Een hartenkreet: ‘Voor meer kinderen minder gestuurd onderwijs, waardoor je voor meer kinderen meer kunt sturen!’
3 juni 2020
Elanor Numan - werkzaam op een Jenaplanschool in het Noordhollandse Schagen - lucht haar hart. Getriggerd door een artikel met filosoof Gabriël van den Brink kaart ze onderwijsvraagstukken aan waarmee ze elke dag te maken heeft. Waardoor ze haar werk kan verantwoorden, in relatie tot de bedoeling van onderwijs en onze pedagogische opdracht. Haar pleidooi in een zin samengevat: Voor meer kinderen minder gestuurd onderwijs, waardoor je voor meer kinderen meer kunt sturen!
Een artikel uit de Volkskrant van vrijdag 29 mei jl. De samenleving schreeuwt om gemeenschapszin. Een gesprek met filosoof Gabriel van den Brink. Waarbij voor mij één van de volgende zinnen cruciaal is: ‘Modernisering bevrijdt, maar heeft ook haar schaduwkanten, zoals eenzaamheid en verlies van cohesie.’
Je kunt in mijn ogen het Jenaplan als interpreteerbaar streefmodel bekijken, als een model waarbij je je aanpast aan de huidige - zich openbarende noden/behoeften in een samenleving en dan heb ik het over de huidige behoefte aan gemeenschap - die er altijd is geweest, maar waar ook wij ons niet (lees: niet voldoende) op richten. De gemeenschapsruimte is ‘de kuil’ geworden (ik denk dan aan Daniel in de Leeuwenkuil en vind de vergelijking soms bijna tastbaar).
Je kunt ook zeggen: ik pas me aan de 'nieuwe' richtlijnen van de onderwijsinspectie aan. Als je dit alleen maar doet, dan ga je dus mee met meet-gestuurd en methodegericht onderwijs.
Opbrengsten kunnen naar mijn stellige overtuiging nog meer groeien als je voorwaarden schept waardoor kinderen niet gedwongen worden zich naar voorafgestelde normen te ontwikkelen, maar je ze de kans geeft en zichtbaar maakt dát ze groeien en ontwikkelen. Dus voor meer kinderen minder gestuurd, waardoor je voor meer kinderen meer kunt sturen! Het vraagt een andere aanpak dan tot nu toe en veel meer inzicht in leerlijnen en vertrouwen in ontwikkeling dan nu volgens mij aanwezig is.
Het vraagt een andere aanpak dan tot nu toe en veel meer inzicht in leerlijnen en vertrouwen in ontwikkeling dan nu volgens mij aanwezig is.''
We verschuilen ons nog steeds achter cijfers en getallen om te kunnen aantonen dat er niet voldoende ontwikkeling is en zo gaat deze ook niet komen. We zijn bang voor het oordeel van de mensen om ons heen (bestuur, inspectie, collega's), we hebben geen vertrouwen en we nemen elkaar daar in mee. We zijn een team dat met elkaar niet in gesprek gaat over dit soort belangrijke vraagstukken. We blijven vasthouden aan ons eigen gelijk en zijn wars van elke vorm van zelfkritiek en zelfverantwoordelijkheid.
Ik snap dat je je wellicht niet verdiept in dit soort vraagstukken, omdat je andere dingen aan je hoofd hebt, in een andere levensfase zit? Maar voor het voortbestaan van écht Jenaplanonderwijs is het van belang dat wel te doen. Om elkaar mee te nemen.
De ideeën van Peter Petersen en het Jenaplanconcept zijn nog zó actueel, maar het is zeker niet hetzelfde als OGO-onderwijs, al heeft het raakvlakken, het is ook niet hetzelfde als alles waar het EGO onderwijs voor staat - al heeft het ook daarmee raakvlakken. En het is helemaal niet hetzelfde als het data-driven ofwel meet-gestuurd onderwijs dat de rijksoverheid voor staat - al heeft het daarmee ook raakvlakken (want wij willen ook hoge opbrengsten).
Wij hebben een doel dat we op een eigen wijze willen bereiken, via ons Jenaplanconcept en dat krijgen we maar niet over het voetlicht. Juist omdat het concept vooraf niet meetbaar is, alleen achteraf (en dan zeker niet op halfjaarlijkse basis) en misschien soms wel alleen op de heel lange termijn - is het moeilijk om vast te houden aan principes. Groei kun je wel in korte termijndoelen (en dan met nadruk gerelateerd aan de individuele ontwikkeling) in beeld brengen, maar accepteer je ook dat die grillig verloopt? Of moet het allemaal langs de halfjaarlijkse cito-lat blijven liggen en daarmee een vergelijkingsinstrument worden?
Groei kun je wel in korte termijndoelen (en dan met nadruk gerelateerd aan de individuele ontwikkeling) in beeld brengen, maar accepteer je ook dat die grillig verloopt?''
Vooraf kun je wel heel goed bepalen wat je kinderen wilt meegeven waardoor ze in staat zijn zich als zelfstandige en kritisch denkende wezens te ontwikkelen. Hoe dan? Door meer te vertrouwen op de ontwikkelkracht van kinderen en toe te laten dat je niet alles in tabellen en cijfers kunt omzetten.
Daarmee lijk je jezelf niet te kunnen verantwoorden, maar kun je dat nu wel dan?
Kun je jezelf verantwoorden met het feit dat je als team geen afspraken hebt gemaakt of je niet houdt aan wel gemaakte afspraken?
Kun je jezelf verantwoorden met het feit dat je niet tevreden bent zonder er iets aan te doen?
Kun je jezelf verantwoorden door je te richten op alleen je eigen kinderen/groep?
Kun je jezelf verantwoorden door je alleen te richten op je eigen taken?
Kun je jezelf verantwoorden door je alleen te richten op je eigen bouw?
Kun je jezelf verantwoorden door verantwoordelijkheid af te schuiven op het gevoerde beleid?
Kun je jezelf verantwoorden door af te wachten?
Kun je jezelf verantwoorden door er niet te zijn?
Kun je jezelf verantwoorden door niet te doen?
Ik niet, naar mezelf niet, naar kinderen niet, naar ouders niet, naar de samenleving niet, naar mijn collega's niet. En heel bewust in deze volgorde, want uiteindelijk moet je het samen met je collega's in gemeenschappelijkheid doen, anders werkt het niet.
Voor mij is werken in een school, werken in een leefgemeenschap. En daarmee gaat voor mij elke vergelijking met een bedrijf en daarmee het bedrijfsleven mank.
Een bedrijf levert producten!
Een school is een samenleving in het klein. Op alle niveaus.
Een school is een gemeenschap!
Elanor Numan is groepsleider op De Keerkring in Schagen, een Jenaplanschool in Noord-Holland.
Reacties
Paul Hager
Elanor Numan,
Je bent voor mij een oude bekende, we hebben samen opleiding genoten. Wat prachtig beschreven! Dank hiervoor!