Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Evaluatie van de pilot 'Sociale veiligheid LHBT-jongeren op school'

23 maart 2020

De komende tijd zullen op dit platform relevante artikelen worden gepubliceerd die eerder in Pedagogiek zijn verschenen. Dit is een onderzoek waarin een pilot is geëvalueerd gericht op het verbeteren van het klimaat voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders (LHBT’s) in het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het speciaal basisonderwijs/(voortgezet) speciaal onderwijs. 'Leerlingen moeten zich kwetsbaar kunnen opstellen en hun mening durven geven en daarvoor is onderling vertrouwen cruciaal. Om goede discussies over stereotyperingen en discriminatie binnen een veilige sfeer van de grond te laten komen, zijn enerzijds duidelijke regels en grenzen nodig en anderzijds voldoende ruimte voor leerlingen om eerlijk hun mening of visie te geven.' Dit is een onderzoek van Freek Bucx (SCP), Charlotte Jalvingh (ZonMW) en Femke van der Sman – De Beer (Haga Ziekenhuis).

Inleiding
Scholen zijn vaak geen veilige plek voor jonge lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders (kortweg LHBT’s). Scholieren met lesbische, homoseksuele of biseksuele gevoelens voelen zich onveiliger op school dan andere scholieren, en zij worden er vier keer zo vaak gepest (Kuyper, 2015; Mooij, Fettelaar, & De Wit, 2012). Het woord ‘homo’ wordt vaak als scheldwoord gebruikt (Kuyper, 2015). Een kwart van de transgenders krijgt op school te maken met negatieve reacties, zoals afkeurende blikken en flauwe grappen (Keuzenkamp, 2012).

Ook de houding van veel scholieren ten opzichte van LHBT’s is niet onverdeeld positief (Kuyper, 2015). De meerderheid van de scholieren vindt wel dat lesbiennes, homoseksuelen en biseksuelen hun vrienden mogen zijn, maar ongeveer een kwart geeft aan dat je op school beter niet kunt vertellen dat je homo bent. Vooral zichtbaar homoseksueel gedrag roept weerzin op. Ruim een derde van de scholieren in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs vindt het vies als twee jongens elkaar zoenen.

Opgroeien in een omgeving waarin heteroseksualiteit en genderstereotyp gedrag de norm is en waarin anders-zijn niet altijd wordt geaccepteerd, kan negatieve gevolgen hebben voor het welbevinden van LHBT-jongeren (Burton, Marshal, Chisolm, Sucato, & Friedman, 2013; Van Bergen, Bos, Van Lisdonk, Keuzenkamp, & Sandfort, 2013). LHBT-jongeren die regelmatig negatieve reacties krijgen uit hun omgeving, hebben vaker een laag zelfbeeld (Keuzenkamp, 2010). Voor leraren en jongeren is het moeilijk om op de school uit de kast te komen: een derde tot de helft van de scholieren in het voortgezet onderwijs vindt dat jongeren die op hetzelfde geslacht vallen, dit niet eerlijk kunnen vertellen op school (Keuzenkamp & Kuyper, 2013).

De acceptatie en veiligheid van LHBT’s op school is een belangrijk thema in het emancipatiebeleid van de overheid. Eind 2012 zijn de kerndoelen in het onderwijs aangepast: sindsdien zijn scholen verplicht voorlichting te geven over seksuele diversiteit. Om scholen hiermee te helpen heeft het ministerie van OCW de pilot Sociale veiligheid LHBT-jongeren op school laten uitvoeren, in het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het speciaal basisonderwijs/ (voortgezet) speciaal onderwijs (Ministerie van OCW, 2012).

Het is nauwelijks bekend of interventies om het schoolklimaat voor LHBTscholieren te verbeteren, effectief zijn. Er zijn vooralsnog weinig studies die hiernaar onderzoek hebben gedaan (Kamps et al., 2010; Pierik & Felten, 2013), enkele positieve uitzonderingen daargelaten (o.a. Kuyper, Vanwesenbeeck, & Dankmeijer, 2007; Mooij & Fettelaar, 2012, Sandfort, Bos, Collier, & Metselaar, 2010) die een gemengd beeld laten zien.

Mede daarom is het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) gevraagd om de pilot Sociale veiligheid LHBT-jongeren op school te evalueren. Het onderzoek vond plaats in het schooljaar 2012/’13. In dit artikel vatten we de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek samen: voor het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Voor meer gedetailleerde informatie en voor informatie over de uitkomsten in het speciaal basisonderwijs/ (voortgezet) speciaal onderwijs verwijzen we naar het SCP-rapport Anders in de klas (Bucx et al., 2014; te downloaden vanaf www.scp.nl).

 

De pilot Sociale veiligheid LHBT-leerlingen op school
Doel van de pilot was acceptatie en weerbaarheid van LHBT-jongeren op school te verbeteren, pesten en discriminatie van LHBT-leerlingen te verminderen, en bij te dragen aan een veilige en waardevrije schoolcultuur en goede omgangsvormen. De pilot bestond uit verschillende activiteiten, variërend van voorlichting en lessen voor leerlingen tot trainingen aan leraren (zie Tabel 1 voor meer informatie). De deelnemende scholen werd gevraagd het hele pakket uit te voeren maar zij waren vrij om te kiezen hoe zij de activiteiten invulden.

Aan de pilot was een subsidieregeling verbonden waar scholen zich voor konden aanmelden. In totaal deden 132 scholen mee aan de pilot en het onderzoek: 55 in het basisonderwijs, 67 in het voortgezet onderwijs, vijf voor speciaal basisonderwijs en vijf voor (voortgezet) speciaal onderwijs. De scholen vormden een redelijk diverse groep. Zo varieerde de schoolgrootte in het basisonderwijs van 49 tot 903 leerlingen en in het voortgezet onderwijs van 242 tot 5350 leerlingen Het aandeel leerlingen met een niet-westerse achtergrond in de deelnemende klassen varieerde van 0% tot 96% in het basisonderwijs en van 0% tot 71% in het voortgezet onderwijs. Ongeveer de helft van alle scholen had een confessionele achtergrond, waarvan de meeste rooms-katholiek of protestants-christelijk.

Tabel 1. Opzet pilot Sociale veiligheid LHBT-jongeren op school

De zes onderdelen van de pilot waren:

– Externe voorlichting: lessen over seksualiteit en seksuele en genderdiversiteit
– Lessen omgangsvormen voor leerlingen: over sociale vaardigheden en weerbaarheid
– Training omgangsvormen voor leraren: over respectvol omgaan met diversiteit
– Aandacht voor seksuele en genderdiversiteit in het bestaande lesprogramma
– Nazorg op school: een aanspreekpunt voor leerlingen met vragen rond seksualiteit en seksuele en genderdiversiteit
– Ouderbetrokkenheid: ouders worden geïnformeerd over de pilot, op een ouderavond, via de medezeggenschapsraad of de ouderraad, of met een brief

Doel van het onderzoek
Het evaluatieonderzoek had twee doelen. Het eerste doel was om te onderzoeken in hoeverre er – in lijn met de doelstellingen van de pilot – een effect was op

(1) de houding van leerlingen ten aanzien van LHBT’s;
(2) de ervaringen van leerlingen met pesten, discriminatie en hun weerbaarheid; en
(3) de veiligheid en veiligheidsbeleving van leerlingen. Dat is gebeurd met een effectmeting. Effecten op ervaringen en veiligheid zijn onderzocht voor leerlingen met homoseksuele, lesbische en/of biseksuele gevoelens alsmede de andere leerlingen

Tweede doel was in kaart te brengen welke elementen uit de pilot verantwoordelijk zijn voor het optreden of achterwege blijven van effecten: wat werkt wel, wat niet en waarom? Dit is onderzocht met behulp van een proces- en verklarende evaluatie (Herweijer & Turkenburg, 2012) op basis van diepte-interviews met betrokkenen.

Lees verder: zie PDF

Het  tijdschrift Pedagogiek stelt zich ten doel de wetenschappelijke discussie over opvoeding, onderwijs en vorming binnen het Nederlands taalgebied (Nederland en Vlaanderen) te stimuleren en te ondersteunen. Pedagogiek beoogt naast een bijdrage aan het wetenschappelijke debat ook de maatschappelijke discussie op de terreinen van opvoeding, onderwijs en vorming te bevorderen.

Dit artikel verscheen eerder in Volume 35, Number 2, 1 June 2015, pp. 182-192(11) en is met toestemming van de redactie van Pedagogiek overgenomen.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief