Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

‘Ik krijg weleens de vraag of dit onderwerp niet gevaarlijk is’

10 november 2022

Kinderfilosofe Sabine Wassenberg staat regelmatig voor de klas, maar betreedt nu nieuw terrein: met religiewetenschapper Kamel Essabane bewerkte ze ‘De zoon van de gazelle’, een 12e-eeuwse vertelling: “Elke filosofische vraag kan ook ‘spiritueel’ worden opgevat. Een vraag als ‘mag je scheiden?’ brengt je al bij een wonderlijke dimensie waar je het niet redt met ratio alleen. Weet je, met de grote waartoe-vragen hebben we onze kinderen sowieso opgezadeld door hen geboren te laten worden.”

Geert Bors interviewde Sabine voor jenaplanmagazine Mensenkinderen, november 2021. Het was een themanummer waarin de recent overleden jenaplancoryfee Kees Both herdacht werd. Both introduceerde onder andere de ‘zinzoekende school’, waarnaar in dit interview verwezen wordt.   

Baby’s die via een drijvend mandje stranden op vreemde oevers zijn een universeel verhaalmotief. Denk aan Mozes, Mowgli of Romulus en Remus. De Zoon van de Gazelle is een markante aanvulling daarop: je groeit mee met Hayy, een jongen zonder taal en zonder voorgeschiedenis die vat wil krijgen op zijn wereld:

Mijn naam is Hayy. Dat betekent ‘de levende’. Die naam heb ik mezelf gegeven, in mijn hoofd, toen ik ontdekte dat ik iemand was die leefde. Ik had geen spiegel, maar keek wel in de reflectie van het meer wanneer ik water dronk. En toen ik ontdekte dat ik dat was, was het enige dat ik over mezelf kon vertellen: ‘dat ik leefde’. Vandaar dat ik mezelf Hayy ben gaan noemen.

Zo wordt de wereld en het zelf ontdekt door een jongen, die als baby gestrand is op een onbewoond eiland. Beter gezegd: een niet-door-andere-mensen-bewoond eiland. Het jochie wordt namelijk gezoogd en opgevoed door een gazelle. Een taal leert hij niet spreken, maar hij leert te overleven – vooral door de dieren na te doen. Daarnaast maakt hij de menselijke evolutie in een notendop door: zo vindt hij een wapen uit en ontdekt hij, aan de hand van inslaande bliksem, hoe hij vuur kan gebruiken.

We leven mee vanuit Hayys hoofd, zijn overwegingen, zijn vragen. Hoe komen de dingen aan hun vorm? Waar komt leven vandaan? Is het niet raar dat iets tot leven komt? Als zijn ‘moeder’, de gazelle, sterft, verwondert hij zich over rouw bij dieren. Ook de nachtelijke sterrenhemel vervult hem met vragen, over wat hij precies ziet en of hij een oneindigheid inkijkt.

Na verloop van tijd richt Hayy de blik op zichzelf. Hij heeft het eten van dieren afgezworen, gaat mediteren en komt zijn levensangsten onder ogen als hij verdwaalt in een grot. Daar maakt hij een mystieke ervaring door. Als er een bezoeker op het eiland komt, die hem taal leert en naar de bewoonde wereld brengt, nemen we via Hayy de ons bekende wereld met nieuwe ogen waar: waar komt bijvoorbeeld het idee van bezit vandaan, waardoor er zoveel ongelijkheid is? aOm de levenslessen die Hayy brengt wordt hij uitgelachen. Samen met zijn nieuwe vriend neemt hij een besluit.

Met promovendus Vergelijkende Religiewetenschappen Kamel Essabane heb jij een vertelling van de twaalfde-eeuwse Islamitische filosoof Ibn Tufayl bewerkt voor een publiek van kinderen – en hun leraren en ouders. Spannend project!
“Zeker. Tufayl was in zijn tijd een bekende theoloog, filosoof, alleskunner eigenlijk. Over de grenzen van tijd en cultuur heen hebben we zijn vertelling naar nu gebracht. Het zijn negentien hoofdstukjes geworden, die telkens eindigen met doordenkvragen. Ook hebben we figuren toegevoegd, dieren als een schildpad en aapjes, die het verhaal vriendelijker maken, want anders was het zo eenzaam voor Hayy op het eiland. Een verhaal als dit laat zien hoe universeel onze menselijke vragen zijn. We hopen bij te dragen aan een positievere beeldvorming. Uiteraard zijn we niet levensbeschouwelijk-voorschrijvend, maar maakt de filosofische invalshoek dat je bij open verwonderingsvragen komt.”

We gedenken in dit themanummer Kees Both en zijn ‘zinzoekende school’. Hij pleitte voor een ‘geaarde spiritualiteit’. Bedoel je zoiets?
“Kinderen zijn heel ontvankelijk voor nieuwe verhalen. Als kleuter zat ik op een katholieke school. Ik leerde er bidden en hoorde bijbelverhalen. Dat resoneerde en ik nam het concept ‘God’ mee naar huis. ‘Even God vragen wat we gaan eten’, zei ik dan tegen mijn ouders – atheïsten, die daar helemaal niet op zaten te wachten. Ik ben dan ook op een Daltonschool verdergegaan. Het is interessant hoe je als kind verhalen opneemt: als er ruimte wordt gemaakt voor een godsbeleving, gaat die deel uitmaken van je wereldbeeld. Wanneer die ruimte niet gecreëerd wordt, is het vrijwel onmogelijk dat later nog toe te laten. Dat kan een gevoel van gemis brengen, terwijl mensen die de god van hun jeugd verlaten dat vaak met schuldgevoel doen. In beide gevallen geldt: ieder mens komt de grote vragen naar zin en betekenis tegen.”

Gaat dit boek daarmee verder dan jouw eerdere kinderfilosofieprojecten?
“Er is alleen dat ene hoofdstuk over die mystieke ervaring. Maar eigenlijk kan elke filosofische vraag ook ‘spiritueel’ worden opgevat. Een simpele ethische vraag als ‘mag je scheiden?’ kan al een hele denkwereld openbreken en zicht geven op een wonderlijke dimensie waar je het niet redt met ratio alleen. Weet je, met de grote waartoe-vragen hebben we onze kinderen sowieso al opgezadeld door hen geboren te laten worden. Dit boek is een voorzet om het beestje bij de naam noemen.”

Ik krijg wel eens de vraag of dit onderwerp niet gevaarlijk is. Of we niet de stoelpoten onder iemands denkwereld vandaan zagen.

Dat zou Kees Both gewaardeerd hebben.
“Ik krijg wel eens de vraag of dit onderwerp niet gevaarlijk is. Of we niet de stoelpoten onder iemands denkwereld vandaan zagen. Religieuze scholen zijn bang dat filosofische vragen twijfel zaaien en atheïstische scholen hebben liever niet dat je met geloof komt aanzetten. Maar je wilt als school toch kinderen tot bewuste burgers opvoeden? Daar hoort reflexiviteit bij. Ook in het stemhokje kies je de partij die je het meest ‘gelooft’ of ‘vertrouwt’. Als pedagoog wil je dat iedereen minimaal éven heeft nagedacht over zijn eigen overtuigingen en pas dan dat vakje rood kleurt.”

Ethiek, levensbeschouwing, wereldoriëntatie – ze vinden elkaar, dus?
“Precies. Bij filosofieles leer je bewust denken en kiezen, maar de religieuze tradities hebben datzelfde met mensen voor. De profeet Mohammed zegt: ‘Wij willen geen makke schaapjes, wij willen mensen die zelfbewust met ons op pad willen’. En: hoe meer invalshoeken, hoe meer visies er in je kring samenkomen, hoe mooier het gesprek.”

Alles en meer over het boek ‘De zoon van de gazelle’, met illustraties van Karuna Wirjosemito, vind je op www.sabinewassenberg.com

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief