Een theaterles: van impuls tot groepsimprovisatie
11 juni 2023
Tjoerd Zweije was docent theater en geschiedenis. Hij verzorgde theateronderwijs waarin hij specifiek aandacht aan subjectificatie besteedde. In gesprek met NIVOZ-collega Jelle Ris vertelde Tjoerd over zijn aanpak en wat dit van hem vroeg. Inmiddels is Tjoerd gestopt als leraar omdat hij geen ruimte voelde voor zijn visie op onderwijs en lesgeven. Lees in deel 1 van dit drieluik over Tjoerds theaterlessen. Deel 2 en 3 verschijnen woensdag en vrijdag.
Het boek "Wereldgericht onderwijzen – Biesta in de praktijk" beschrijft hoe leraren aandacht aan subjectificatie besteden. Maar wat vraagt het verzorgen van subjectiverend of wereldgericht onderwijs eigenlijk van de leraar? Om hier zicht op te krijgen, ging docent en NIVOZ-collega Jelle Ris in gesprek met Tjoerd Zweije, docent drama en geschiedenis en onderwijsadviseur, over diens onderwijspraktijk.
Tjoerd vertelt hoe hij met een tweede klas vmbo op onorthodoxe wijze invulling gaf aan zijn dramalessen, zíjn manier om het subjectiverende doel zoals Biesta dat beschrijft, in te kleuren.
Hoe zijn je lessen opgebouwd en wat is jouw idee erachter?
‘Gedurende enkele weken experimenteerde ik tijdens mijn dramalessen met bewegingsimprovisatie op muziek. In het begin was deze opdracht strak gekaderd. De leerlingen liepen alleen naast elkaar in rechte banen. Ik vroeg ze te focussen op impulsen die ze kregen van de muziek, zichzelf of anderen. Ze mochten op deze impulsen reageren door te gaan bewegen of ermee te stoppen of door helemaal niets te doen. Ik vroeg de leerlingen, zeker degenen die het spannend vonden, hun impulsen en gedachten te onderzoeken. Het ging me erom dat ze hun impulsen leerden herkennen en vertrouwen. Ik stimuleerde ze hun oordelen en schaamte los te laten. De leerlingen pikten al snel op dat er geen goed of fout bestond. Het besef groeide dat de ene beweging tot de andere leidde, bij zichzelf of een ander, en dat hun acties elkaar dus onderling beïnvloedden.
Subjectiverend en wereldgericht onderwijs zijn volgens Biesta onlosmakelijk met elkaar verbonden. Subjectiverend onderwijs stimuleert leerlingen om zelf na te denken en te handelen in situaties van keuzevrijheid. Leerlingen worden uitgedaagd en aangemoedigd om vanuit hun binnenwereld afwegingen te maken in relatie tot alle mogelijke sociale, culturele, historische en natuurlijke ‘werelden’ waarmee ze geconfronteerd worden. |
Toen de leerlingen meer comfortabel werden met de situatie, mochten ze elkaar ook gaan kruisen. Wat doe je als je iemand tegen het lijf loopt, of een bezem of een stoel tegenkomt? Vanaf de derde les waren regels niet meer nodig en ontstond er een autonoom schouwspel dat twintig minuten doorging. De leerlingen vertrouwden op zichzelf en hun impulsen, zochten contact, stonden open, verrasten zichzelf en speelden. Ze gingen er helemaal in op.
Naderhand wees ik de leerlingen op het grote verschil met de eerste les. Ik vroeg ze ook naar hoe zij dachten dat het kwam dat ze het improvisatiespel nu zo goed realiseerden. Ze noemden “focus hebben” en “aandachtig zijn”, en op zichzelf en de ander vertrouwen. Het spel werd gezamenlijk gedragen en leerlingen bleven elkaar betrekken. Leerlingen mochten ook níet meedoen, ook dat was een reactie die okay was. Wie langs de kant zat, viel eigenlijk nog het meest op.’
Wat ik er wezenlijk aan vind, is dat die leerlingen allemaal ‘aan’ staan. Niemand kijkt naar mij. Ze doen het voor zichzelf.
Waarom is dit wezenlijk onderwijs?
‘Wat ik er wezenlijk aan vind, is dat die leerlingen allemaal ‘aan’ staan. Niemand kijkt naar mij. Ze doen het voor zichzelf. Je ziet constant de wisselwerking tussen leerlingen die een eigen impuls volgen of ingaan op wat een ander aangeeft. Er was een meisje dat een jongen liet draaien en die jongen wilde het terugdoen. Het meisje wilde hem eigenlijk nog een keer draaien, maar slikte haar impuls in. Dat is wat elkaar ontmoeten is. Zo simpel is het. Ik heb het ook gefilmd om dit soort momentjes met ze te bespreken. Zo was er ook een leerling die van de nek van een klasgenoot viel, en half vallend meteen meeging in de beweging van drie andere klasgenoten. Het gaat enorm over openstaan voor de ander. Het gaat om reageren in de letterlijkste zin van het woord. Daar word ik ontzettend blij van en de leerlingen ook.’
Wat vraagt het verzorgen van deze lessen van jou?
‘Van mij vraagt het onder andere dat ik aangeef dat ik geen idee heb waar we mee bezig zijn, en dat het alle kanten op kan en mag gaan. Het vraagt enorm om loslaten. Vooraf had ik ook geen idee hoe het uit zou pakken. En er ontstond iets prachtigs in het lokaal, zomaar op een saaie regenachtige donderdagochtend. Ik had hoge verwachtingen van de leerlingen en gaf ze voortdurend vertrouwen.’
Wat beoog je met de lessen?
‘Wat de leerlingen in optima forma aan het doen zijn, is spelen. Er gebeuren enorm veel dingen in het lokaal die in een klassieke opstelling niet mogelijk zijn. Ik krijg van deze les veel meer energie dan van klassiek toneelspelen. Dus ik doe het ook om het lesgeven voor mijzelf zinnig te houden. Ik moet geloven in wat ik doe. Anders word ik een hele matige leraar.’
Wat brengen de lessen?
‘Ik word er zelf heel alert van. Dat zien de leerlingen ook. We zijn aan het maken en er heerst een maakenergie. De spelvorm haalt de leerlingen uit hun normale sociale patronen en ze raken vertrouwder met hun impulsen en elkaar. Ze haken aan op waar zij op dat moment in hun leven aan toe zijn. In die zien is de les ontwikkelingsgericht. Ik krijg terug dat ze als groep dichter naar elkaar toe groeien. Ze gaan nu eerder om met leerlingen met wie ze normaal nooit omgingen. En ik vind het ook heel belangrijk om te benoemen dat de meer introverte leerlingen veel makkelijker reageren op hun eigen impuls. De leerlingen die normaal einzelgänger zijn, nemen nu het voortouw. Dat is qua groepsdynamiek een omdraaiing.’
Reflectie: Wat vraagt het verzorgen van wereldgericht onderwijs van de leraar?
Tjoerd wilde aandacht besteden aan subjectificatie en ontwierp een experimentele lessenreeks. Hij wees zijn leerlingen via de bewustwording van en omgang met hun impulsen op zichzelf en hun binnenwereld. Tegelijkertijd wees hij zijn leerlingen op de sociale wereld, hun medeleerlingen en de vreugde die samen associatief spelen kan brengen. Hij gaf de lessen een niet dwingend en inclusief karakter. Uiteindelijk zorgde deze benadering voor een omdraaiing van bepaalde dynamieken in de groep en meer onderling contact. In de reeks maakte Tjoerd enkele regels en kaders leidend. Deze boden aanvankelijk de nodige houvast en structuur in het spel, en gaven vervolgens juist ruimte voor vrije inbreng van de leerlingen. Tjoerd maakte de leerlingen bewust van wat het van hen vroeg om de lessen tot een succes te maken. Hij filmde het schouwspel, om met de leerlingen hun acties en reacties terug te kunnen kijken. Dat de groep zich verantwoordelijk voelde voor het spel én elkaar, was een grote verdienste. Tjoerd leefde het uitgangspunt van de les voor, door aan te geven dat ook hij niet precies wist wat er komen zou. Zo sloot hij aan bij de beleving van de leerlingen én benadrukte hij het open karakter van de les. Hij liet zoveel mogelijk los, zodat de leerlingen op authentieke wijze invulling konden geven aan de activiteit. Hij gaf hen vertrouwen en verantwoordelijkheid. Door dit alles lukte het de leerlingen, met behulp van muziek en de omgang met eigen en andermans impulsen, tot betekenisvol associatief improvisatietheater te komen. Tjoerd daagde met de lessen niet alleen zijn leerlingen, maar ook zichzelf uit, om een goede docent te kunnen zijn.
In aansluiting op bovenstaande beschrijving, benader ik Tjoerds les in het volgende deel (dat overmorgen verschijnt) met het oog op onderbrekende, vertragende, steunende en voedende kwaliteiten van onderwijs.
Jelle Ris is co-auteur van het boek Wereldgericht onderwijzen - Biesta in praktijk dat in juli 2021 uitkwam. Jelle was zestien jaar docent in het voortgezet speciaal onderwijs in Rotterdam-Zuid. Tegenwoordig is hij lerarenopleider aan de Thomas More Hogeschool en de Willem de Kooning Academie.
Literatuur
Biesta, G. (2022). Wereldgericht onderwijs – Een visie voor vandaag. Phronese.
Eidhof, B., Janssens M., Ris, J. (2021). Wereldgericht onderwijzen – Biesta in de praktijk. Stichting NIVOZ.
Reacties
Ankie Verlaan
Als oud-docent herken ik veel en denk met smart: had ik dat toen maar geweten en gedaan!