Een lage lat vraagt ons niet om hoog te springen
21 april 2021
“Wat heb jij nodig om morgen aan de slag te gaan? #morgen #nodig” Dit was de laatste vraag, gisteravond tijdens de Klassen Meetup, in de regio Overijssel. Naar aanleiding van de televisieserie Klassen organiseerde omroep Human een reeks online Klassen Meetups. Groepsleerkracht en orthopedagoog Gertine Vorstelman was aanwezig bij de Klassen Meetup in Overijssel en vertelt wat haar raakte en ook hoe ze terugdenkt aan haar eigen schoolloopbaan en de bepalende rol van meester Wim. “Uit onderzoek blijkt dat de werking van verwachtingen niet onderschat mag worden. Een lage lat vraagt ons niet om hoog te springen.”
De Meetups zijn er om het te hebben over hoe we samen kunnen strijden voor gelijke kansen voor elk kind. Het is een interactieve avond waarin het voornamelijk draait om de inbreng van de aanwezigen. Wethouders uit de provincie leggen hun oor te luister en één van de regisseurs van KLASSEN, Ester Gould, was aanwezig om haar belangrijkste eye openers te delen. Aan de hand van thema’s gingen we op zoek naar oplossingen. Er zijn 16 thema’s geselecteerd die landelijk spelen omtrent kansenongelijkheid in het onderwijs. In Overijssel bespraken we de volgende thema’s: Opgroeien in armoede, Taal centraal en Veilig leren.
Hoessein Alkisaei, onder andere voorzitter van Nederland Maakt Impact, leidde deze avond, waar 85 mensen bij aanwezig waren. Hij riep ons heel duidelijk op om vanavond naar onszelf te kijken: wat kun jij morgen zelf al op microniveau doen en wat heb je daarvoor nodig? In de chat konden we hiervoor de hashtags #morgen en #nodig gebruiken. Gedurende de avond kwamen we op meerdere momenten terug in een Break Out Room waar met andere aanwezigen verder doorgesproken kon worden.
Uit de drie centrale thema’s werd er in onze groep gekozen voor het thema “Opgroeien in armoede”. Verschillende vragen kwamen hierbij aan de orde: Is er voldoende bewustzijn over armoede en de gevolgen hiervan? Hoe zorg je ervoor dat kinderen die in armoede opgroeien niet verder achtergesteld worden op school? En in hoeverre moet school compenseren voor de armoede thuis? Vanuit de overige provincies waren er al enkele oplossingen genoemd. Denk bijvoorbeeld aan het signaleren van armoede, het bespreekbaar maken, het beheersen van de schoolkosten en het inzetten op financiële educatie. In onze groep zijn we hierop verder gaan borduren. We kwamen tot een combinatie van de reeds gegeven oplossingen, namelijk de schaamte aanpakken en financiële stress wegnemen door het bespreekbaar te maken. Good practice hierbij kan zijn het in kaart brengen van de ondersteuningsmiddelen binnen een gemeente of binnen een school. De ervaring in onze groep was dat er vaak veel schaamte berust bij het gezin en dat jezelf zomaar ergens melden en om hulp vragen er niet in zit. Als de ondersteuningsmiddelen zichtbaar zijn, dan heb je hier mogelijk al een drempel mee weggenomen. En maak deze ondersteuningsmiddelen dan niet zichtbaar op een website, want vaak hebben juist deze gezinnen hier geen toegang toe, maar maak het bijvoorbeeld zichtbaar op posters in de school, in een clubgebouw, in een winkel. Want dit zijn de plekken waar we allemaal langskomen.
Nemen we leerlingen serieus?
Terug in de plenaire ruimte liet Ester Gould, een van de makers van KLASSEN, fragmenten zien met eyeopeners om op te reflecteren en met elkaar over in gesprek te gaan in Break Out rooms. Eén van de eyeopeners had te maken met verwachtingen. Ester refereerde hier aan columniste Aleid Truijens, die in één van haar columns schreef: “alle verwachtingen hebben de neiging om uit te komen”. Uit onderzoek blijkt dat de werking van verwachtingen niet onderschat mag worden. Een lage lat vraagt ons niet om hoog te springen. Elk kind wil van nature graag leren. Immers, je wordt nieuwsgierig geboren. Maar die nieuwsgierigheid moet je wel blijven voeden, anders gaan leergierigheid en nieuwsgierigheid verloren. Dit zie je in de serie Klassen terug in de aflevering waarin Gianny en zijn klasgenoten een opdracht op de computer moeten vervullen. De vragen in de opdracht laten zichtbaar zien dat Gianny hier niet echt van ‘aan gaat’. Wordt hij daadwerkelijk uitgedaagd? Wordt hij echt gezien? Wordt er aan hem gevraagd wat hij graag zou willen leren? Bij lage verwachtingen van leerlingen met een lage sociaal economische status komen deze leerlingen in een neerwaartse spiraal, ook wel de ‘prison of low expectations’. Vervolgens zien we in het fragment dat de docent de leerlingen na afloop van de les vriendelijk groet en zegt “goed gewerkt allemaal”. Nemen we onze leerlingen dan wel echt serieus en geven we hen eerlijke feedback op het proces?
Meester Wim
Mijn gedachten dwalen af naar mijn eigen situatie op de basisschool. Ik zit in de klas bij meester Wim, groep 8, en we krijgen ons advies voor het voortgezet onderwijs. De eindcito heb ik verpest; mijn score is intens laag en komt niet overeen met wat ik al die jaren heb laten zien in mijn dagelijkse schoolwerk, mijn inzet en mijn betrokkenheid. Meester Wim zei niet ‘goed gewerkt’, meester Wim zei ook niet dat ‘het is zoals het is en dat we het hiermee moesten doen’. Nee, meester Wim kende mij, kende mijn gezin, wist wat ik kon en wist wat ik nog te ontwikkelen had. Hij vertrouwde op wat ik al die jaren al had laten zien op school. Daar was volgens hem geen cito voor nodig. Hij vroeg mij al mijn schoolspullen te pakken en mijn fiets uit het fietsenhok te halen. Ik verzamelde mijn schriften, mijn tekeningen, mijn creatieve werkstukken, mijn muziekmap en mijn etui. Meester Wim zei dat we samen op de fiets naar de scholengemeenschap in ons dorp zouden gaan en dat hij mij daar graag wilde voorstellen. En zo geschiedde. Daar aangekomen mocht ik mijn werk laten zien en vertellen wie ik was, wat ik leuk vond, waar ik over droomde en wat mijn passies waren. Af en toe vulde meester Wim mij aan. Ik kan mij lang niet alles herinneren van het gesprek, maar woorden als ‘ze kan het’, ‘vertrouwen’, ‘jullie gaan het fijn hebben samen’ zijn mij bijgebleven. Op de terugweg vertelde meester Wim dat ik kon gaan starten op de mavo en dat dit een fijne en goede plek voor mij zou zijn. Hij gaf ook aan dat ik baat zou hebben bij kleine stapjes en dat hij dus wel dacht dat ik daarna naar de havo zou kunnen. Ik moest hem beloven om ieder schooljaar met mijn rapport langs te komen, hij wilde mij graag blijven volgen. Die gedachte bleek een ‘helpende gedachte’. Er is iemand die in mijn gelooft en die erop vertrouwt dat ik het kan. De afspraak werd beklonken met een prachtig afscheid in groep 8. Ik was er klaar voor en ging op pad. Ik startte inderdaad op de mavo en meerdere malen per jaar ging ik met mijn rapport terug naar de basisschool, terug naar meester Wim. Vol enthousiasme luisterde hij naar mijn verhalen en keek hij geboeid naar mijn rapport. Jaar in jaar uit bleef ik terugkomen. Na de mavo stroomde ik door naar de havo en gekscherend zeiden we tegen elkaar dat ik vooral langs moest blijven komen met mijn rapport. Na de havo ging ik verder naar het vwo en doorliep ik het hbo en de universiteit. Meester Wim is nooit uit mijn leven verdwenen. Hij plantte het zaadje voor mijn gedrevenheid in het onderwijs en in de pedagogiek. Hij leerde mij echt de kijken naar het kind. Iemand echt zien, iemand zien achter gedrag of achter de score, dat is misschien we dé sleutel als het gaat om verwachtingen en kansengelijkheid. De lat die meester Wim voor mij klaar legde was niet te laag, maar ook niet te hoog. De lat was met zorg uitgekozen en er zat een uitdaging in. De volgende lat was namelijk al zichtbaar, die lag een stukje hoger, maar was veilig en sloot aan bij waar ik op dat moment stond en nodig had.
Opgroeien in armoede
Terug naar het thema in onze Break Out Room, Opgroeien in armoede. We spraken over signaleren, bespreekbaar maken, wegnemen van drempels. Zou ik bij dit thema een relatie kunnen leggen naar ‘mijn’ meester Wim? Zou het kunnen zijn dat het kennen van je gemeenschap in je school of in je wijk ertoe bijdraagt dat armoede eerder gesignaleerd wordt en bespreekbaar gemaakt kan worden? Kennen wij onze naasten wel voldoende en ook écht, hebben wij voldoende geïnvesteerd in de relatie en hebben we ons best gedaan om met hen in contact te komen? Zodat we hen kunnen zien en beter begrijpen wat ze nodig hebben? Zodat we weten wat de volgende stap kan zijn? Zodat we weten welke verwachtingen we kunnen scheppen en welke kans we ze kunnen geven? Zou het in deze misschien al kunnen beginnen met dat ene huisbezoek vanuit school? Zodat we allemaal een beetje meer ‘meester Wim’ kunnen zijn.
#morgen #nodig Wat ga jij morgen doen en wat heb jij daarvoor nodig?
Alle thema’s, overdenkingen, uitkomsten en good practices zijn terug te vinden in het online Mirobord.
Er worden naar aanleiding van de serie KLASSEN meer Meetups georganiseerd in het land. Kijk voor meer informatie daarover op deze website.
Gertine Vorstelman was schoolleider, en is nu groepsleerkracht, externe docent op de PABO, en zelfstandig orthopedagoog & kindercoach. Zij heeft een eigen praktijk: Estudio Luna, Buro voor Leer- en Ontwikkelkunst. Daarnaast is zij werkzaam binnen het dagelijks bestuur van de NJPV, de Nederlandse Jenaplanvereniging.
In het schooljaar 2018-2019 heeft zij binnen het NIVOZ deelgenomen aan de Coalitie voor leraren en schoolleiders.
Reacties
Chris hazelebach
Een lage lat nodigt uit om te genieten van wat lukt. Een lat is een externe motivatie tot leren. Liever vertrouw op de interne motivatie van het kind om na een aantal succesvolle pogingen hoger over de lage lat te springen.