Een jaar passend onderwijs: ‘Het is schrikken wanneer je leest dat leraren leerlingen niet genoeg aandacht kunnen geven en ‘gewone’ kinderen de dupe zijn’
11 september 2015
‘Ik vind het goed dat we alert en kritisch zijn op ons werk. Zelf zie ik na een jaar ook mooie resultaten’. Astrid Ottenheym is algemeen directeur samenwerkingsverband PO Noord-Kennemerland. Na de klinkende krantenkoppen over de niet zo positieve ervaringen met passend onderwijs, wil Astrid een appèl doen op zowel de politiek als onderwijsbetrokkenen: ‘Laten we met z´n allen werk maken van onze maatschappelijke opdracht: elk kind kan het maximale uit zichzelf halen.’Passend onderwijs is niet zo maar een verandering. Het is een omslag in denken waarbij we afscheid nemen van oude regels en ons vertrouwd moeten maken met nieuwe werkwijzen. Het is geen oude jas die snel te vervangen is voor een nieuwe! Daarvoor is ons ‘onderwijslandschap’ ook te divers; er zijn veel soorten scholen die sterk variëren in visie, omvang, leiderschap en kwaliteit. Daarnaast is er een grote diversiteit aan kinderen, ouders en samenwerkingspartners. Het vraagt tijd om passend onderwijs te adopteren, te implementeren en te borgen. Dat gaat beter als we ook de tijd nemen om van elkaar te leren en in dialoog zoeken naar wat goed gaat en beter kan. En dat we vanuit één gedeelde visie doen wat nodig is voor het kind.
Door welke bril kijken we?
Onderzoeksbureau DUO heeft onlangs in opdracht van het Algemeen Dagblad de ervaringen met passend onderwijs onderzocht. Dit onderzoek gaf aanleiding voor klinkende koppen en kritische Kamervragen. Het is ook schrikken wanneer je leest dat leraren leerlingen niet genoeg aandacht kunnen geven en ‘gewone’ kinderen de dupe zijn! Ook de Kinderombudsman geeft aan dat scholen een echte omslag moeten maken. De Algemene Vereniging Schoolleiders vindt het zorgelijk dat 80 procent van de schoolleiders nog knelpunten ervaart bij de invoering van passend onderwijs .
Ik vind het goed dat we alert en kritisch zijn op ons werk. Maar het is ook belangrijk dat we dergelijke onderzoeksresultaten vanuit een ander perspectief bekijken. Dat is nodig om passend onderwijs een eerlijke kans te geven.
Zelf zie ik na een jaar ook mooie resultaten:
- Scholen bespreken beter met ouders en kind hoe het kind leert en floreert.
- Scholen en ouders werken meer vanuit kansen en mogelijkheden.
- School, ouders en kind maken samen één ontwikkelplan.
- Jeugdhulp en leerplicht kijken samen met school en ouders wat nodig is.
- Speciaal (basis) onderwijs en basisscholen werken steeds beter samen.
- Kinderopvang, gemeenten, zorg, jeugdhulp en onderwijs bundelen in toenemende mate hun krachten.
Deze voorbeelden laten zien dat de samenwerking en werkwijzen geleidelijk anders worden. Het delen van successen en ervaringen is belangrijk. Ik nodig de media uit ook naar deze verhalen op zoek te gaan.
De politiek heeft ook een opdracht
Eén jaar is passend onderwijs nu in bedrijf. Laten we vooral koersvast blijven, zodat we samen met alle partijen een werkwijze ontwikkelen die ten dienst staat van de brede ontwikkeling van kinderen die iets extra’s nodig hebben. Volgens onze staatssecretaris, Sander Dekker, doet passend onderwijs recht aan regionale verschillen.
Het is jammer dat er bijvoorbeeld niet is vastgehouden aan de regionale insteek van onderwijs voor ernstig meervoudig beperkte kinderen. Hierdoor is er nu naast een regionale ook een landelijke route. Het is jammer dat er voor het onderwijs aan zintuiglijk beperkte kinderen geen binding met de regio georganiseerd is.
Voor de investering in de ontwikkeling van kinderen en vooral kwetsbare kinderen moeten we geen polderoplossingen bedenken, maar onze aanpak baseren op wat er nodig is om passend onderwijs goed te faciliteren. Verder is het belangrijk dat we ook de politieke dialoog voeren over de gewenste effecten op onderwijs en onze maatschappij.
Werk in uitvoering
De winkel is open terwijl de verbouwing nog in volle gang is. Dat wordt niet altijd als positief ervaren. Passend onderwijs vraagt van leraren, intern begeleiders en directeuren werkwijzen,
die vaak anders zijn dan vóór de invoering van passend onderwijs.
Eerst waren er uitgebreide aanvraagformulieren; nu maken scholen en ouders één gezamenlijk plan. Eerst werd er diagnostiek gevraagd; nu is deze medische bril vervangen door een onderwijskundige bril.
Dat een dergelijke verandering onduidelijkheid met zich brengt en vragen oproept is logisch. Er is behoefte aan ondersteuning, informatie en dialoog. Het is belangrijk daaraan gehoor te geven!
Ook in het tweede jaar bouwen we aan ons “passend onderwijshuis”. Dit moeten we doen vanuit de fundamentele waarde dat elk kind een TOP onderwijsplan verdient; voor de kinderen van nu en in de toekomst.
Laten we met z'n allen werk maken van onze maatschappelijke opdracht: elk kind kan het maximale uit zichzelf halen. Dit doen we door het maximale uit onszelf te halen. Als we met deze insteek de goede dialoog voeren dan wordt passend onderwijs een vanzelfsprekendheid.
Astrid Ottenheym is algemeen directeur samenwerkingsverband PO Noord-Kennemerland.
Reacties