Wim van Werkhoven
onderzoeker
Vanaf 2006 tot 2018 verrichtte Wim van Werkhoven - voormalig onderzoeksmedewerker van Luc Stevens - hand- en spandiensten bij NIVOZ. Hij verricht studies naar het verloop van trajecten, schrijft mee aan kernpublicaties of artikelen, en richt de wetenschappelijke bibliotheek in. Naast zijn blijvende nieuwsgierigheid naar ontwikkelingen in het onderwijs verschuift zijn aandacht en tijd wat meer naar het Humanistisch Verbond en de Bilthovense Kring voor Wijsbegeerte en Psychologie. Onderzoek naar menselijke kracht en zwakte in en tussen mensen op moleculair en molair niveau blijven Wim boeien. Hieronder lees je een profieltekst van zijn eigen hand.
In december 1968 word ik als net afgestudeerd onderwijzer uitgenodigd op een school in Zwolle om er les te geven. De school staat in een buurt, waar ik altijd met een grote boog omheen ben gereden. Het is een beruchte achterstandswijk. Maar het nieuwe hoofd der school, een oud-zeeman, legt uit wat hij wil en ik raak nieuwsgierig en enthousiast. Ik heb er een schitterende tijd als onderwijzer en ben ‘Noorlander’ nog altijd zeer dankbaar voor de belangrijke levens- en schoollessen die hij mij heeft geleerd. Na veertig jaar kom ik erop terug in een videofilm.
In september 1977 zit ik in een collegezaal van de Universiteit Utrecht. Ik heb mijn kandidaatsexamen behaald en ga verder met mijn doctoraal Orthopedagogiek, in het bijzonder Leerstoornissen. Professor Luc Stevens komt binnen en houdt een college over het transactionele ontwikkelingsmodel van Sameroff en Chandler. Terug naar huis kan ik mijn opwinding nauwelijks beteugelen. Het model biedt een prachtig conceptueel raamwerk voor mijn dan 10-jarige schoolpraktijk: het interactieve ontwikkelingsverloop tussen leraar en leerlingen in de klas: de onvoorspelbaarheid, de dynamiek, de verrassende uitkomsten in gedrag. De consequenties voor diagnostiek en behandeling beschouw ik als enorm. Discussies met professor Stevens komen op gang: theorie en praktijk worden verbonden.
In 1986 worden staatssecretaris Nelie Ginjaar-Maas en Luc Stevens door mij, cum laude afgestudeerd orthopedagoog, ontvangen in het Pedologisch Instituut in Den Haag. Sinds de oprichting van dit Instituut in 1983 heb ik mij onder andere beziggehouden met de analyse van video-opnames in de klas. Langzamerhand wordt duidelijk welk leraargedrag een positief effect heeft op gemotiveerd taakgedrag van leerlingen. Een compilatie van de beelden overtuigt de staatssecretaris om subsidie te verlenen voor verder onderzoek. Een jaar later gaat het orthopedagogisch project Afstemming van start: analyse en verbetering van de leraar-leerling interactie. In een deelproject binnen het speciaal onderwijs schrijf ik mijn proefschrift ‘Naar afstemming tussen leraar en leerling in taaksituaties’ en verdedig dit in 1993.
Na afloop van het project en de effecten besprekend wordt door Luc en mij het verschijnsel waargenomen dat de leraar-leerling interactie teveel op individueel niveau blijft hangen en daardoor geen draagkracht in de school lijkt te krijgen. Ontbreekt er een soort eenduidige moraal? Heeft het iets te maken met de heersende schoolethos? Middels interviews met directies, leraren en leerlingen gaan we op onderzoek uit en met hulp van collega’s ronden we in 2004 dit project af met het boek ‘Schoolethos.’