Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Het ervaren van een pedagogische ontmoeting: ‘Om de kans te vergroten, moet ik even langs een gemis’

26 maart 2021

Wat is een pedagogische ontmoeting en wat is de betekenis ervan, voor ons mens-zijn, voor ons onderwijs, voor onze lespraktijk? Jan Lauwrens Haisma en Beatrijs Dijkman geven er in dit korte essay woorden aan en starten een leergroep. ‘In elke ontmoeting is er iets in mij dat eerst gezien moet worden. Dat wat ik zo heb gemist. En elke keer, om de kans op een waardevolle ontmoeting te vergroten, moet ik even langs dat gemis.’

Jan Lauwrens aan het woord… 

Ik zat in het tweede jaar van de technische lerarenopleiding en het was mijn stagebegeleider Bram die, ergens in 1992 vroeg: ‘Waarom ga je niet solliciteren? We hebben een docent constructieleer en bedrijfskunde nodig voor twee dagen in de week’. 

Écht docent zijn… met de vraag van Bram voelde ik me geroepen terwijl het tot dan toe niet zozeer mijn roeping was. Jaren later, toen ik inderdaad docent was, realiseerde ik me dat dit een sleutelmoment voor me was. Deze ontmoeting met Bram en daarmee de ontmoeting die ik, via hem, had met mijzelf. Ik ontmoette daar een deel van mijzelf en daarmee een deel van wie ik wilde zijn.

Dat is de kracht van de pedagogische ontmoeting. Een belangrijke en wezenlijke ontmoeting waarin je ergens ook een ontmoeting hebt met jezelf. 

Biesta spreekt in zijn denken over de taak van opvoeding en onderwijs als ‘het wekken van het verlangen om als subject in de wereld verschijnen’. En dat is precies waar het voor mij om draait in de pedagogische ontmoeting. ‘Het wekken van het verlangen…’, is geen eenvoudige opgave. Want het ‘hebben van verlangen’ kun je niet beschrijven in je programma van toetsing en afsluiting en je kunt het je studenten ook niet opleggen. 

Het is iets ongrijpbaars. En ‘het wekken’ van dat verlangen is al helemaal een niet te plannen opgave. Want je kunt wel van alles doen in je pedagogiek en didactiek, duidelijke leerdoelen stellen, goede lessen maken, activerende werkvorm bedenken. Het is het verlangen van de student dat wakker gemaakt moet worden. En dat kun je niet forceren, plannen of richten. Om bij het denken van Biesta te blijven: je kunt van alles doen om je studenten aan het leren te krijgen, het is uiteindelijk de student die bepaald of hij leert.  Het enige wat je kunt proberen te doen is het verlangen te wekken. Volgens Biesta maakt juist dat lesgeven ook zo’n 'prachtig risico'. Het is de student die bepaalt of de pedagogische ontmoeting van waarde is. 

Om bij het denken van Biesta te blijven: je kunt van alles doen om je studenten aan het leren te krijgen, het is uiteindelijk de student die bepaalt of hij leert.''

Even terug naar Bram en zijn vraag. Het was een ontmoeting, gewoon in de werkkamer van de docenten bouwkunde. Derde verdieping op de mts in Utrecht waar twee collega’s met elkaar in gesprek waren. Een hele normale vraag waarschijnlijk vanuit het oogpunt van Bram die paste in de situatie zoals deze op dat moment was. Zij zochten een collega, hij zag in mij een geschikte kandidaat. En toch kreeg de ontmoeting pas veel later voor mij een betekenis waardoor het een, voor mij, pedagogische ontmoeting werd.

Bram wekte in mij het verlangen om te gaan staan. Ik werd geroepen en mij werd gevraagd om mijn plek te nemen. En daarmee vroeg hij mij om ‘als subject in de wereld te verschijnen’. Op mijn manier. En daarmee was het ook een ontmoeting met mijzelf in dat moment. Er was de roep om positie te nemen en te antwoorden op de vraag van Bram.

In de ontmoeting met Bram ontstond ook de ontmoeting met mijzelf. Ik bleef staan in het ‘daar en toen’, ik ging mee in de vraag (ik heb zijn roep beantwoord en ben docent geworden) en een deel van mij ging echter ook langs een diep gemis. 

Want door de vraag van Bram kwam ik ook bij de pijn van mijn (voor mij) afwezige vader. Want waar Bram mij zag staan en mij riep als toekomstige collega, voelde ik de pijn en het gemis van iets dat ik zo graag van mijn vader had gehad. En wat hij mij niet kon geven. Ik heb mijn vader niet fysiek gemist. Hij was mijn hele jeugd in beeld. Maar waar ik het als kind zo nodig had dat ik vertrouwen kreeg, dat ik gezien werd op een manier die mij hielp om ‘in de wereld te komen’, heb ik dat van mijn vader gemist. In Bram zocht ik de ogen van mijn vader. Al was ik me dat toen niet bewust.

En het is ook precies daar waar ik elke keer weer langs moet in mijn eigen ontmoetingen. In elke ontmoeting is er iets in mij dat eerst gezien moet worden. Dat wat ik zo heb gemist. En elke keer, om de kans op een waardevolle ontmoeting te vergroten, moet ik even langs dat gemis. 

Als ik even de ogen van mijn vader mag zien achter de ogen van degene die ik ontmoet, dan is de kans dat de ontmoeting ook werkelijk een pedagogische ontmoeting wordt groter. En dan is de kans dat ik de ander kan wekken in zijn of haar verlangen om volwassen in de wereld te staan ook groter. Het is de eerste beweging in de ontmoeting die bewuster, rijker en voller wordt als ik even bij mijn gemis kan zijn. Zonder dat, doe ik de ander ergens tekort.

Het is niet aan mij om een ontmoeting met een student te markeren als een pedagogische ontmoeting. Dat is aan de student. Op zijn moment. Wat ik wel kan doen is de voorwaarden voor een pedagogische ontmoeting zo goed mogelijk op orde te hebben. En dat kan ik door te weten waar ik vandaan kom en wat ik heb te brengen en te halen in de ontmoeting.

Het is niet aan mij om een ontmoeting met een student te markeren als een pedagogische ontmoeting. Dat is aan de student. Wat ik wel kan doen is de voorwaarden voor een pedagogische ontmoeting zo goed mogelijk op orde te hebben.''

Beatrijs aan het woord

Na de middelbare school wist ik niet goed wat voor studie ik wilde doen. Met vijf jaar studiebeurs in het verschiet koos ik voor de studie communicatie. Met het idee dat ik met een propedeuse daarvan nog allerlei richtingen op kon. 

Veel van de vakken waren saai en technisch, maar de lessen psychologie vond ik fantastisch. Al waren ze op vrijdagmorgen vroeg en was ik vaak brak na de traditionele studenten stapavond, ik zorgde dat ik aanwezig was. Ik herinner me zelfs dat ik een keer rechtstreeks uit de kroeg naar dit college om half negen ben gegaan. De docent, een pittige vrouw met lang krullend donker haar, maakte elke les indruk op me. Eén moment herinner ik me nog goed, toen ze uitlegde dat slachtoffers soms vanwege hun lichaamshouding uitgekozen worden. Ze liet ons in de collegebanken staan en bewust van onze houding worden. Daarna moesten we een sleutelbos in onze hand nemen, met de sleutels als een ‘boksbeugel’ tussen de vingers door en waarnemen waar in ons lichaam een verandering optrad. 

Ze liep vooraan heen en weer en riep ons iets toe, maar toen ze tussen de banken ook naar achteren liep, legde ze een hand op mijn schouder en zei: ‘Jij hebt die sleutelbos niet nodig. Jouw houding is sowieso krachtig, zelfs na de stapavond van gister’. Ik weet nog hoe perplex ik was en hoe het tegelijk rechtstreeks mijn lijf in ging, deze opmerking. 

Ze had me gezien, aangeraakt, erkenning en waardering gegeven. In een groep van circa 40 studenten gaf ze mij een affirmatie om mezelf te zijn. Ik haalde uit dit moment bevestiging dat ik kracht bezat als ik ‘als mezelf verscheen’.  

Ze had me gezien, aangeraakt, erkenning en waardering gegeven. Ik haalde uit dit moment bevestiging dat ik kracht bezat als ik ‘als mezelf verscheen’.''

Dit moment gaf inzicht en moed tegelijk. Het zette een radar in gang om mijn kracht te onderzoeken en zelfstandige beslissingen te nemen. Dat is nog altijd een belangrijk thema voor me. 

In dit moment richtte de docent mijn aandacht op een werkelijkheid waar ik me niet bewust van was, maar waar ik wel betekenis uit kon halen (Terwel, 2020). Ik ontdekte iets over mezelf ín de wereld en deze ontdekking gaf me richting voor de toekomst. 

Als hbo-docent weet ik mijn studenten te raken. Ik merk dat soms bewust en in het moment, maar ook vaak achteraf als ik het onbewust heb ingezet. Ik merk het als studenten contact met me zoeken en ik merk het aan vragen die ze me stellen als we elkaar zien. De pedagogische ontmoeting betekent een complex geheel van vrijheid en zelfvertrouwen stimuleren. Soms confronteren, soms juist de confrontatie vermijden en iemand accepteren zoals hij of zij op dit moment is. 

Ik weet nooit van tevoren of mijn gedachte, mijn interventie, mijn opmerking wel klopt. Ik maak steeds opnieuw, elk moment weer, afwegingen die een risico inhouden. Een risico dat ik de echte ontmoeting misloop of zelfs om zeep help. Een risico dat de ontmoeting mij confronteert met mezelf op een manier die ik niet wil of een risico dat de ander hierdoor juist bij me weg wil. Ik heb het allemaal meegemaakt en doorleefd. Hoe ik dat doe? Ik ben op zoek naar wie de ander is. Ik bespreek veel van wat ik voel en denk met collega’s en ik heb een enorme passie voor beroepsonderwijs. Maar mijn streven is vooral dat ik mag verschijnen als mijn eigen krachtige zelf. Dat leerde ik 25 jaar geleden in een collegezaal in Leeuwarden. Ik kom vaak krachtig over, ook als ik me helemaal niet zo krachtig voel. En die les, dat bewustzijn, neem ik elke dag mee als ik als docent, begeleider of supervisor verschijn. 

Jouw eigen pedagogische ontmoetingen stellen we centraal in de leergroep. Een ontmoeting die jij had met een ouder of leraar. En een ontmoeting die jij had met een student. Daarmee proberen we een verbinding te maken tussen verleden (je leerbiografie) – heden (je ontmoetingen in het hier-en-nu) en je toekomst (hoe je wilt zijn als docent in relatie met de studenten). 

Referenties

 

Hoe doe ik wat ik doe? Wat is mijn verhaal?


Op woensdag 19 mei starten Beatrijs Dijkman en Jan-Lauwrens Haisma een nieuwe leergroep voor docenten in het mbo en hbo. Via je eigen leerbiografie, diverse concepten uit de TransactioneleAnalyse, het denkkader van Gert Biesta en de prachtige kijk van Parker J. Palmer ga je met collega’s aan de slag met het verkennen, herkennen en erkennen van 'hoe jij verschijnt'.

Je gaat bewust aan de slag met de vragen als ‘hoe verschijn ik als docent?’ en ‘hoe geef ik vorm aan de pedagogische ontmoeting?’ Hierdoor word je je meer bewust van jouw deel in het leren van je studenten. Door te onderzoeken hoe jij stuurt, onderbreekt, vertraagt en ondersteunt ontstaat ruimte om je ontmoetingen met studenten anders vorm te geven. Op een manier die juist ruimte geeft aan de student om 'als subject te verschijnen' zoals Biesta stelt.

Ben je nieuwsgierig wat de leergroep is en wat het voor jou kan betekenen? Neem dan contact op met een van beide.

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief