Complete tekst van Onderwijsavond Jan Terwel - Zien en gezien worden: over het belang van de pedagogische ontmoeting
14 april 2020
'Een echte leraar ziet meer, juist als het gaat om het ontdekken van potenties bij de leerling. Het complexe werk van de leraar is nog lang niet te programmeren. Ook de mogelijkheid van leerlingen om van en met elkaar te leren zou hiermee verloren gaan. Wellicht gaat de taak van de leraar veranderen maar het belang van de pedagogische relatie en ontmoeting blijft groot.' Op 4 maart j.l. sprak emeritus hoogleraar Onderwijspedagogiek Jan Terwel op onze vierde Onderwijsavond over het belang van de pedagogische ontmoeting. Hij deelt hier de hele tekst van zijn lezing.
Download hier de volledige Powerpoint-presentatie die Jan Terwel maakte voor deze lezing
'In dit leven heeft vervolmaking van het verstand en de rede dus het grootst mogelijke nut. Slechts hierin bestaat het grootste geluk of de gelukzaligheid van de mens' (...). Spinoza (1632- 1677) Ethica, 2002, blz. 449, Amsterdam: Prometheus,
Goedenavond allemaal. Welkom, wat mooi dat u vanavond met zovelen bent gekomen, ondanks het virus.
Heeft u, terugkijkend op uw levensloop, weleens de ervaring gehad waarvan u later zei: toen heb ik het licht gezien, dat was een doorbraak, toen viel het kwartje, toen heb ik de knop omgedraaid? Misschien was dat het gevolg van een ontmoeting.
Graag zou ik met u van gedachten wisselen over het belang van de pedagogische ontmoeting, in het bijzonder voor het leren denken en het toekomstperspectief van de leerling.
Vandaag mag ik hier staan, maar het onderzoek waarover het gaat, is samen met Danielle van de Koot-Dees en Rosa Rodrigues uitgevoerd. Zij zijn hier vanavond ook aanwezig.
We kunnen spreken van een ontmoeting als een mens met een werkelijkheid samenkomt en daaruit iets van betekenis ontstaat. Die andere werkelijkheid kan bijvoorbeeld zijn: een ander mens, een kunstwerk, een verhaal, een beleving in de natuur, een nieuw inzicht of toekomstperspectief. Het gaat om een ervaring die in vrijheid plaatsvindt. Het is de mens zelf die betekenis geeft aan die gebeurtenis.
Dan kan men in terugblik zeggen: in die ontmoeting werd iets onthuld en ontdekte ik iets over mijzelf of over de wereld. Dat gaf een wending in mijn denken of in mijn toekomstperspectief.
Het NIVOZ heeft mij gevraagd ook in te gaan op de vraag: ‘Waartoe word je leraar?’ Die vraag wil ik vanavond met u globaal verkennen en wat dieper ingaan op de pedagogische ontmoeting. Maar in plaats van u voor te schrijven wat u zou moeten doen, gaan we vooral luisteren naar wat jongeren te zeggen hebben. Hoe zij hun leraren en hun onderwijs ervaren. Uit hun verhalen blijkt hoe belangrijk ontmoetingen met leraren zijn voor hun ontwikkeling en loopbaan. Want in de ontmoeting kunnen leerlingen zich bewust worden van reeds aanwezige resources, bij zichzelf of in de fysieke en sociale omgeving. De aanwezigheid van resources is een noodzakelijke maar niet voldoende voorwaarde voor ontwikkeling. Het gaat om de herkenning, ontwikkeling en mobilisering van resources en hoe de ontmoeting daaraan kan bijdragen. In meer alledaagse woorden kan het bijvoorbeeld gaan om de bewustwording van een sluimerend verlangen of de ontdekking van een talent.
Wij geven leerlingen een stem met ons onderzoek: ‘Die leraar deed echt moeite voor mij’, ‘Toen heb ik het licht gezien’, ‘Hij wilde het wel drie keer uitleggen’, ‘Jij kunt het’ of ‘Twee leraren die haalden me gewoon neer’. Deze jongeren vertellen ook hoe hoogopgeleide ouders hun kansen grijpen terwijl de rest achter het net vist. Yasmina zegt: ‘Omdat haar moeder heel erg mondig was en die kwam elke keer op gesprekken en die haalde de coördinator over’.
Deze kleine verhalen van de leerlingen proberen we in het licht van de grote verhalen over schoolloopbanen te bezien. Daarbij hanteren we verschillende theoretische perspectieven. Mijn inspiratiebronnen zijn o.a. John Dewey (1933), Robert Putnam (2015), Uriel Foa (1993), Charles Tilly (1998) en Daniel Pennac (2009). Voor het thema ontmoeting ben ik vooral geïnspireerd door het bijzondere boekje ‘Begegnung und Bildung’ van Romano Guardini & Otto Friedrich Bollnow (1962).
Uw leerlingen hebben u nodig om gezien te worden. En een ontmoeting of opmerking van u kan iets in gang zetten waarvan u de gevolgen niet kunt overzien. Want leerlingen hebben hun eigen gedachten en zij komen later in een wereld waar wij nooit kunnen komen. Niemand kan voorspellen hoe de wereld er over 10 à 20 jaar uitziet. De online identiteit van jongeren wordt steeds belangrijker en moet dus gekend worden door leraren en pedagogen. Zo dromen veel jongeren om beroemd te worden op internet als BN’er, influencer, rapper, zanger, acteur of musicus.
Op internet en in school zijn er adaptieve programma’s die inspelen op verschillen tussen leerlingen. Zou de leraar overbodig worden? Nee, met de opkomst van adaptieve software zal de behoefte aan ontmoeting met een echte, fysieke leraar blijven. Een echte leraar ziet meer, juist als het gaat om het ontdekken van potenties bij de leerling. Het complexe werk van de leraar is nog lang niet te programmeren. Ook de mogelijkheid van leerlingen om van en met elkaar te leren zou hiermee verloren gaan. Wellicht gaat de taak van de leraar veranderen maar het belang van de pedagogische relatie en ontmoeting blijft groot.
Mijn betoog is in vijf delen opgebouwd. Eerst geef ik enkele voorbeelden van ontmoetingen. Daarna ga ik in op de vraag: waartoe word je leraar? Dan volgt in stap drie een nadere verkenning van het begrip ontmoeting vanuit een meer theoretisch perspectief. Het vierde deel gaat over ons empirisch onderzoek naar schoolloopbanen en de rol van ontmoetingen voor het denken en het toekomstperspectief van de leerlingen. In deel vijf bespreek ik de implicaties voor theorie en praktijk. Ik sluit mijn rede af met enkele slotopmerkingen en een dankwoord.
DEEL I: VOORBEELDEN VAN ONTMOETINGEN
Mijn hart kreeg nieuw leven
Beslissende momenten in de levensloop zijn vaak niet te plannen of te voorspellen. We beginnen met een eigen ervaring met een Somalische vluchteling die als jongeman naar ons land is gevlucht. Qadir heeft in de jaren negentig van de vorige eeuw in Nederland asiel aangevraagd. Hij is alweer vele jaren in het bezit van een Nederlands paspoort. Qadir heeft in Nederland gestudeerd aan de opleiding voor leraren bij het technisch beroepsonderwijs. Ook heeft hij enige tijd Onderwijskunde gestudeerd. In het kader van Vluchtelingenwerk, heb ik Qadir vele jaren mogen begeleiden op het gebied van de Nederlandse taal en de onderwijskunde. Hij heeft een dubbele onderwijsbevoegdheid: werktuigbouwkunde en mechanische techniek. Hij is er niet in geslaagd een aanstelling als leraar te verwerven en heeft vele jaren als ‘technisch facilitair medewerker’ (schoonmaker) gewerkt in Nederland, meestal in politiebureaus. Qadir is een gelovige moslim en een trouwe deelnemer in de moskee. Hij nam uitgesproken standpunten in over Salman Rushdie en Ayaan Hirsi Ali. Rushdie moest dood, want de Imam had het zelf gezegd. En Ayaan zou sterven omdat zij zich los had gemaakt van haar islamitische wortels en de profeet had beledigd. Hij gebruikte het beeld van een kikker die aan land is gekropen en tenslotte sterft van de droogte.
Toen Qadir op de gang van het politiebureau aan het werk was, kwam Ayaan binnen. Ze werd omringd door een groep mannen (waarschijnlijk bodyguards). Qadir groette haar en vroeg in het Somalisch, ‘Hoe gaat het met jou’? Zonder te groeten stormde ze hem voorbij. Qadir dacht dat zij op hem neerkeek en was diep teleurgesteld. Maar toen Ayaan terugkwam en met hem in gesprek ging, kantelde dit beeld. Ze bleef staan en verontschuldigde zich tegenover Qadir. Ze zei dat ze hem niet had gegroet omdat ze veel te laat was voor de vergadering. Vervolgens vroeg ze: ‘Jij komt ook uit Somalië hè?’ En er ontstond een gesprek. Later vertelde Qadir dat Ayaan zo aardig en respectvol met hem had gesproken. Ze vroeg hoe het met hem ging hier in Nederland. Tijdens het gesprek werd ook duidelijk dat Ayaan en Qadir tot dezelfde stam behoren. Deze ontmoeting bracht een grote verandering bij Qadir teweeg. Zijn kritiek op Ayaan verdween en hij sprak nadien alleen vol bewondering over haar. Dat is de kracht van een persoonlijke ontmoeting. Mogelijk heeft deze ontmoeting ook een bredere ontwikkeling in het denken van Qadir in gang gezet. Misschien is hier wel een vuurtje ontstoken dat doorgaat, ook nu hij in het buitenland een nieuw leven heeft opgebouwd.
De ontmoeting met Ayaan heeft een grote verandering bij Qadir teweeg gebracht. Qadir zegt nu: 'Mijn hart kreeg nieuw leven. Ik kreeg nieuwe energie door de ontmoeting met haar.'
Op de ambachtsschool
Ik neem u even mee naar het jaar 1954. Ik was 13 jaar en zat op de ambachtsschool in Zutphen en volgde de opleiding tot huisschilder.
We kregen op die ambachtsschool ook het vak ‘Vaktekenen’ bij meneer Van Aartsen. In mijn herinnering was hij een onopvallende, bescheiden man. Terwijl ik bezig was met het tekenen van de uitslag van een kubus, kwam hij naast mij staan aan de tekentafel. Hij sprak zijn waardering uit voor mijn tekening en vervolgens zei hij iets dat mijn leven zou veranderen. Hij zei: ‘Weet jij wel dat je in de avonduren een opleiding voor leraar kunt volgen?’. Ik weet nog goed dat ik dacht: Ik? Huh? Ik was perplex en bleef sprakeloos achter. Die verbazing lag niet zozeer in de feitelijke mededeling, maar dat hij in mij een potentiële leraar zag. Meneer van Aartsen heeft mij ‘gezien’ en gaf mij een perspectief. Hij opende een raam dat uitzicht bood op een nieuwe toekomst. Hij heeft niet alleen mij gezien, maar hij liet ook mij zien. En dat was niet bepaald het pad dat mijn vader voor mij had uitgestippeld.
Daarvóór en daarna heb ik nog verschillende keren zulke ontmoetingen met leraren meegemaakt. Vaak waren het gebeurtenissen ‘en marge’ van het gewone lesgeven of zelfs helemaal daarbuiten. De namen van die leraren ken ik nu nog steeds. Hun opmerkingen zijn letterlijk in mijn hoofd opgeslagen. Al deze mensen zijn van onschatbare waarde voor mijn loopbaan geweest. Bij die ontmoetingen werden ramen opengezet die uitzicht boden op nieuwe toekomsten. Sleutelwoorden bij die ontmoetingen waren verrassing, verbazing, verwondering, vrijheid, belangeloosheid, ontroering, perspectief en hoop!
Reacties