Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Jan Derksens kanttekeningen bij 'het kind centraal' en een narcistische 'ik-oriëntatie'

3 april 2018

Op woensdagavond 7 maart zal Jan Derksen, psycholoog, psychotherapeut en universitair hoofddocent aan de Radboud Universiteit, een Onderwijsavond verzorgen in Driebergen. De titel van zijn lezing is: Een bijdrage van het onderwijs aan de preventie van psychische aandoeningen: feit of fictie? In aanloop naar de avond sprak emeritus hoogleraar orthopedagogiek Luc Stevens hem over keuzevrijheid, narcisme, gehechtheid, multiculturaliteit en de rol van de leraar.  Er zijn nog kaarten voor 7 maart te verkrijgen.

In dit artikel van platform Sociale Vraagstukken licht Jan Derksen toe, dat als we spreken over preventie van problemen en diagnoses, scholen in de eerste plaats veiligheid aan hun leerlingen zullen moeten bieden. Kinderen moeten zich veilig kunnen hechten aan de school(gemeenschap). Daarbinnen kunnen leerlingen dan een grotere autonomie ontwikkelen. Van groot belang in dit verband is overigens dat de grote culturele verschillen tussen leerlingen (multiculturaliteit) in identiteitsvorming  worden gekend en erkend.

Derksen is niet enthousiast over het streven dat wel wordt verwoord als ‘het kind centraal’. In de vrije of keuzeruimte die hiermee vaak  is geassocieerd, ontbreekt het gemakkelijk aan houvast voor de leerling, versterkt door de open internetruimte (social media bijvoorbeeld). Een school moet leerlingen niet verloren laten lopen in allerlei vrijheden. ‘Het kind centraal’ leidt nogal eens tot de narcistische ervaring van ‘ik centraal’, teleurstelling, tegenslagen of frustraties die de wereld biedt ontkennend of vermijdend. Leraren vervullen hier volgens Derksen een sleutelrol als rolmodel.

Een andere omstandigheid die onzekerheid bij leerlingen sterk kan vergroten is de huidige omgangscultuur waarin de schijn van slagen, van succes en welbevinden hoog wordt gehouden, door Derksen het front office genoemd. De prijs hiervoor is onder meer dat authentieke emoties niet geuit kunnen worden. Dit kan gemakkelijk in het back office tot gevoelens van teleurstelling en eenzaamheid leiden.

Derksen toont zich in het algemeen zeer bezorgd over het gebrek aan concrete verbinding van de jonge mens met zijn omgeving, verbinding die houvast biedt, goede voorbeelden, uitdaging, iets om zich mee te identificeren, iets na te streven. De narcistische ‘ik-oriëntatie’ laat veel jonge mensen in verlegenheid.

Op mijn vraag naar de manier waarop ‘volwassenheid’ in de hedendaagse psychologische theorievorming wordt geconceptualiseerd is het antwoord van Jan Derksen: autonomie. Autonomie wordt de norm en narcisme geeft vorm/gestalte aan dat autonomiestreven. De achtergrond van dit streven is kort onderwerp van gesprek, verwijzend naar de reeds geruime tijd groeiende erkenning van individualiteit, vergemakkelijkt door een maatschappij die zijn leden meer en meer comfort biedt. Dat wil ook zeggen minder afhankelijkheid van door eigen inspanning te verwerven primaire condities (denk aan het aanbod aan kleding, voeding, middelen voor verzorging van kinderen).

In de schoolcontext klinkt de erkenning van de individualiteit van kinderen door in het parool ‘het kind centraal’. Geassocieerd hiermee is de roep om meer keuzeruimte voor de leerling. Jan Derksen is in zekere zin een verklaard tegenstander voor dit streven vanuit het gezichtspunt dat meer keuzevrijheid meer onzekerheid betekent voor de jonge mens. Zijn pleit geldt hier de leraar als rolmodel, inspirerend, de weg wijzend en behulpzaam bij het maken keuzes. Argumenten voor deze propositie ontleent hij onder meer aan een verschijnsel dat in de Amerikaanse literatuur Idlessness wordt genoemd, een staat van inactiviteit in de late adolescentie, tot niets komen, drempels/hindernissen die op je weg komen vermijden. Het is geen persoonlijkheidsproblematiek, maar moet in verband gebracht worden met de gewende overgrote keuzevrijheid, de open ruimte die social media bieden, gepaard aan hoge verwachtingen van de omgeving. Deze cocktail leidt tot angst met een verhoogde kans op druggebruik en pogingen tot suïcide.

In de hier gegeven context spreekt Jan Derksen over het front en back office. De schijn van slagen, van succes en welbevinden wordt hoog gehouden met als prijs dat authentieke emoties niet gecommuniceerd en daarmee (eventueel door leeftijdgenoten) gereguleerd kunnen worden met teleurstelling en eenzaamheid als mogelijke gevolgen.

In het gesprek over identiteit worden door Derksen twee ‘drukken’ onderscheiden. De eerste ‘druk’ van iemands identiteit is het gevolg van processen van hechting, met name aan de primaire verzorgers. De tweede ‘druk’ verschijnt als resultaat van narcistische processen, zoals hij het noemt, waarin het individu in interactie met leeftijdgenoten een eerste rol vervult.

In dit verband benadrukt hij de grote verschillen tussen culturen in de identiteitsvorming, verschillen die doorgaans worden onderschat.

De school heeft hier “een dubbele slag te maken”. Eerst dient ze veiligheid te bieden en maar vervolgens de onderscheiden culturele achtergrond van de leerling te erkennen. Met andere woorden, eerst dient de school aan haar leerlingen gelegenheid te bieden om zich te hechten en vervolgens om autonomie te verwerven.

Het thema multiculturaliteit zal zijn speciale aandacht krijgen op 7 maart.

Ten slotte komt het gesprek uit bij de academie en de opvallende verschraling van onderzoek en onderwijs. Met andere woorden het gebrek aan theorievorming als het alfa en omega van wetenschappelijk onderzoek en de infantilisering van de studenten.

Luc Stevens is oprichter van het NIVOZ en emeritus hoogleraar orthopedagogiek.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief