“Eagles, not ducks” – blijven nadenken in coronatijden
14 oktober 2020
Sommige mensen zijn eenden, andere zijn adelaars. Ze kwaken in het rond, of vliegen vrij door de lucht, ver boven alles en iedereen. Schooldirecteur Wilma van Esch dacht dat ze vooral een adelaar was, maar voelt zich in deze coronatijden vaak een kwakende eend tussen andere kwakende eenden. ‘Maar in deze tijd schrik ik van mezelf. Waar is dat vrije denken gebleven? Hoe kan ik in die gekke coronatijd mezelf blijven? Niet asociaal, want natuurlijk is er corona, maar hoe kan ik vrijer denken, werken?’
De Amerikaanse zelfhulpgoeroe Wayne Dyer vertelde ooit over het moment dat hij op een luchthaven ontdekte dat het vliegtuig waarmee hij wilde vliegen overboekt was. Gelukkig ontdekte hij zelf dat een vliegtuig van dezelfde maatschappij nog volop plek had. Het vliegtuig had dezelfde vertrektijd en zou 20 mijl verderop landen. Dus vroeg hij de man achter het loket om het ticket over te zetten. De man gaf aan dat dat helaas onmogelijk was, dat het een andere stad betrof waar het ticket niet voor gold. Wayne mocht wel vier uur later vertrekken naar zijn bedoelde bestemming. ‘Dat zijn nou eenmaal de regels, sorry. U kunt boos worden, maar dat heeft geen zin. Ik kan een supervisor halen, maar die zal u hetzelfde zeggen’.
Herken je dit? Je ziet volop kansen, maar er zijn ook regels. De logica ontgaat je.
Dyer vervolgt zijn verhaal en vertelt over eenden en adelaars. Eenden zijn overal, ze kwaken, ze zeuren, ze pietlutten. Goede eenden worden managers. En kwaken zo naar andere eenden” “Nék, nék, nék…” Adelaars vliegen, zijn eigenzinnig. Overzien het grote geheel. Zorgen goed voor hun jongen, zorgen dat er eten is, dat ze kunnen groeien. Adelaars vliegen nooit in V’s kwakend door de lucht. Eenden zijn graag samen, kwaken, snateren. Vliegen nooit in hun eendje naar verre landen. Je hoort hun gekwek al van verre.
In deze coronatijd zijn wij op school met een cluppie bezig telkens opnieuw de regels en afspraken aan te passen. Looproutes, bezoekregels, wat wel mag en niet. We zijn een soort verkeerstoren van waaruit we aanwijzingen sturen. En we kwaken en onze eenden kwaken: “Nék, nék, nék…”
Ik vond mezelf altijd wel een beetje een adelaar: ik houd van vliegen, van vrij, wijds, groot. Maar in deze tijd schrik ik van mezelf. Waar is dat vrije denken gebleven? Hoe kan ik in die gekke coronatijd mezelf blijven? Niet asociaal, want natuurlijk is er corona, maar hoe kan ik vrijer denken, werken?
We puzzelen over de rondleidingen van nieuwe ouders door de school. Mag niet. Tuurlijk mag het niet. Maar hoe kun je als ouder nou een school kiezen als je de sfeer niet kunt proeven? De sfeer is in actie, met werkende en spelende kinderen, met actieve groepsleiders. Want dat is wat we zijn.
We zijn als de dood dat wij een brandhaard worden, dus als team zijn we alert op ieder snotje, kuchje en mogelijk symptoom.
We gaan een experiment aan. Vanaf komende week gaat de rondleiding buitenom. Lekker om onze school heen wandelen en door de ramen naar binnen kijken. Niet helemaal wat we zouden willen, maar wel dichterbij wat belangrijker is. We zullen zien wat dat brengt.
We zijn als de dood dat wij een brandhaard worden, dus als team zijn we alert op ieder snotje, kuchje en mogelijk symptoom. En letten goed op elkaar. We sturen elkaar naar huis. Maar dat letten op elkaar maakt ons ook wat ziek. Al dat invallen, passen, meten, flexibel zijn, we worden er soms niet goed van. Van de week belde een collega heel vroeg in de ochtend. Haar stem was schor, verder had ze geen klachten. Wat zullen we doen?? Het werd een heerlijk vroegeochtendgesprek. Er leek geen aanleiding om thuis te blijven of te testen, maar een dagje minder praten zou wel goed zijn. Dat heeft ze gedaan: die dag mochten de kleuters elkaar de dag doorloodsen, voorlezen, uitleggen. Het werd een superdag, het bleek een prachtexperiment. Met kinderen die donders goed weten hoe een dag in elkaar zit en het nog grappig vinden ook, dat jij een dagje niks kunt zeggen. Haar stem knapte er van op.
Spelen, werken, vieren en ín gesprek. Met als doel samen de ruimte en het plezier vinden in deze gekke tijden. Niet als eenden, maar als adelaars. Vrij, wijds, groots, onderzoekend. Vliegen en goed rondkijken. Vinden wat je nodig hebt.
Dyer vroeg de eend achter het loket om een supervisor. En hij zei de man geen eend te sturen, maar een adelaar. De man keek wat verward. Dyer herhaalde: ‘Je hoeft niemand te sturen die zegt dat het niet kan, maar stuur me iemand die weet dat het kan en dat voor me gaat regelen’. Even later zat hij in het halflege vliegtuig dat 20 mijl verderop zou landen. Er was iemand in de organisatie die de idioterie van de regels zag en regelde dat het anders kon. Omdat het heel vaak wél kan, maar dan een beetje anders.
Wayne, dank voor de wake-up call: Don’t be a duck. Nou, graag!
Wilma van Esch is directeur-bestuurder van Jenaplanschool de Pandelaar
Reacties