Johann Friedrich Herbart: 'Hoe filosofie, psychologie en pedagogiek verbonden worden'
4 januari 2018
In de 'Pedagogische Canon’ vindt u een serie portretten van onderwijswetenschappers en -denkers, uit heden en verleden. Hun werk is van betekenis voor een beter verstaan van goede onderwijspraktijk. Via kernbegrippen, definities en eerder gepubliceerd werk trachten we de essentie te vatten. In deze aflevering Johann Friedrich Herbart, een Duits filosoof die als eerste - aan het begin van de negentiende eeuw - een theoretische basis legt voor de pedagogische wetenschappen. Hij verbindt filosofie, psychologie en pedagogiek.
Johann Friedrich Herbart (1776-1841) is een Duitse pedagoog en filosoof. Vanaf zijn 24e jaar is hij hoogleraar op verschillende universiteiten in Duitland. Hij is de eerste pedagoog die een theoretische basis legt voor de pedagogische wetenschappen. Hij verbindt filosofie, psychologie en pedagogiek. Pedagogiek wordt opgevat als een zelfstandige discipline en andere deeldisciplines. Voor het eerst in de geschiedenis van de pedagogiek wordt omschreven hoe de normatieve of ethische opvatting met gegevens uit de ervaringswetenschappen als kinder- en leerpsychologie en kindergeneeskunde verbonden kan worden. Herbart legt enerzijds het accent op de zelfactiviteit van de leerling om tot goede, individuele gewetensvorming te komen, anderzijds ontwikkelt hij een op de voorstellingspsychologie gebaseerde leermethode. Dat laatste wordt in de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw door de zogenaamde Herbartianen nogal eenzijdig in het onderwijs overgenomen en leidt , door Herbart onbedoeld, tot hoofdzakelijk nogal voor de leerlingen passief en klassikaal onderwijs.
Johann Friedrich Herbart wordt in 1776 geboren in Oldenburg. Hij is enig kind en ontvangt onderwijs aan huis. Hij heeft een dominante moeder met hoge opvoedingsidealen, gekenmerkt door ernst en strengheid. Ook ontvangt hij thuis onderricht in godsdienst door een theoloog en taalwetenschapper, die sterk de nadruk legt op de overeenstemming tussen de eisen van de rede en de protestantse leer. Dit zal zijn gehele verdere leven van invloed zijn. Een ordening van op het hoogste plan de godsdienst, dan de filosofie, dan de psychologie en dan de pedagogiek. Na het gymnasium gaat Herbart studeren aan de universiteit van Jena. Onder invloed van de filosofie van Kant wordt hij erop gewezen dat de werkelijkheid in al haar verschijnselen voortkomt uit de menselijke geest. Vervolgens wordt hij huisonderwijzer in Zwitserland, welke tijd hij beschouwt als een oefening in het lesgeven aan jonge mensen. In die tijd bezoekt hij de Volksschool van Pestalozzi in Müchenbuchsee. De school en de achterliggende idee van ‘Hoofd, hart en handen’ maken grote indruk. Vanaf 1800, dus vanaf zijn 24e, is hij tot zijn dood in 1841 hoogleraar aan diverse universiteiten in Duitsland. Zijn leeropdracht omvat filosofie, psychologie en pedagogiek.
Filosofie
In de filosofie legt hij de nadruk op de 'realistische metafysica'. Metafysica wordt door hem opgevat als de begrijpelijkheid van de ervaringen, waarin het verstand de motor is van alles. Het verstand dat voortdurend zoekt naar alle ervaringen en verschijnselen, van basaal waarnemen met de zintuigen tot de geesteswetenschappen, kunst en cultuur.
Psychologie
In de psychologie legt Herbart de nadruk op 'de voorstellingspsychologie'. Dit is de concretisering van zijn filosofie: het samenstel van waarnemen, kennen, bevatten en voelen. Door middel van empirisch waarnemen worden voorstellingen opgebouwd. Dit samenstel vormt het zielenleven van de persoon. “Herbert beschreef het zielenleven als een mechanisch proces van door de zintuigen voortgebrachte voorstellingen of gewaarwordingen die elkaar verdringen of zich met elkaar verbinden tot voorstellingscomplexen ” (Dubois, 2015, p. 2). Dit opbouwen van voorstellingen vraagt een doelbewuste activiteit van de lerende. Met deze opvatting formuleert Herbart als eerste in de geschiedenis een leerpsychologie.
Pedagogiek
In de pedagogiek legt hij er de nadruk op dat het onderwijs een belangrijke opdracht heeft in het opbouwen van een voorstellingscomplex. De taak van het onderwijs is de leerlingen te helpen met het opbouwen van realistische voorstellingen. De zintuigen moeten adequaat systematisch geprikkeld worden. Door goede kennisverwerving ontstaat goede kennis. Pedagogiek wordt als een zelfstandige discipline beschouwd als de wetenschap van de overdracht van kennis. Ethiek staat daarbij op de eerste plaats, daarna volgen andere disciplines. Het gaat om veelzijdige belangstelling waar 'de voorstellingen' uit voortvloeien.
Het opbouwen van kennis dient wel systematisch te gebeuren in 'een leerplan'. Twee bronnen liggen aan dit leerplan ten grondslag: kennis en deelname aan de sociale wereld. Kennis verwijst naar de empirische ervaringen en verschijnselen en het zien van samenhangen en wetmatigheden. De sociale wereld verwijst naar sociale belangstelling voor de medemens, volk, en staat en godsdienstige belangstelling in verband met de ethiek.
Gevoel en verstand
Herbart is in Duitsland altijd zeer gerespecteerd als eerste grote denker over pedagogiek en als degene die de basis heeft gelegd voor pedagogiek als wetenschappelijke discipline. In Nederland is na aanvankelijk enthousiasme over doordenking van de pedagogiek en de onderwijskunde, vooral zijn uitgangspunt van ethische karaktervorming en de voorstellingenleer, tot op heden een polemiek ontstaan over de verhouding tussen gevoel en verstand. Waar Herbart in zijn theorievorming uitdrukkelijk het gevoel, de sociale omgang, de ethiek - zich zelf vormend - een grote rol toekent, lijkt vooral zijn op de rede gebaseerde 'voorstellingspsychologie' en de daarvan afgeleide 'overdrachtsmethodiek' als meest belangrijk te worden beschouwd.
Het onderwijssysteem, dat in de 19e eeuw wordt opgebouwd, kan vooral deze uitwerking - een systematiek van leervakken en leermethode - uitstekend gebruiken. De betrokkenheid en zelfactiviteit van de leerlingen verdwijnen echter uit beeld. Dat is ook de kritiek van de Reformbeweging in het begin van de 20e eeuw. Dit lijkt echter niet zozeer aan de ideeën van Herbart te leggen, maar aan de uitwerking van de Herbarts gedachten in termen van discipline en klassikale overdracht. In ieder geval heeft hij aan de ontwikkeling van de pedagogiek en de onderwijskunde een belangrijke rol gespeeld.
Geraadpleegde bronnen
- Bakker, N.,Noordman, J.,& Rietveld-van Wingerden (2006). Vijf eeuwen opvoeden in Nederland. Assen: van Gorcum.
- Dubois, O.W. (2015). Johann Friedrich Herbart (1776-1841). Deze tekst is deel van het Compendium van het Lectoraat Christelijk leraarschap. www.christelijkleraarschap.nl
NB. NIVOZ heeft niet de illusie met deze canonbijdrage volledig en compleet te zijn. Het is geschreven om de aandacht en interesse te prikkelen bij leraren, schoolleiders en andere geïnteresseerden. Voor sommige zal het gaan om een eerste kennismaking; voor anderen aanleiding zijn om zich verder te verdiepen. We verwijzen daarvoor naar andere bronnen, zoals onder meer naar het boek Grote pedagogen in klein bestek (SWP), de website van Expoo en het erfgoed van de Nederlandse Gedragswetenschappen (ADNG).
Reacties