Ja, dat vind ik heel belangrijk. Dat ben ik.’

Haar opdracht is mensen met elkaar verbinden, zo verwoordt Justine het zelf. Als ceremonieel spreker op zowel trieste als vrolijke gebeurtenissen (Mooi en waardig) heeft die missie ook concrete betekenis gekregen. Haar mensenkennis wordt steeds breder. ‘Iemand die vertelt mij over zijn ervaringen en dan ben ik de stem van de ander. En ik trouw mensen en vraag ze dan natuurlijk ook tevoren waarom ze voor elkaar hebben gekozen. Het is fascinerend om te luisteren naar de verhalen van mensen, te horen van hun keuzes. En wat we elkaar beloven. En ik ben dan zo’n iemand die ze vijf jaar later ook weer opbelt. Om te horen hoe het nu is. Of er wat veranderd is. Kun je elkaar nog vinden, uitdagen of inspireren? Of…’

Ze probeert werelden bijeen te brengen, in verschillen te verbinden. Bij De Fonkeling bestaan twee vormen van onderwijs, van meer traditioneel in de eerste stroming (gebouw 1), naar meer vernieuwend onderwijs in de tweede stroming (gebouw 2). ‘Maar het is één school,’ benadrukt Justine. Mede daardoor ligt het gesprek over onderwijs en onderwijskwaliteit, kansen voor kinderen en de stem van kinderen, elke dag op tafel. ‘Zonder bewijs dat de ene wereld beter is dan de andere krijg je de kans om van elkaar te leren. Een goede samenwerking is relevant.’

Zonder bewijs dat de ene wereld beter is dan de andere krijg je de kans om van elkaar te leren. Een goede samenwerking is relevant.’'

En daar zijn ze bij De Fonkeling mee aan de slag gegaan. Zowel daar als hier gebeuren mooie dingen, vertelt ze. Terwijl het bij haar aantreden nog bijna twee kampen waren. ‘De samenwerking kon niet als kracht worden gezien. Ik heb zelf geen voorkeur, maar maak er wel iets moois van als je iets doet, zeg ik wel eens. Kijk, ik kom zelf bij vriendinnen over de vloer die niet het huisinterieur hebben wat ik in mijn huis heb staan. Maar als het klopt, voel je je er fijn. En dat is toch geweldig?! Dat gevoel wil je hebben als je ergens binnenkomt. Daar hebben we hard aan gewerkt. En nu lopen we naar elkaar toe om elkaar te ontmoeten. Daar iets goed, hier iets goeds, en dan heb je het gesprek.’

Het is de dialoog die ze wenst – al dan niet rondom pedagogisch-didactische vragen. Ze beseft dat ze door wie ze is vaak zelf het vuur doet ontbranden. En dat er voor iedereen lessen te leren zijn. Zo zegt ze een beter beeld te hebben gekregen van inclusief en passend onderwijs. ‘Dat was in de commerciële functie heel ver weg, Ik heb zelf een heel gelukkig kind waardoor ik er minder mee in aanraking ben geweest. In een zakelijke wereld werk je naar een target toe. Hoe kan ik dat bereiken? Maar in deze wereld is dat anders. Hier gaat het om het goede gesprek. Zien we hoe bv ook ouders ons kunnen helpen het kind verder te brengen?’

Bij de selectie aan de poort – bij een intake – wordt daar soms te weinig mee gedaan, vindt ze.  Of komt niet alles op tafel te liggen. ‘Ik heb soms het gevoel: die gebruiksaanwijzing van dat kind, hebben we dat ergens gemist? Hebben we het gevraagd aan de ouders? Of hebben we dit kind aangenomen, terwijl we het eigenlijk niet verder kunnen brengen? Ik ben de eerste die zegt dat ik niet de leerkracht voor de groep heb staan, die het niet aankan. Is het dus pech of is het in dit geval onmacht? Ervan uitgaande dat met het kind niets mis is.’

Ik heb soms het gevoel: die gebruiksaanwijzing van dat kind, hebben we dat ergens gemist? Hebben we het gevraagd aan de ouders?''

   
 

Als schoolleider probeert ze ouders en school, collega’s onderling, dichter bij elkaar te brengen. Door zich uit te spreken en de ander in zijn eigenheid en uitspraken te respecteren. Maar dat lukt zeker niet altijd, bekent ze. Neem het voedingsbeleid op school. ‘Dit is een nieuwe wijk, met koopwoningen en tweeverdieners. Bij verjaardagen van kinderen worden er soms uitgebreide traktaties gebracht. Daar zeg je dus wat van. Maar dan kom ik aan een thuissituatie die heel gevoelig ligt. Dat is lastig. Maar ik voel ook een maatschappelijke taak. Doe wat je privé wilt met voeding, maar op school heb je met anderen te maken. Dus nee, ik heb hier zeker geen fanclub mee opgericht.’

Met klankborden aan beide kanten van het schoolplein, in zowel eerste en tweede stroming, een actieve overkoepelende leerlingenraad en de vele terloopse gesprekken die ze voert, is die gespreksruimte heilig. En is er misschien ook veel meer mogelijk. Zowel voor de leerlingen als voor de leraren. ‘Het leerproces is heel interessant. De manier van leren hoeft wat mij betreft ook niet in dit schoolgebouw te zijn. Ik loop nog wel eens een klas binnen, dan vraag ik of ze er zin in hebben. Misschien kunnen we je dan toch beter even laten gaan? De kwaliteit van onderwijs gaat niet over of het stil is in de klas, maar wat brengt jou hier. Dat is het meest inspirerende om naar boven te halen. Daarom wil ik dat iedereen vol energie die drempel overstapt. En zegt: ik heb zin om vandaag dát te doen of dít te brengen. En dan hangen we aan elkaars lippen.’

En, zo gaat ze enthousiast verder: ‘Mijn ideaalbeeld is dat een kind mag kiezen of-ie naar school komt, maar ook dat een kind mag zeggen: ik wil vandaag bij jou aansluiten, want jij kan dat vak zo boeiend vertellen. Dus ook tegen die ander zeggen: sorry, jij haalt er altijd zoveel bij, ik ga even voor die leraar. Dan komt namelijk ieder mens weer als talent op zich in beeld. Dan liggen je tekortkomingen wat minder onder de loep. En dat gesprek over onderwijs, over de verbinding, over de kwaliteit van jezelf, maar ook dat van een kind - wat brengt je tot wie je bent of wat je doet? - dat vind ik geweldig.’

Dat gesprek over onderwijs, over de verbinding, over de kwaliteit van jezelf, maar ook dat van een kind - wat brengt je tot wie je bent of wat je doet? - dat vind ik geweldig.''

De Fonkeling beweegt zich langzaam maar zeker naar die open schoolcultuur, zo ziet de schooldirecteur zelf. Leerlingen, docenten en ouders willen van elkaar horen en leren, en iedereen elkaars inzichten blijven bevragen en onderzoeken. Een lerende organisatie dus, precies zoals SAAM* - de bestuursorganisatie waaronder De Fonkeling met nog 25 scholen valt – voorstaat. Naast haar directeurschap doet ze ook de centrale inkoop voor alle scholen, vertrouwd als ze is met de materie. En ze is trots. ‘Ik ben misschien een beetje toevallig op deze school neergezet, maar heb intussen echt SAAM-bloed door mijn aderen lopen,’ zegt ze. En de Ten principles van the Essential Schools vertaald naar SAAM-principes bieden dan een prachtige oriëntatie. ‘Ik gun het elk kind. Ik gun ze samenwerking, talenten delen, halen en brengen, elkaar inspireren. Al zie ik ook dat nog niet iedereen de tijd en energie heeft om er ten volle in te stappen.’

We lopen aan het einde van het gesprek nog even naar de andere kant, naar het gebouw van de tweede stroming dat amper een jaar na de oprichting (2006) van De Fonkeling stond. Onderweg komen we langs de wasstraat, een aantal waterkranen met een paal met desinfecteerflesjes, buiten voor de deur. ‘Die zag ik op marktplaats staan, nog voordat er officiële maatregelen waren afgekondigd en twee dagen later stonden ze hier.’ En bij binnenkomst aan ‘de overkant’ – een gebouw met twee verdiepingen - valt direct de levendigheid en de slurf van een grote glijbaan op. ‘Zoals in een zwembad en daar gaan kinderen en leraren doorheen. Prachtig toch?!

De lokalen of ruimtes zijn voorzien van allerlei namen met kristallen (Robijn, Loliet, Diamant, etc...) en de specifieke werking ervan, de trap is voorzien van cijfers en rekensommen en in de glijbaan vinden we eindeloze belettering waardoor de creatieve taalgeest ook weer geprikkeld wordt. Ook hier blijf je kijken en word je als bezoeker uitgenodigd. Niet veel later zie ik mezelf naar beneden glijden, whoeeesh! Waar Justine me weer opwacht. We zijn anderhalf uur verder. En nog lang niet uitgesproken. Maar de volgende afspraak wordt aangekondigd, de tijd dringt en het  gesprek nadert zijn einde.

   

‘Timemanagement,’ zegt ze, als we haar hebben gevraagd naar de kwaliteit die ze uit het bedrijfsleven de onderwijswereld toewenst. Een droog antwoord, weet ze. Maar in de toelichting gaat ze een laagje dieper. Het gaat dan ook over denken in mogelijkheden, hoe kan ik het creëren? Vragen naar de prioriteiten (om te veranderen) en vragen naar belemmeringen en te helpen om naar kansen te kijken. ‘Tijd is vaak vervelend. Maar tijd voor iets maken als je iets graag wil en als we er met elkaar ook iets aan hebben, dat levert heel veel (tijd) op. Een van mijn leraren is genomineerd als Leraar van het jaar. Ik hoop dat hij de kracht heeft om te vertellen wat hem drijft om dat vak echt uit te dragen. Als je hier bent om jouw hypotheek af te betalen, waarom sta je hier dan nog? Dat vraag ik overigens ook aan collega’s in een commerciële functie.’

Tijd is vaak vervelend. Maar tijd voor iets maken als je iets graag wil en als we er met elkaar ook iets aan hebben, dat levert heel veel (tijd) op.''

Onderwijs in coronatijd, tot slot. ‘Met bestuurder Edith van Monfort maakten we eerder op de ochtend – op een andere school van SAAM* - een podcast over de lessen die er Saam-breed zijn geleerd. En het is misschien niet toevallig dat het onderwerp bij Justine niet meteen op tafel komt, ras-optimist als ze is. ‘Ik ken veel emotie, maar ben als mens niet zo bang aangelegd,’ vertelt ze. ‘Ergens is er zo’n oerkracht in me, dus denk ik: dat gaan we fiksen met elkaar. Maar corona brengt ook wel de mens achter de leraar met zich mee. Dus het hoeft niet alleen angst te zijn om je vak uit te oefenen, maar kan ook angst zijn voor je familie. En die wereld komt wel heel erg dichtbij in de coronatijd. Het gaat over onze kwetsbaarheid als mens.’

De Fonkeling was binnen SAAM* een van de crisislocaties waar opvang plaatsvond. Nu de tweede golf zich heeft aangediend en we opnieuw – net als in het voorjaar – met maatregelen worden geconfronteerd, weet Justine Hoffman een ding zeker. ‘Als morgen alles platgaat, dan gaat De Fonkeling niet plat. Niet in concept, niet in het leren. Ik ben heel trots dat er binnen mijn team een soort oergevoel is van ik wil werken, ik wil leraar kunnen zijn, ik wil functioneren en die band hebben met die kinderen. Organisatorisch zullen we wel wat moeten doen met elkaar, natuurlijk. Maar het gaat om dat kind, hoe leer je hem met deze tweede golf om te gaan? Dat zie ik als mijn missie.’

Als morgen alles platgaat, dan gaat De Fonkeling niet plat. Niet in concept, niet in het leren.''

En zo heeft ze gemerkt, juist doordat je in deze werkelijkheid overal ‘aan’ staat, krijgt het leren ook een enorme versnelling. ‘Dus, hoe erg ik het ook vind, de voorbije maanden hebben ons ook zoveel gebracht. Door jezelf en anderen vaker te bevragen wat je aan het doen bent. We zijn ook echt al heel lang bezig om die tweede golf voor te bereiden. Hebben we een scenario bij een lock down? Wat kan er wel of niet? Zo zijn we ons jaar aan het inplannen. We kijken welke vakken we gemakkelijker op afstand kunnen geven en wat we kunnen schrappen? Of hoe kan je dat doel wel op een andere manier behalen? Het zijn kansen, maar ook de afbakening blijft belangrijk. Als leidinggevende merk ik, moet ik wel een soort bescherming bieden. Dus het is geweldig dat we online contact met kinderen. Maar het is soms ook duidelijk: tot hier. Is het nog oké als een kind je om acht uur nog nodig heeft? Dat is een mooi vraagstuk.’

Vanaf november 2021 is Justine Hoffman geen schoolleider meer. En teruggekeerd in een rol als inkoopmanager. Ze is wel toegetreden tot de Raad van Toezicht bij Eenbes basisscholen.


Rob van der Poel is sinds 2011 verbonden aan NIVOZ. Met verhalen en podcasts brengt hij pedagogische thema's en onderwerpen voor het voetlicht, ter inspiratie, legitmatie en verbinding. Rob richt zijn aandacht (en eigen onderzoek) bij voorkeur op mensen, praktijk en bronnen waarin de kunsten zijn geïntegreerd in het alledaagse handelen, dus ook in onderwijs. Muzisch onderzoek, spel en embodiement zijn pijlers waarop hij zijn leven ontwikkelt en vorm geeft.

 

Reacties

2
Login of vul uw e-mailadres in.


Anoniem
4 jaar en 2 maanden geleden

Helaas heeft dit mooie verhaal ook een keerzijde. Het dorp is uit elkaar gerukt, de afstand tot de school is nog nooit zo groot geweest. Na vele jaren hulp te hebben geboden aan de Fonkeling is de band weg, zijn de peilers gebroken. Het gebouw is prachtig, maar de ziel is eruit. Zijn er mensen tot op het bot geraakt en hebben het schip verlaten. Autonomie en eigenaarschap voor de leraar is een belangrijk goed. Persoonlijk leed is onopgemerkt gebleven. Deze ‘mooie’ woorden uit het artikel worden helaas niet door iedereen gevoeld, zeker niet door ondergetekende. Als één niet gelukkig is, is niemand gelukkig....de woorden van meester Kanamori leven in Berghem een eigen leven. Getekend Anoniem, omdat het helaas niet anders kan.

Login of vul uw e-mailadres in.



Rikie van Blijswijk
4 jaar en 2 maanden geleden

Beste……
Uiteraard kan ik mij voorstellen dat er mensen zijn, zoals u, die niet delen wat in het artikel is verwoord. Contact is mogelijk als u uit de anonimiteit wilt stappen, want dit platform deelt nooit anonieme berichten en gaat niet met een onbekende in gesprek. Daar wil ik mij nu ook graag aan houden

Met vriendelijke groeten,
Rikie van Blijswijk, medeauteur
[email protected]

Login of vul uw e-mailadres in.


Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief