Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Een lastige vraag voor een volle zaal, maar dán gebeurt het

30 september 2021

Op het NIVOZ-symposium ‘Wereldgericht onderwijzen - Biesta in de praktijk werd het gelijknamige boek gepresenteerd. Deze uitgave gaat over de theorie achter ‘subjectificatie’ en daarnaast zijn er praktijkvoorbeelden uit po, vo en lerarenopleidingen. Moderator Jan Jaap Hubeek vraagt drie auteurs op het podium en stelt één van hen, Jelle Ris, een directe vraag over dit veelzijdige begrip. Het kost hem wat om tot antwoorden te komen. Maar Jelle krijgt zichzelf er als geschenk voor terug. ‘Er ontstond voor mij een subjectiverend moment.’ Dit is zijn blog.

Hey jij, kijk daar! - enkele kenmerken van subjectificatie

[Kenmerk 0: ik ben in relatie, ik ben in de wereld.] Voor een volle zaal krijg ik de lastige vraag ‘Hey Jelle, kun jij in een paar woorden vertellen wat subjectificatie eigenlijk is en heb je er een voorbeeld bij? [Kenmerk 1: er komt een lastige vraag op me af, specifiek op mij gericht.]

En zo werd het publiek getrakteerd op een subjectiverend moment.

‘Uitdagend’, dacht ik, ‘dit is niet voorbesproken en ook niet een-twee-drie te beantwoorden’. Ik sta voor een volle zaal, ben een expert en wordt geacht dit waar te maken. [Kenmerk 2: Er staat iets op het spel, waaronder ik.] Ik stamelde even en werd duidelijk onderbroken in mijn focus en verwachtingen. Mijn focus lag bij het gespreksverloop en de vragen die ik wel had voorbereid. Ik verwachtte een ontspannen gesprek. [Kenmerk 3: Er is sprake van onderbreking in het ‘met mezelf zijn’.] [Kenmerk 4: Er doet zich een vraag voor die een beroep op me doet ‘Wat vraagt deze vraag van mij?’.] Ik wil zowel de vraag recht doen als het publiek en mezelf. Via welke aanvliegroute en vanuit welk perspectief zal ik voor dit publiek antwoorden? [Kenmerk 5: Ik word geconfronteerd met mijn (keuze)vrijheid.] Hoe ga ik antwoorden? Ik ben gekwalificeerd: ik ken historische, filosofische, (wijsgerig) pedagogische en praktische perspectieven op subjectificatie. En ik ben gesocialiseerd als: nivozzer, co-auteur en leraar. Subjectificatie gaat niet over wat ik weet en kan, maar wat ik met deze kennis en vaardigheden doe, hoe ik besta, hoe ik eigen manieren van antwoorden verken en juist niet spreek als vertegenwoordiger van culturele ordes waartoe ik behoor. [Kenmerk 6: Ik word, zij het in een flits, vertraagd.] Ik verken de vele mogelijke antwoorden. Er gaat een veel te grote lade met kennis open. Ook vraag ik me af, hoe simpel, persoonlijk, gericht op onderwijs, algemeen of specifiek ik zal antwoorden? Hoe lang ga ik spreken? Ik ontmoet de wereld en mezelf in relatie tot de wereld. Ik moet vertrouwen op mijn kennis en vaardigheden. [Kenmerk 7: Ik steun en voed mezelf.] Het komt er nu op aan! En daar ga ik. [Kenmerk 8: subjectiveren kun je alleen zelf.] Er is niemand die mij tot antwoord kan dwingen en niemand die voor mij zal antwoorden. Subjectificatie is niet extern te bewerkstelligen. Het is een sprong die je zelf moet nemen, het is een eenzame en persoonlijke gebeurtenis.

Ik antwoord als Jelle, met een associatief ‘kunstenaarsbrein’. Ik weet niet meer wat ik precies zei. Ik had het erover: ‘als je iets tegenkomt dat een beroep op je doet, dat je dat aangaat, en er bereidheid nodig is om dit blijvend te doen, omdat subjectificatie een doorlopend proces is. Het is een persoonlijk proces en levert telkens een nieuw begin of vertrekpunt op. Het werken aan dit boek over subjectificatie is er een voorbeeld van. Telkens opnieuw werd ik onderbroken door wat het dialoog tussen pedagogische praktijk en theorie me vertelde. Mijn perspectief en begrip was aan constante verandering onderhevig, en is dit nog steeds.’

En in dit moment gebeurde het dus weer. Ik werd overvallen/onderbroken door een lastige vraag. Er was geen tijd voor rustige overdenking en ik moest overgaan tot handelen. Ik vond het zelf best een lastig moment waar ik eerst streng en daarna nieuwsgierig op terugkeek. Wat gebeurde er dat ik niet een simpeler, eenduidiger of meer op onderwijs gericht antwoord gaf? Mijn ‘ik’ verscheen en mijn denken ging aan. Dat is bij mij geen denken gericht op het vinden van het juiste antwoord, maar een denken over mijn relatie tot de vraag, de situatie en de wereld. Dat is hoe ik besta en hoe ik wil zijn. Altijd opnieuw in het moment het eigen denken en handelen verkennen. Hoe lastig dat soms ook is.

Als ik als perfectionist de tijd had gekregen om deze vraag voor te bereiden had ik een ‘sterk ontworpen, veelzijdig, beknopt doch omvattend en intern valide antwoord geformuleerd’. Er was een subjectiverend moment verloren gegaan. Ik zou niet in relatie zijn gekomen tot mezelf, de inhoud en het publiek. Ik was niet authentiek geweest en had een veilig en gecontroleerd antwoord gegeven. Precies waar de middag niet over ging.

Dank je wel Jan Jaap.

Jelle Ris was vanuit zijn studie onderwijswetenschappen stagiair bij NIVOZ. Met Maartje Janssens en Bram Eidhof werkte hij aan het boek Wereldgericht onderwijzen. Biesta in praktijk dat in juli 2021 uitkwam. Hij was zestien jaar docent in het speciaal voortgezet onderwijs en is recent opleidingsdocent beeldende vorming geworden aan de pabo van de Thomas More Hogeschool. Bovendien is hij deze zomer een trotse vader geworden van een dochter.

Meer artikelen n.a.v. Biesta in de praktijk op...

www.biesta-in-de-praktijk.nl

 

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief