EXPO, Kinderen van Rotterdam: Acht jongeren over hun leer-krachten
28 september 2023
In de foto- en audio-expositie Kinderen van Rotterdam geven acht Rotterdamse jongeren hun visie op onderwijs. Ze vertellen over wat ze nodig hadden en wat ze daarin soms wel en soms niet hebben gekregen. In hun mooie, persoonlijke verhalen tonen ze ons de bronnen waaruit ze - binnen en buiten school - hebben geput om zich te ontwikkelen tot wie ze nu zijn.
De expositie is een samenwerking tussen fotograaf Iris van 't Riet en stichting NIVOZ. In navolging van het project Kinderen van het Onderwijs, waarin Iris een stem en gezicht gaf aan kinderen die vastlopen in het onderwijs en het schoolsysteem, ontstond deze unieke serie portretten. Waar Iris de Rotterdamse jongeren op beeld vastlegde, ging redacteur Marco Martens met hen in gesprek.
De achtdelige serie is vanaf 2 oktober te zien en te horen tijdens de expositie in het Rotterdamse Dokhuis.
Je vindt ze ook achter deze Spotify-link.
De expositie Kinderen van Rotterdam is tot stand gekomen onder meer met medewerking van Francien Schraal, Marc van Osch, Indirah Tauwnaar, Inge Spaander en Rob van der Poel.
Dokhuis
Doklaan 10
Rotterdam
BEELDEN & PODCASTS VAN DE JONGEREN
ILIASS
‘Ik heb op school een aantal keren moeten wennen. In groep zes was ik net verhuisd en kwam ik terecht op De Mare. Daar zaten drie groepen bij elkaar. Op de middelbare school kwam het leren voor de toetsen, want een toets moet je voorbereiden, alleen ik wist niet hoe, dus dat lukte elke keer niet echt goed. Ik zit nu in vijf havo, mijn laatste jaar. Daarna eindelijk naar het hbo. Ik verwacht meer zelfstandigheid, dus dat er niet echt veel op je wordt gelet, dat er gewoon een opdracht wordt gegeven. Ze gaan daar niet achter je aan.’
‘Ik wil informatica doen. Software developer, de eerste stap is leren coderen, in meerdere talen. Ik houd ervan om veel te doen met de computer. In twee mavo zat ik al te denken wat ik wilde worden, eerst kwam op wiskunde docent, later veranderde dat in elektricien en toen werd het dit. Ik heb een beeld. Dat ik bijvoorbeeld een eigen bedrijf heb opgebouwd en ik dan gewoon thuis kan werken. Als je klaar bent, heb je nog heel veel tijd over, zeker als je goed bent en je doet je werk op tijd. Wat ik daarmee zou doen? Met familie of met vrienden uitgaan, series kijken, gewoon doen waar ik zin in heb. Ik houd van gamen, maar ook van naar buiten gaan, sporten en voetbal spelen met vrienden enzo.’
QUINTY
‘Ik zit op de MBO-theaterschool en daar doe ik theatervormgeving, zoals decor, kostuum, grim, zeg maar het hele ontwerp eromheen. Het is veel meebewegen met wat er gevraagd wordt. Ik doe dit ook, omdat het gewoon zo breed is - en je er zoveel verschillende kanten mee op kan.’
‘Ik zit vanuit Weert nu in Rotterdam op kamers. Ik merk dat ik in een soort van een nieuwe fase van mijn leven zit. Ik leer veel nieuwe mensen kennen en heb het idee dat ik me heel erg aan het ontwikkelen ben. Nee, op de middelbare school ben ik in dat opzicht niet erg gestimuleerd. Ik haalde mijn zesjes, het was voor mij van oké, ik maak het gewoon af, maar niet dat ik het met lol deed. Ja, twee uurtjes handvaardigheid wel. Daar kreeg je een korte opdracht, daar kon je zelf mee aan de slag. Dat lag ook heel erg aan die leraar ook, als persoon. Het was wat gezelliger, er was minder afstand, het voelde alsof er ook ruimte voor discussie was.’
‘Ik vind het vooral jammer. Ik denk dat dit zo'n belangrijke periode in je leven is, je bent je aan het vormen. Het voelt alsof ik die hele periode – van mijn elfde tot mijn zestiende - een soort van ‘uit’ stond. Ik heb niet het idee dat ik iets belangrijks heb geleerd. Ik ben het ook allemaal weer vergeten.’
RICHENDRIESON
‘Ik zit op het Montfort College. Bij het Zuidplein. Je kan er veel leren, maar het is ook een beetje moeilijk, omdat je ook soms 80 minuten in de klas moet zitten. Dat vind ik lastig, want dan ga ik me ook een beetje vervelen. Wiskunde is interessant. Duits is moeilijk, dat zijn heel veel woorden die ik niet ken.’
Terwijl je wel goed bent met woorden, want je liet me al een filmpje zien van iets wat je zelf hebt gemaakt.
‘Een rap ja. Ik heb een beat gehoord en toen ging ik wat maken.’
Hoe is dat gekomen?
‘Mijn stiefvader was ook rapper. Ik ging een keer met hem naar de studio en toen dacht ik: dat wil ik ook doen. Iemand anders ging me helpen met een rijmwoord zoeken, maar daarna kon ik die rijmwoorden zelf uit mijn hoofd verzinnen.’
Kun je mij leren hoe dat werkt?
‘Begin als eerst met een zin over je leven en dan, als je begint met hoeveel jaar je bent, dan zeg je wat rijmt op hoe oud je bent.’
Hou oud ben je?
‘Twaalf.’
Dat is net een woord waar niks op rijmt.
‘Dan doe ik gewoon. “Ik ben Richendrieson, ik ben twaalf jaar”.’
Wat een goede. En wat komt er dan als tweede zin?
‘Ik ben Richendrieson. Ik ben 12 jaar…
“Maar ik ben nog niet klaar”.’
Hoppa! Vet hoor.
DANI
‘Ik zit nu in groep zeven, word bijna elf jaar, dus ik moet zoveel mogelijk leren zodat ik op een goed niveau uitkom. En kan aansluiten in de brugklas. Ik wil echt graag de slimste zijn, want de juf neemt altijd diegene als voorbeeld. Hij heeft supergoed gewerkt, hij had alles goed, zegt ze dan. Dus dat wil ik ook wel.’
‘Mijn moeder zegt: fouten maken is niet erg. Dan leer je voor de volgende keer dat je die fout niet moet maken. Dan moet ik eventjes rustig zitten en iets anders doen. Gewoon mijn hoofd leeghalen en dan loop ik weer terug en dan lukt het me gewoon weer.’
‘Ik oefen ook in dat ik mezelf kan verdedigen, dat doe ik bij mijn vader, hij heeft een eigen sportschool, Bruut. Ja, ik ben zelfverzekerd. Ik heb wel een tijd gehad dat ik dat helemaal niet was. Maar ik heb geleerd dat, als mensen je naar beneden halen, dat je gewoon blijft staan. Niet opgeven. Dus ik heb veel geoefend en veel opnieuw geprobeerd.’
‘Als ik directeur van school was, zou ik uitbreiden. Want wij hebben een schoolplein, daar stond helemaal niks op en dat is nu nog steeds. Dus ik heb vaak daarom gevraagd, maar zij doet dat niet. Ik zou dus meer luisteren naar de kinderen en het zo leuk mogelijk maken, zodat er nieuwe kinderen komen, meer open dagen, dus extra reclame eruit gooien.’
SARA
‘Ik was een kind met een grote fantasie. Dus theater, dat paste helemaal. Maar toen kwam corona en moest alles online, alle theater-, zang- en danslessen. Daar is een droom als het ware ingestort. Ik ontwikkelde faalangst, ook omdat ik op de basisschool was gepest, omdat ik er altijd ietsje anders uitzag dan andere kinderen, jonger en kleiner. Ik heb gewoon vier jaar lang met vooral angst en stress gezeten.’
‘Docenten zouden ietsje meer naar de leerling zelf moeten kijken. Een kind van zes kan dit niet zelf compleet oplossen. Ik wil ook gewoon dat de docent je begrijpt en ook echt dat die je fijn laat voelen. Je begint op heel jonge leeftijd een slecht zelfbeeld van jezelf te krijgen. at is totaal niet gezond. Dus ja, daar ben ik nog steeds heel erg mee bezig.’
‘Ik wil iets gaan doen waar ik over 20 jaar nog steeds werk. Ik ben geen persoon die van hot naar her gaat. Gewoon mensen helpen, lijkt me heel leuk. Ik heb altijd al zachtjes nagedacht over verpleegster zijn. Mijn oma is verpleegster, dan hoor ik soms verhalen. Ik heb natuurlijk zelf ook heel veel dagen doorgebracht in het ziekenhuis, die zusters waren altijd zo aardig voor mij. Die maakte van een hele nare, een hele fijne dag. Precies, wat er op school niet was, kreeg ik daar wel.’
MUSTAFA
‘School was een probleem, ik werd er bijna gek. Eenmaal op de middelbare school bleef ik constant thuis, zeven of acht jaar lang. Dan kwam er begeleiding, die mij hielpen om nieuwe plekjes te vinden. En daar ging ik dan heen, voor mijn hobby, het tekenen. En om mijn creativiteit aan te duwen. Zo ben ik bij Acato gekomen, waar ik gewoon mezelf kon zijn. Ik werd meer sociaal, ging meer praten. Het voelde gezelliger, het opende de wereld. Ik zag hoe mensen echt waren, hoe ze reageren en de connecties.’
'Als ze mensen iets willen, dan gaan ze geweld gebruiken om alsnog te krijgen wat ze willen. Het is de natuur. Maar woede was voor mij nooit een optie, vanwege mijn autisme. Dus trek ik me terug, zoek ik vooruitgang in dingen die ik wel leuk vind. Ik heb support gekregen van leraren die zeiden van: dit kan je, dat moet je doen. En dat is een probleem dat scholen vaak hebben. Die gaan jouw dingen leren, dat je later juist niet gaat gebruiken.’
'Ik ben laatste tijd meer filosofisch aan het kijken, want daar zit ook creativiteit in. Daarom lees ik Kafka. De wereld wordt alleen maar gekker. Het helpt mij om minder bang te zijn, meer uit te denken. Wat is verkeerd, wat is goed? Heb ik wel gelijk? Het is goed om vragen te blijven stellen, over jezelf of over andere dingen, om van te groeien.’
JENA
‘Ik kom uit Syrië, door de oorlog waren we naar Jordanië gevlucht. Ik was twaalf jaar, zat op de basisschool. Eerst is mijn vader hier gekomen, ruim een jaar later wij ook. Ik kwam op een ISK. Het Nederlands was niet echt een probleem. Het was Engels en Wiskunde. Ik kreeg niet echt informatie over berekeningen of manieren, maar er werd wel veel van mij verwacht. Toen moest ik naar vmbo-kader, in plaats van dat ze daar iets aan gingen doen. Dat was pijnlijk. Ik wist dat ik beter kon. Er was een docent die zei: slimme leerlingen hebben geen docent nodig. Dat is hetzelfde zeggen als dat je dom bent. Maar niet direct.’
‘Mijn vader is hiernaartoe gekomen voor ons, voor beter onderwijs, zodat wij kunnen studeren, voor een betere toekomst. Dus ik doe het voor mezelf, maar ook voor hem. Ik moet sterk zijn. Wij hebben zo’n spreekwoord: wat jou niet dood maakt, maakt jou wel sterker. ‘Ik zit nu in havo 5. Elke keer als ik het gevoel krijg dat ik naar achteren word getrokken, dan zie ik mijn vader en de gevaarlijke weg die we hebben afgelegd. Hoe ik mijn familie heb achtergelaten, mijn land, mijn cultuur. Ik was nog zó jong. Die geschiedenis geeft mij echt een push om gewoon door te gaan. Ik vind een vwo-diploma beter dan havo. En daarna? Ik ben van plan naar de universiteit te gaan, tandheelkunde studeren.’
MOHAMED
‘Voor mij was de middelbare school een eye-opener. Ik houd van games, films, manga, noem het maar op. Voor die tijd had ik niet echt mensen met iezelfde interesse. Maar op de Hugo de Groot was dat anders. De school was heel multicultureel. Ik heb heel veel kunnen leren en proeven.’
‘Ik was helaas niet echt heel studieus. Ik ben niveaus gezakt, gestegen, van gymnasium naar havo en toen op het MBO gekomen. Dat is eigenlijk waar ik echt begon met leren om te leren. Ik denk dat er een beetje een breading room voor nodig was. Het niveau lag iets lager. Wat ik vaak te horen kreeg? Maak een planning, maak een schema, doe het gewoon. Maar als het niet werkt en dat telkens weer, opnieuw wordt gezegd, dan helpen woorden niet meer. Ik ben nu bezig om me te testen voor ADHD en het lijkt erop dat dat het is wat ik heb.’
‘Toen ik op de Hugo zat, werd er een documentaire gemaakt. Er werden dingen gezegd als: er zitten daar gangs en probleemkinderen. Kansarme kinderen werden we zelfs genoemd. Ik had het gevoel dat er een verkeerd beeld werd geschapen over mij. Het is voor mij een extra motivatie om zelf leraar te worden en zelf uiteindelijk een zegje te kunnen hebben als er zo'n cameraploeg komt. Ik volg de lerarenopleiding biologie op de hogeschool.’
Reacties
Henk Boer
Mooie portretten. Wat me opvalt is dat de meeste jongeren geen verbinding hebben ervaren en niet gezien werden wie ze echt waren; wat hun kwaliteiten waren en hoe deze in te zetten.
Dit stukje raakte mij het meest:
‘Docenten zouden ietsje meer naar de leerling zelf moeten kijken. Een kind van zes kan dit niet zelf compleet oplossen. Ik wil ook gewoon dat de docent je begrijpt en ook echt dat die je fijn laat voelen. Je begint op heel jonge leeftijd een slecht zelfbeeld van jezelf te krijgen. Dat is totaal niet gezond. Dus ja, daar ben ik nog steeds heel erg mee bezig.’