Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

'Zeven principes voor goed onderwijs' als intentieverklaring voor praktijk

3 november 2014

Prof. dr. Luc Stevens  bezocht in 2004 enkele scholen in New York en Boston, behorend tot de Coalition of Essential Schools (CES). Niet het curriculum, maar Ten Common Principles vormden het uitgangspunt van leren en leven op deze scholen. De centrale vragen, voor kinderen én schoolteam: waar werk ik naar toe? Wat is relevant? Deze Principles zijn een inspiratiebron voor zeven 'vertrekpunten voor goed onderwijs', zoals stichting NIVOZ ze in 2010 heeft geformuleerd. Zeven oriëntaties die nog steeds helpend zijn bij de vertaling naar de praktijk.  

In dit artikel vertelt Stevens - founding father van NIVOZ - over de ontstaansgeschiedenis, de overeenkomsten en de betekenis van de zeven leidende principes. 'Onze grondtoon komt overeen met die van de Essential Schools: het is een emancipatoire grondtoon. Het is een tegengif tegen de toenemende fragmentatie in de samenleving, tegen de systemen waarin we een kind van vijf al langs meetlatten van succes en falen leggen. Het is de toon van menselijke waardigheid - als individu en als groep.'

CES

Leraren op huidige scholen van de Coalition of Essential Schools  - vaak in achterstandswijken gelegen - hadden het belang van onderwijs altijd wel ingezien. Ze zijn niet voor niets leraar geworden en het schoolgebouw vormt voor veel van hun kinderen de enige safe haven. Maar zo’n 25 jaar eerder raakten ze zo doordrongen van dat laatste gegeven, dat ze tot een ingrijpende koerswijziging overgingen. Met oud-kleuterleidster Deborah Meier voorop, geholpen door onderwijshoogleraar Ted Sizer (1932-2009), zagen ze dat een goede, alomvattende educatie zo ongeveer de enige kans was om te ontsnappen uit de vicieuze cirkel van sociaal-maatschappelijke nood, die de wijken in zijn greep had.

School was voor veel kinderen een plek om tot zichzelf te komen, voor even weg van de stress op straat en thuis. Maar de ambitie van Sizer en Meier reikte verder. Het lukte ze om de leerlingen zo aan te spreken dat die vertrouwen kregen in de school, in de waarde van onderwijs, in wat hun leraren voor hen wilden en - niet het minst belangrijk - in zichzelf. De schoolgemeenschap die zo tot stand kwam, bestond bij de gratie van gemeenschapszin, gelijkwaardigheid, gedeelde verantwoordelijkheid en zelfemancipatie. Zo werden de scholen ‘essentiële scholen’ en ontstond er gaandeweg een verband van scholen dat zich de Coalition of Essential schools noemt.

In één team of binnen een klein clubje van scholen is het niet zo ingewikkeld om je visie vast te houden. Maar wat maakt een coalitie een coalitie? Hoe waarborg je een zekere gemeenschappelijkheid, hoe leg je kwaliteitsnormen aan om – zeker de minder meetbare – waarden als relatie, sfeer en inzet te garanderen? Daartoe stelde de groep gemeenschappelijke principes op: tien Common Principles, die op elke school op eigen wijze gestalte mochten krijgen.

Goed onderwijs als actieve morele plicht: waar werk ik naartoe?
Stevens trof tijdens zijn bezoek scholen waar die principes tot in de diepste vezels geleefd werden. Het beperkte zich niet tot een A4’tje op een hoek van het prikbord van de lerarenkamer, maar de principes hingen door de hele school, om iedereen er telkens weer aan te herinneren. Ze maakten niet alleen onderdeel uit van het promotiepraatje van de schoolleider, maar de principes werden belichaamd in de kinderen zelf.

In de lokalen en op de gangen waren kinderen hard aan het werk, in een sfeer van grote ernst. Niet dat er niet gelachen werd, maar iedereen was er bezig. De schoolleiders nodigden hun Nederlandse gasten uit vooral ook het gesprek met de leerlingen aan te gaan. Een van de kinderen die Stevens het meest bijbleef, was een jongen die verscheidene tanden miste, maar uit wiens woorden heel duidelijk, heel urgent bleek waarom hij graag op school kwam en hoe hij zich wilde voorbereiden op het abstracte ‘later’.

Niet het curriculum, maar de principes vormen nadrukkelijk het uitgangspunt van leren en leven op Essential Schools. Jaarlijks wordt het curriculum geëvalueerd en opnieuw opgebouwd. Met als centrale vragen voor kinderen én het team: waar werk ik naar toe? Wat is relevant? What’s worth fighting for? Dergelijke vragen boren meteen de diepte in, naar het waarom van onderwijs. Ze laten zien hoe de Essential Schools hun missie zien: goed onderwijs wordt er gevoeld en gedragen als een actieve, morele plicht.

Goed onderwijs gaat om de juiste vragen: bij alles wat ze horen, lezen, zien, worden de leerlingen gevraagd na te denken: hoe weet je wat je weet? Wie is degene die hier spreekt? Welke patronen en verbanden herken je? Waarom doet dit ertoe? Deze vragen - uit de Habits of mind [2] - laten zien hoe het emancipatoire streven van de Essential Schools concreet uitpakt: kinderen worden gestimuleerd om zowel kritische, onafhankelijke denkers als leden van hun samenleving te worden.

principlesEen gemeenschappelijke grondtoon

Stevens vergat zijn indrukken en de woorden van de kinderen niet, in de eerste bouwjaren van NIVOZ, in de stichtingsvorm waarin hij zijn missie na zijn emeritus-status wenste voort te zetten. En het zal niet als een verrassing komen dat de Common Principles een inspiratiebron vormden toen in 2009 begonnen werd om het online platform ‘hetkind’ op te tuigen en de gemeenschappelijke principes te formuleren waarin de leden van deze community - de leraren, de schoolleiders, de ouders en andere onderwijsbetrokkenen - zichzelf zouden herkennen en elkaar konden vinden.

Toch begonnen de ‘principes voor goed onderwijs’ van NIVOZ ook al snel af te wijken van hun Amerikaanse voorbeeld. Om twee redenen. Ten eerste omdat de Common Principles een invulling hebben die veel dichter bij de directe onderwijspraktijk komt. Voor de Essential Schools vormen hun principes een koerswijzer, een concrete gedachte en richting voor het handelen.

Richting van denken, een waardenoriëntatie
Voor NIVOZ geldt dat wij vertrekpunten, algemene beginselen benoemen die meer een ‘richting van denken’ zijn en aldus het fundament vormen van een goede veelvormige onderwijspraktijk. We streven er niet naar om scholen zelf ‘in te richten’. Onze zeven principes zijn een waardenoriëntatie waaraan op veel manieren invulling gegeven kan worden. Dat eerste verschil heeft deels ook te maken met het tweede verschilpunt. De ‘sfeer van ernst’ van de scholen in New York en Boston was terug te voeren op een cultureel veel diepere gevoelde noodzaak in Amerika dat je je zult moeten inspannen om ergens te komen – een sense of urgency. Waar wij in West-Europa gewend geraakt zijn aan een sterk sociaal vangnet en een zorgcultuur, vangt in de Verenigde Staten niemand je op: leerlingen uit achterstandssituaties moeten extra hard werken om voor een studiebeurs voor vervolgonderwijs in aanmerking te komen.

Urgentie
Wil dat zeggen dat wij geen urgency hebben? Het mag zo zijn dat we sinds de Tweede Wereldoorlog veel minder existentiële nood zijn gaan voelen en dat in veel voorzien werd door onze overheid, maar de grote onrust in de huidige crisis wijst in de richting dat onze overlevingskansen misschien toch niet meer zo groot zijn als we dachten. Precies daarom meende Stevens en zijn mede-initiatiefnemers dat hetkind - als platform - veel meer zou kunnen zijn dan een fenomeen in de marge, voor welwillende, kritische ouders en een groep gemotiveerde leraren. En dat hetkind zeker een wezenlijke bijdrage kan leveren aan de waardigheid van kinderen en de ontwikkeling van gezamenlijke toekomst.

Onze grondtoon komt daarmee overeen met die van de Essential Schools: het is een emancipatoire grondtoon. Het is een tegengif tegen de toenemende fragmentatie in de samenleving, tegen de systemen waarin we een kind van vijf al langs meetlatten van succes en falen leggen. Onze grondtoon is er één van menselijke waardigheid - als individu en als groep.

Geen handleiding, maar 'actief respect' belichaamd
Aandacht voor menselijke waardigheid is een groot goed dat historisch niet vanzelf tot stand gekomen is en altijd onderhoud blijft vergen: het is een verworvenheid uit onze Europese cultuur, iets dat doorklinkt in de bijbelse wijsheid dat je je naasten moet behandelen zoals je zelf behandeld wilt worden.

Het is ook iets dat diepgeworteld is in onze humanistische traditie. Al zeker sinds het vroege humanisme [3] van Erasmus, Montaigne en Shakespeare wordt de menselijke conditie doortastend beschreven en beleefd. Ook al doordat deze denkers óók het menselijk tekort zagen en daar met mildheid over schreven. En anders dan in Amerika is ‘hogerop komen’ in Europa altijd minder iets geweest van een economische zelfontplooiing, dan een emancipatie waarbij scholing en vorming een cruciale rol speelden.

De Europese humanistische traditie is verder gegaan. Met als een van onze grootste inspirators de kinderarts, opvoeder en schrijver Janusz Korczak (1878-1942). Ook Korczak was bij uitstek iemand die vanuit waarden werkte en niet wilde voorschrijven hoe men die zou moeten uitdragen. Hij schreef geen theorie of handleiding voor het pedagogisch handelen, maar belichaamde het idee van ‘actief respect’ voor kinderen in al zijn denken en doen. Dat respect was een gevolg van zijn opvatting dat een kind vanaf de geboorte een ‘volwaardig’ mens is. Niet ‘onaf’, maar ‘af en absoluut’. Actief respect betekende voor Korczak een vanzelfsprekende gelijkwaardigheid en solidariteit tussen volwassenen en kinderen en een vertrouwen in het eigen kunnen, durven en willen van kinderen.

Korczak predikte het geloof in menselijke waardigheid, het inherente recht om gewaardeerd te worden, en integreerde dit principe in zijn dagelijks handelen. Toch blijkt uit zijn nagelaten dagboeken dat hij ook twijfelde en teleurgesteld kon zijn in zijn eigen handelen. Daarin laat hij zijn menselijkheid zien, dat er geen vaste receptuur gegeven kan worden die iedereen of iedere school past. Er is vanuit de literatuur die Korczak achterlaat geen eenduidige ‘Korczak-school’ op te richten, zoals er wel Montessori-scholen bestaan. De omgang met kinderen vraagt op elk moment en bij ieder kind weer iets unieks.

De zeven principes als intentieverklaring
De leidende principes zoals die voor hetkind zijn opgesteld, vormen een intentieverklaring en geven ons antwoord op de vraag: welke kernwaarden vormen de basis voor humaan en emancipatoir onderwijs? Anders gesteld: welke uitgangspunten leiden tot gelijkwaardig en menselijk onderwijs? Hoe geef je een mens een volwaardige plaats in de samenleving? Kortom: wat ligt aan de basis van goed onderwijs?

De reden dat wij onze principes waardeoriëntaties noemen, heeft te maken met de wijze waarop het aan mensen appelleert. Wij geven bewust geen handvatten voor hoe je een bepaalde waarde uit kan dragen, omdat we scholen hierin zelf aan bod willen laten komen. Hiermee proberen we weg te blijven van modegrillen en de verantwoordelijkheid bij iedere school te laten. Het kenmerk van een waarde is dat je die wel kunt beïnvloeden, maar dat je er niet over kunt beschikken. Over een norm kun je beschikken (“pet af, boek open”), maar waarden worden niet door één persoon bepaald. Je kunt wel om respect vragen, maar het niet afdwingen. Je kunt wel kinderen proberen gelukkig te maken, maar het resultaat ligt niet alleen in jouw handen.

NIVOZ is vanuit academische traditie gestart, maar leidt via hetkind vanzelfsprekend naar de praktijk en de noodzaak om onwaardigheid of onwaarachtigheid terug te dringen. Dáár zit wat ons betreft de urgentie. In de fragmentatie, de uitval, de desinteresse. Concreter: in buitensluiten, pesterijen, eenzaamheid. Dit is eerder gevangen in de term ‘ontkoppeling’.

De gevolgen van ‘ontkoppelingen’ manifesteren zich soms pas na of buiten de schoolperiode, waardoor het zichtbare of urgente ervan niet wordt onderkend. Maar opvoeding en onderwijs zijn één werkelijkheid. Daarom proberen wij met deze zeven principes een brug te slaan naar de hele ontwikkeling van het kind. Als we de rechten van het kind willen respecteren en de ontkoppelingen willen tegengaan, is verbondenheid - inclusie - het antwoord. Uit de erkenning dat wij allemaal met elkaar verbonden zijn, volgt vanzelfsprekend dat wij niemand kunnen laten vallen. Dat we iedereen nodig hebben. Dat we voor ieder mens respect betonen. Actief respect. Want verbondenheid is het anker van ons schip.

Dit verhaal van Geert Bors is eerder verschenen in het Jaarboek 2014 - waardevolle verhalen voor goed onderwijs. Er is nog altijd een poster te bestellen (zie boven) waarop de zeven leidende principes zichtbaar zijn gemaakt, handig voor in het klaslokaal of op uw school. Neem daarvoor contact op met [email protected] voor aantallen en kosten.

Animatie van zeven leidende principes


 

Reis naar Essential Schools

Rikie van Blijswijk - tevens verbonden aan NIVOZ - organiseert jaarlijks een bezoek aan enkele Essental Schools in Boston en New York. Een groot aantal mensen van NIVOZ en erbuiten hebben deze reis gemaakt en zijn geïnspireerd en 'voorgoed veranderd' teruggekomen. Voor meer informatie: [email protected] en www.deleerschool.nl

Noten


[1] Uitgebreide informatie over The Coalition of Essential Schools, de stichters en de Common Principles kun je vinden in het boek ‘The Essential Schools in de VS: Scholen die je leren wie je bent (2014) - Rikie van Blijswijk. en op www.essentialschools.org/‎. Op platform hetkind publiceerde Rikie en anderen  een groot aantal artikelen. Zie deze link.

[2] Deze concrete vragen voor je leerlingen maken deel uit van de vijf ‘habits of mind’, die Deborah Meier formuleerde voor haar Mission Hill school. Later is deze set uitgebreid met ‘habits of heart’. Het gaat niet zozeer om denkgereedschappen, maar ze beschrijven grondhoudingen die nodig zijn om tot kritisch en empathisch leren te komen. In zijn boek Horace’s school (1992) gebruikt Ted Sizer een nog uitgebreidere lijst van ‘habits’.

[3] Luc Stevens duidt hier op de beweging in wetenschap, literatuur en filosofie die opkwam vanaf de veertiende eeuw: het Renaissance-denken dat zich afzette tegen het Middeleeuwse kerkelijke verklaringsmodel en, in plaats daarvan, de mens centraal stelde. Het humanisme vertrouwt op het vermogen van de mens zelf om zin te geven aan zijn leven. Menselijke waardigheid, mondigheid, tolerantie en verantwoordelijkheid werden kernbegrippen.

 

 

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief