Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Het failliet van onderwijs op maat: naar pedagogische werkplekken

16 december 2020

De vele uitdagingen waar onderwijs, jeugdwerk en jeugdzorg voor staan, worden op veel verschillende manieren geïnterpreteerd en met verschillende reacties ontvangen. Echter, één type reactie lijkt alom toegejuicht te worden: onderwijs en zorg moeten maatwerk zijn of worden, afgestemd op kinderen en jongeren, op hun talenten en hun leefwereld. Dat gaat vaak gepaard met een nadruk op de noodzaak voor de ontwikkeling van talenten en over de waarde van je goed voelen. In deze bijdrage uit Pedagogiek geven Jan Masschelein en Maarten Simons aan dat onderwijs daardoor als vorm van socialisatie wordt gezien, waarin we ondernemers van ons eigen leven worden. De ervaring van een zinvol leven riskeert daarbij uitsluitend afhankelijk te worden van sociale erkenning en vergelijking. 'De idee dat iedereen uniek is, een eigenheid heeft, eigen behoeften heeft, individuele noden heeft en een uniek antwoord verwacht, dus onderwijs op maat verdient, klinkt vandaag ongelooflijk sympathiek en onaanvechtbaar.'

Inleiding

Onderwijs, maar ook jeugdwerk en jeugdzorg, worden vandaag geconfronteerd met vele uitdagingen, die uiteraard op verschillende wijze worden begrepen en beantwoord. Toch lijkt in de vele discussies in het educatieve veld, en vanuit verschillende perspectieven, vooral één antwoord op veel bijval te mogen rekenen: onderwijs moet maatwerk zijn of worden: op maat van kinderen, jongeren en hun leefwereld. De oproep voor een onderwijs op maat is bovendien vaak gekoppeld aan het benadrukken van de noodzaak tot ontwikkeling van talenten en van het belang van welbevinden. In deze bijdrage willen we aangeven hoe in dit antwoord onderwijs eigenlijk in de eerste plaats kan begrepen worden als vorm van socialisatie, als praktijk die bijdraagt tot de (re-)productie van een specifiek maatschappelijk regime dat ons oproept om ons op een ondernemende wijze te gedragen en ons te profileren. Zoals we zullen verduidelijken wordt de ervaring van een zinvol bestaan daarmee quasi uitsluitend afhankelijk van sociale erkenning en vergelijking. Onderwijs en zorg op maat dreigen zo de jongeren de kans te ontzeggen op een pedagogische plek, dat wil zeggen op een plek waar de wereld hen op zo’n manier ontsloten wordt dat ze hen een maat kan geven buiten zichzelf en een ervaring biedt van zinvol bestaan in relatie tot het werk dat er plaatsvindt.

Een wereld en een leven op maat

Het is hier niet de plaats om een uitgebreide analyse te maken van hoe de wereld er vandaag uitziet (en uitziet voor wie), maar we willen wel heel kort aangeven hoe de veel gehoorde pleidooien voor een onderwijs (en zorg) op maat verbonden zijn met een meer algemeen maatschappelijk regime dat ons oproept of interpelleert om ons leven op een specifieke manier te verstaan en vorm te geven. Het omvat een vertoog met een grote mobiliserende kracht dat ook een bepaalde ‘stemming’ produceert. Om dat regime, haar vertoog, haar kracht en haar stemming aan te duiden, steunen we hier op eerdere meer gedetailleerde en uitvoerige analyses (zie onder meer: Bröckling, 2002, 2007, Simons & Masschelein, 2009, 2017, Masschelein & Simons, 2003, 2008). Maar, we maken vooral ook dankbaar gebruik van een heldere beschrijving van de jonge socioloog Koen Damhuis, omdat die heel goed toelaat dat regime ook te verbinden met bepaalde implicaties van wat hij zelf omschrijft als het ‘enige echt grootse, opmerkelijke en onbetwistbare fenomeen’ dat zijn generatie, die van de ‘digital natives’, ‘gerealiseerd zagen: de opkomst van het internet’ (Damhuis, 2012, p. 25).

We horen het de hele tijd: er is geen tijd, we hebben geen tijd. Maar misschien gaat het hier niet alleen om een excuus voor hoe druk we het hebben, of een manier om te wijzen op al onze andere prioriteiten. Misschien hebben we inderdaad geen tijd meer. Misschien zijn we niet alleen voortdurend bedrijvig, maar is ons leven een bedrijf geworden, een bedrijf dat nooit sluit. Zelfs vakantie is nu een manier om energie op te doen, bij te tanken, het is zelf een tijd geworden die meerwaarde moet bieden en daarmee productietijd. Het lijkt inderdaad alsof het leven zelf een onderneming is geworden. Zoals Damhuis schrijft: ‘inmiddels lijkt iedere burger een persoonlijke onderneming te zijn geworden; ieder individu de CEO van zijn eigen “BV ik”’ (p. 40).

We spreken hier over een onderneming in de zin dat we wie we zijn en hoe we ons leven vorm geven gaan beschouwen als (het resultaat van) een project. Een project waarin we de bevrediging van onze eigen behoeften en die van anderen produceren door een zo effectief en efficiënt mogelijk gebruik van onze eigen mogelijkheden (ons kapitaal, onze talenten, ons potentieel) en van beschikbare hulpbronnen (‘resources’). Axiomatisch voor het beschouwen en ervaren van het leven als een onderneming is de idee dat alle handelen een keuze impliceert tussen alternatieven. Alternatieven die als meer of minder aantrekkelijk of aangewezen worden ervaren in functie van de mate waarin ze behoeften bevredigen of meerwaarde produceren (dat is kwaliteitsvol zijn) en daarmee ook een productieve (tijds)investering zijn. Het leven bestaat dan uit het grijpen van kansen en het ontwikkelen van talenten in functie van het bevredigen van behoeften. En de wereld verschijnt zelf in eerste instantie als hulpmiddel, opportuniteit of product, dat wil zeggen als input of output (die zelf weer nieuwe input kan zijn) van een productieproces. Het leven als een persoonlijk onderneming zien en zichzelf beschouwen als de ‘ondernemer’ van het eigen leven impliceert dus een begrijpen van het eigen leven (en dat van anderen) als de uitkomst of het resultaat van (geïnformeerde) keuzes, van investeringen en van geproduceerde goederen. We moeten dan ook ons verleden zien en onze toekomst dromen als het resultaat van al voltrokken of nog te voltrekken keuzes. En deze keuzes moeten we bovendien beschouwen als de verwerkelijking en uitdrukking van onze persoonlijkheid, als de (geslaagde of niet geslaagde) realisering en bevrediging van onze behoeften en noden, als zelfbepaalde en zelfgekozen zelfontplooiing. ‘Gelukkig zijn door jouw ding te doen’ als levensmissie (p. 43).

Lees verder: zie PDF

Dit artikel verscheen eerder in Pedagogiek, PED 39 (3): 349–366 en is met toestemming overgenomen.

Reacties

1
Login of vul uw e-mailadres in.


Wiepkje Kooistra
3 jaar en 10 maanden geleden

Als de lerende "de CEO van zijn eigen “BV ik” is wordt 't dan niet tijd om de CEO, de manager is de vorm van inspecteren overheid die individuele ik de ruimte geeft om z'n persoonlijk bedrijfsplan te schrijven. In de vorm van minder controle en meer vertrouwen. Zelf de begeleiders kiezen in 'n wereldwijde informatiecloud. Leren vanuit intrinsieke motivatie levert veel tijdswinst op, je hoeft alles wat voor je persoonlijke onderziekspad niet nodig is niet te leren. Je kunt 't wel delen, zodat de ander er z'n voordeel mee en e kan doen en samenwerking kan ontstaan.

Login of vul uw e-mailadres in.


Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief