Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Ethiekonderwijs en onderzoek: hoop vinden in crisistijden? ‘Voilà, zo moeilijk hoeft het allemaal toch niet te zijn’

12 december 2023

Aandacht besteden aan de morele vragen die bij studenten, docenten en werkveldpartners leven. Hoe kun je daar in het onderwijs op inspelen? In zijn lectorale rede (eind oktober) zette Rogier van der Wal er licht op. Met zijn lectoraat Ethisch werken staat hij op de schouders van voorgangers en bouwt hij - graag in contact met anderen - verder. Wat opviel? Een enorme schat aan bronnen en zijn knipoog aan het einde, bij toch urgente maatschappelijke zorgen. ‘Voilà, zo moeilijk hoeft het allemaal toch niet te zijn.’

Bij Fontys is voor morele vragen bij studenten al een mooie bodem gelegd door Wouter Sanderse, tijdens zijn acht jaren lectoraat bij de lerarenopleidingen in Tilburg (FLOT). Wouter heeft met zijn promotieonderzoek en vele publicaties daarna de deugdethiek in Nederland een flinke impuls gegeven. Een van de verworvenheden is het Bildung-netwerk binnen Fontys. Wouter is op dit vlak nog altijd actief, nu vanuit de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht.

De lectorale rede van Rogier van der Wal droeg de titel Ethiek onder constructie: tijd voor bezinning! Voorafgaand aan zijn rede was een minisymposium onderdeel van de middag en diende als voorproefje van wat er allemaal nog te doen is rond ethisch werken. De lichte toon waarop Rogier sprak, vanaf de authentieke preekstoel in DomusDela in Eindhoven, stond symbool voor de aardsheid waarmee hijzelf doorgaans te werk gaat. Het oude kerkorgel, met zang en trompet als intermezzo door dezelfde Rogier gekozen, trok de rijkelijk gevulde kerkzaal tegelijk ook naar de hemel.

Het lectoraat Ethisch werken ziet drie onderzoekslijnen: ethisch werken binnen organisaties, toekomstgericht ethisch werken in relatie tot grote maatschappelijke vraagstukken en effectief ethiekonderwijs. Het focust zich daartoe op het individu, zijnde professionals (van nu en van morgen), managers en bestuurders. En op de organisatie. Op dit niveau levert het lectoraat een bijdrage aan het inrichten van onderwijsinstituten, zodat ze als morele leergemeenschap gaan functioneren.

Bronnen
In zijn rede maakte Rogier van der Wal met betrekking tot ethiekonderwijs een reisje langs een ongekende hoeveelheid praktijken en bronnen, waarin de noodzaak van ethisch professioneel besef en een ontwikkelrichting zich voorzichtig aftekenden.

Dit is een lichte bewerking van een deel van de rede.


'Recent is bij Tilburg University Natascha Kienstra benoemd tot bijzonder hoogleraar Ethische Vorming. In haar inaugurele rede constateert zij dat we het in Nederland verhoudingsgewijs heel matig doen. Er zijn nauwelijks uren voor ethiek in het middelbaar onderwijs en veel meer dan oppervlakkige kennis kan er niet overgedragen worden. Luister in dat opzicht ook naar deze Tjipcast: Waarom is ons ethiek onderwijs in crisis (en hoe komen we eruit?) Geen wonder dat studenten zich in hun vervolgopleidingen niet echt raad weten met morele issues, en dat kun je hen ook moeilijk kwalijk nemen: ze zijn er nauwelijks voor toegerust.’

'Eenzelfde constatering is ook al gedaan door Lieke van Stekelenburg in haar promotieonderzoek, waarin ze vaststelt dat het aan basale vocabulaire lijkt te ontbreken. En ook vanuit de Hogeschool Utrecht is in een prikkelend artikel al de vraag gesteld: Waarom ontbreekt ethiek zo vaak in onze curricula? (Montessori & Van Steenbergen 2023). Frederike de Jong, met wie ik destijds aan de VU Filosofie studeerde, ziet een uitweg. Ze publiceerde begin dit jaar een boek - Kiezen voor wat van waarde is - waarin ze pleit voor ethisch gefundeerd onderwijs, in plaats van de huidige kramp om vooral in feiten toevlucht te zoeken.’

Frederike de Jong publiceerde begin dit jaar een boek - Kiezen voor wat van waarde is - waarin ze pleit voor ethisch gefundeerd onderwijs, in plaats van de huidige kramp om vooral in feiten toevlucht te zoeken.''

Bezinning
‘Het is hier dat bezinning op ons morele kompas en de voorbeeldfunctie die docenten en werkveldcontacten vervullen, aan de orde is. Dat betreft specifieke vakken waar die morele dimensie aan de orde komt: dat gesprek kunnen we mee helpen voeren en verdiepen. Maar het gaat ook om een overstijgende, meer programmatische lijn, om integraal te doordenken hoe in vier jaar studie de juiste inhoud en vaardigheden kunnen worden geoefend. Daarbij verdienen ook onze blinde vlekken en vooroordelen nadrukkelijk aandacht. Wie zegt die niet te hebben, valt bij een eenvoudige test al door de mand. Zie dit artikel van Max Bazerman & Ann Tenbrunsel (2011).’

Perspectivische lenigheid
Mede vanuit het oogpunt van diversiteit en inclusie pleit Rogier van der Wal voor perspectivische lenigheid, het naar een bepaald vraagstuk kunnen kijken met verschillende brillen. Het nieuwe boek van de eerdergenoemde Lammert Kamphuis, Verslaafd aan ons eigen gelijk, gaat hierover en probeert manieren aan te reiken om verder te leren kijken. ‘Het is de moeite waard om ons te verdiepen in hoe meningen en overtuigingen tot stand komen en hoe je een mening kunt veranderen (McRaney 2022). Ik denk ook aan het inspirerende werk van hoogleraar organisatiepsychologie Adam Grant, met name zijn Think Again uit 2021 over het vermogen ‘to rethink and unlearn’, het aandurven om van mening en van koers te veranderen.’

Laten we ook verder kijken dan alleen ons eigen westerse denken, bepleit Van der Wal. Er zijn mooie studies voorhanden die helpen een bredere blik te ontwikkelen (The geography of thought, Richard Nisbett 2003 en Een kleine geschiedenis van de waarheid, Julian Baggini 2018). Aspecten die hierbij volgens hem relevant zijn: het werk van Micha de Winter over de pedagogische civil society (2011) en De gewoonste zaak van de wereld van Pieter Hilhorst & Michiel Zonneveld 2013), het Agoramodel van wijlen René Gude (2016), studies naar hoe je kunt leren om vreedzaam van mening te verschillen (Kunst van het vreedzaam vechten - Hans Achterhuis & Nico Koning 2014, Vrede kun je leren - Thomas d’Ansembourg & David Van Reybrouck 2017) en De pedagogiek van solidariteit (Femke Kaulingfreks 2023), die verwijst naar het weer volop aangehaalde boek van Paolo Freire, De pedagogiek van de onderdrukten uit 1970.

Laten we ook verder kijken dan alleen ons eigen westerse denken, bepleit Van der Wal. Er zijn mooie studies voorhanden die helpen een bredere blik te ontwikkelen.''

Volgens Van der Wal kun je hiermee op drie samenhangende, congruente manieren aan de slag. Allereerst met de morele aspecten van de diverse vakken binnen het curriculum, om daar meer mee te oefenen. Maar daaroverheen ook het integraal doordenken van de morele component binnen curricula: hoe zou je die het beste vorm en inhoud kunnen geven? En ten derde het doen van onderzoek naar welk type ethiekonderwijs het beste blijkt te werken en wat daarvoor de randvoorwaarden zijn. ‘Eén van de interessante contacten die we daarbij opgedaan hebben is de Respect Foundation, ooit opgericht door rabbijn Awraham Soetendorp. Ik hoop dat we samen hun mooie werk kunnen uitbouwen naar het hbo en wellicht ook het wo.’

Inclusie en diversiteit
Het behoeft geen betoog dat inclusie en diversiteit hierin gewaarborgd moeten zijn, vertelt Van der Wal, vandaar de beoogde samenwerking met het domein brede programma Inclusieve Samenleving van Cheryl McDowell, en de connectie met het CoE Inclusive Society. ‘Ook toegankelijkheid, gelijkwaardigheid en sociale veiligheid horen erbij. We kennen inmiddels genoegzaam de nadelen van het lang dominante meritocratische discours (zie De tirannie van verdienste, Michael J. Sandel 2021 en het prachtige boek van Milo van de Kamp, Misschien moet je iets lager mikken, 2023).'

Wat is er eigenlijk in randvoorwaardelijke zin voor nodig, willen de ethische aspecten van werk tot hun recht kunnen komen?

Wat is er eigenlijk in randvoorwaardelijke zin voor nodig, willen de ethische aspecten van werk tot hun recht kunnen komen? Om te beginnen: ruimte. ‘Iets waar we in de kwartiermakersfase van het overheidsprogramma Dialoog & Ethiek ook steeds op uitkwamen. Dat programma is in het leven geroepen als rechtstreeks gevolg van de toeslagenaffaire en bedoeld om alle rijksambtenaren vriendelijk, maar niet vrijblijvend uit te dagen op hun eigen werk te reflecteren.

Een tweede vereiste is tijd en rust, dat met het oog op meer aandacht en concentratie. Van der Wal: ‘Die tijd en rust gunnen we ons vaak veel te weinig, voortgedreven als we worden door de hectiek van de dagelijkse werkpraktijk. Ik wijs op de enorme populariteit van het mooie boek van Joke Hermsen, Stil de tijd. Recent heeft ook Robert van Putten, lector Bezieling van professionals aan de Christelijke Hogeschool Ede, aandacht gevraagd voor het fenomeen tijd, Een Kwestie van tijd. In het verlengde hiervan heeft Koen Haegens ons erop geattendeerd hoeveel tijd we vaak zonder erbij stil te staan met social media verstrooien. Hij zet daar in Verstrooide tijd iets naast: toegewijde tijd. Niet passief, je mee laten voeren, maar zelf actief besluiten je tijd aan iets toe te wijden: dit wil ik doen!'

Bovendien heeft de Coronatijd noodgedwongen een flinke impuls gegeven aan hybride werken en beschouwen we dat inmiddels als een verworvenheid waar we niet meer vanaf willen (onderzoek van AWVN-zomer 2023). Op het vlak van hybride samenwerken valt nog wel winst te boeken, zoals Gonny Vink en haar collega’s van Work21 laten zien (2022). ‘Verdere inspiratie put ik uit de zoektocht van de Corporate Rebels naar die werkplekken waar iets bijzonders gebeurt (Joost Minnaar & Pim de Morree 2020). Waarom gebeurt dat niet veel vaker?’

Het belang van rust, aandacht en concentratie kan niet onderschat worden, zegt Van der Wal. En toch laten we ons heel gemakkelijk afleiden. ‘In de kern gaat het hier om het klassieke onderscheid tussen een actief en een contemplatief leven en hoe die interfereren, een thema waar al in de Oudheid veel over geschreven werd en waar ook nu nog mooie studies naar gedaan worden. Ook zelfzorg - denk aan Michel Foucault en zie Joep Dohmen (2021) - is hierbij een centrale notie. Veel mentale gezondheidsproblemen kunnen daarmee voorkomen worden.’

Het belang van rust, aandacht en concentratie kan niet onderschat worden. En toch laten we ons heel gemakkelijk afleiden.''

‘Anderzijds wijst Lynn Berger van De Correspondent ons in haar pakkende boekje Ik werk al (ik krijg er alleen niet voor betaald) op dat er in de sfeer van mantelzorg en huishoudelijk werk een enorme hoeveelheid verborgen uren schuilt. het is door een econoom geschat op 215 miljard euro per jaar, zijnde een kwart van ons bbp en ruim 12 keer de Defensiebegroting! Die tijd komt in de knoei als aan mensen gevraagd wordt om meer betaald te gaan werken.’

Relaties en resonantie

Veel draait om relaties, zo staat in de lectorale rede geschreven, met name in het tweede deel. Het blijkt uit onderzoek naar geluk en het goede leven (Harvard) dat men al meer dan tachtig jaar doet: warme, bestendige relaties zijn letterlijk van levensbelang (Robert Waldinger & Marc Schulz 2023). ‘En dat geldt ook voor de werksfeer, waar we er vaak lang niet uithalen wat erin zit. Hoe goed kennen we onze collega’s nu echt, en hoe open durven we naar hen te zijn?’

We lijken langzaam maar zeker de grootste individualisering achter ons te laten en op zoek te gaan naar meer ‘wij’. Of zoals ‘geluksprofessor’ Ruut Veenhoven het in de Volkskrant verwoordde:

“Gelukkige mensen functioneren beter, niet alleen in hun eigen leven maar ook in de maatschappij. Ze zijn vaker maatschappelijk betrokken dan mensen die minder gelukkig zijn. Gelukkige mensen zijn zich bewuster van maatschappelijke problemen, worden vaker lid van Amnesty International. Als ze gaan stemmen, zijn ze beter geïnformeerd. Ze tillen de belasting minder. Het zijn gewoon betere burgers.” (interview in de krant van 1 september 2023).

‘Hierbij sluit prachtig aan het pleidooi van de populaire Duitse socioloog Hartmut Rosa voor meer resonantie (zoals ook in kunst en muziek, eigenlijk letterlijk ‘meetrillen’) en verbinding. Dat kan ook implicaties hebben wat de praktische uitwerking betreft. Meer auteurs tonen zich gereserveerd over de notie contract en pleiten in plaats daarvan voor de kracht van een verbond, omdat je daarmee op een dieper niveau connectie maakt. Voorbij geld en uitruil van belangen, zie Roel Kuiper (2009) en Jonathan Sacks (2020).

‘Dit denken in termen van resonantie laat zich ook vertalen naar niveaus van organisaties (bijvoorbeeld: hoe ziet een voorbeeldige organisatie eruit?) en de maatschappij: wat verstaan we onder een fatsoenlijke samenleving en wat is daarvoor nodig? (Avishai Margalit 1996, Willemijn van der Zwaard 2021).’

Het denken in termen van resonantie laat zich ook vertalen naar niveaus van organisaties (bijvoorbeeld: hoe ziet een voorbeeldige organisatie eruit?) en de maatschappij: wat verstaan we onder een fatsoenlijke samenleving en wat is daarvoor nodig?''

Tweede levensfase
De laatste tijd is er kort achter elkaar een aantal studies verschenen die een vergelijkbare boodschap afgeven: de tweede levensfase vraagt om heel andere dingen dan de eerste. Wie tijdig de draai weet te maken, kan ook in die tweede fase nog veel betekenen. David Brooks noemt het De tweede berg’. De eerste beklim je op zoek naar carrière, status en succes, de tweede richt zich veel meer op anderen en draait om je familie, je roeping, filosofie en gemeenschap.

‘Bij Arthur C. Brooks heet het onderscheid fluid en crystallized intelligence. Hij was aanvankelijk professioneel musicus, maar kwam er al rond zijn 35ste achter dat zijn topprestaties terugliepen. Toen meer oefenen niet hielp, is hij maar gaan omscholen. Tegenwoordig is hij hoogleraar Psychologie aan Harvard en auteur van meerdere bestsellers.’

Nederlandse equivalenten zijn Frits de Lange (Eindelijk volwassen. De wijsheid van de tweede levenshelft, 2011) en Arjan Broers, die zelfs spreekt over De beste helft’ (2023). Van der Wal: ‘Interessant is dat hier het concept wijsheid om de hoek komt kijken, een combi van allerlei zaken waaronder vakkennis, werk- en levenservaring. Je zou dat in mijn ogen gerust ‘praktische wijsheid’ kunnen noemen.’

‘David Brooks had in zijn eerdere boek The Road to Character het onderscheid gemaakt tussen sollicitatiedeugden (‘resume virtues’) en begrafenistoespraakdeugden (‘eulogy virtues’). De eerste passen met name bij de eerste levensfase, maar gaandeweg worden die tweede veel belangrijker. Hoe wil je herinnerd worden.? Dat is ook de insteek bij het boek van Jacky van de Goor, die mensen voor haar promotieonderzoek de mooie vraag heeft gesteld, welk verhaal zou je willen meenemen naar het hiernamaals?’

Dat strookt met het overbekende verhaal van de Australische verpleegster Bronnie Ware die mensen op hun sterfbed vroeg waar ze spijt van hadden en daar een boek over schreef, Als ik het leven over mocht doen (2012). ‘Bijna niemand noemde zijn of haar werk, dat ze daar meer uren hadden willen maken. Bijna iedereen had meer tijd willen besteden aan gezin en vrienden. Alweer: relaties blijken het belangrijkst te zijn.’

Rijnlands denken en coöperaties

Rogier van der Wal voelt veel affiniteit met het Rijnlandse denken, zoals dat in Nederland onvermoeibaar wordt gepropageerd door onder andere Jaap Peters en Matthieu Weggeman. Dus in plaats van het Angelsaksische aandeelhouderskapitalisme met een dominantie van winstgevendheid op de korte termijn, juist oog voor álle stakeholders en een gerichtheid op de langere termijn. En met als principe coöperatie boven competitie en leefwereld boven systeemwereld. Van nature zijn we immers ingesteld op samenwerking, zoals door Tine de Moor - zie haar oratie - al is uitgelegd in haar verhaal over de Homo Cooperans (2013).

Van der Wal: ‘In de Middeleeuwen hadden we de gilden, in de 19e en 20e eeuw het particuliere initiatief, en de 21e eeuwse vertaling daarvan zijn de commons: energiecoöperaties, zorgcoöperaties, onderwijs... Half juni was hier in Eindhoven een drukbezochte dag over in het Parktheater, waar goed te merken was wat een energie deze beweging heeft en geeft.’

In de Middeleeuwen hadden we de gilden, in de 19e en 20e eeuw het particuliere initiatief, en de 21e eeuwse vertaling daarvan zijn de commons: energiecoöperaties, zorgcoöperaties, onderwijs.''

‘Het past ook prima bij inspirerende gedachten om anders om te gaan met economie: De economie van goed en kwaad (Tomas Sedláček 2012), de Donuteconomie van Kate Raworth met het denken in een sociale ondergrens en een ecologisch plafond waar we tussenin zouden moeten blijven, Het goede voorouderschap van haar man Ramon Krznaric met het mooie beeld van zeven generaties vooruitdenken, de burgerberaden waar Eva Rovers voor pleit en de betekeniseconomie met de focus op welbevinden in plaats van welvaart, die door Kees Klomp is uitgedacht en waar hij school mee maakt. Hier wordt bijvoorbeeld door impact ondernemers al volop op ingespeeld. Het is denken dat de wind maatschappelijk in de zeilen heeft.’

‘Deze manier van denken wint ook in ons werkveld terrein; binnen de hogeschool kunnen we ermee aan de slag in het nieuwe onderwijs waarbij de maatschappelijke vraagstukken centraal staan en we kunnen er inspiratie uit putten. Ik zou daarbij nog de notie van een betekenisvol leven willen aanreiken, immers: “Er is meer in het leven dan gelukkig zijn”. Zo’n leven kent vier pijlers: ergens bij willen horen, een (hoger) doel hebben waaraan je kunt bijdragen, elkaar verhalen vertellen en zo op een dieper niveau contact maken en ervaringen van transcendentie en groei opdoen en delen (zie De kracht van betekenis, Esfahani Smith 2017).’

‘Wat daarbij verder kan helpen is denken in termen van moreel kapitaal (Roel Kuiper 2009), een begrip gevormd naar analogie van het bekendere sociaal kapitaal van socioloog Pierre Bourdieu. Daarnaast kunnen we samen oefenen met hedendaagse deugden als compassie, altruïsme, dankbaarheid en nederigheid. Maar tevens met de klassieke deugden zoals rechtvaardigheid, moed, zelfbeheersing en praktische wijsheid.’

Ook in de diverse geloofstradities is op dit vlak inspiratie te halen; niet voor niets is door Karl Jaspers al gewezen op de hoge mate van overeenkomsten in het denken van Socrates, Jezus, Boeddha en Mohammed (1975). Van der Wal: ‘Er hoort trouwens ook bij dat we fouten moeten durven en mogen maken, immers: nobody is perfect, waar gehakt wordt vallen spaanders en wie niet waagt... ‘

Er hoort trouwens ook bij dat we fouten moeten durven en mogen maken, immers: nobody is perfect, waar gehakt wordt vallen spaanders en wie niet waagt... ''

En ook hier is framing belangrijk, voegt hij eraan toe. ‘Als je niet spreekt over ‘fouten’ maar over ‘briljante mislukkingen’, een mooie vondst van de Maastrichtse hoogleraar Paul Iske, dan klinkt dat gelijk al heel anders. Ik denk dat het heel goed is als je daar ook binnen de hogeschool open over kunt praten, zonder daar gelijk op afgerekend te worden.’

Mooi is in dit verband ook het provocerende boek dat Kees Boele de wereld in zond toen hij collegevoorzitter was aan de HAN, Onderwijsheid (2015). Daarmee wist hij destijds volle zalen te trekken, het boek viel zeer in de smaak. Boele roeide met kracht en zichtbaar plezier in tegen de eenzijdige focus op de zogenaamde 21st century skills en pleitte juist voor wat hij ‘4th century BC skillsnoemde: Logica, Ethica en Fysica. Zindelijk kunnen redeneren, geen dingen doen die het daglicht niet kunnen verdragen en regelmatig een stevige fysieke inspanning. Voilà, zo moeilijk hoeft het allemaal toch niet te zijn...’

Wil je de gehele lectorale rede ontvangen, neem dan contact op met Rogier van der Wal: [email protected]

Of vraag hem op via zijn LinkedIn-profiel via een PM

 

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief