Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

'Dus jij bent autistisch?'

3 april 2018

Annonay Andersson hoorde een klein gesprekje tussen twee klasgenoten. De oprechtheid van hun contact raakte haar. 

'Dus jij bent autistisch?' Er stapten twee puberjongens van een jaar of veertien in de bus. Ze gingen achter mij zitten en waren blijkbaar net een gesprek begonnen.

'Nou, ik heb PDD-nos, dat is een soort op het autismespectrum. Het is half-autisme.' Hij sprak rustig, met weinig intonatie en een zekere formaliteit in zijn stem. 'Aha', zei de tweede jongen een beetje binnensmonds, 'ik ken iemand die iets van PDSD heeft, hij kan op ieder moment een stressaanval krijgen. Dat komt omdat zijn vader kanker had en hij enge dingen gezien heeft', somde hij in een snel tempo op. 'Ja dan ben je snel gestrest. Dat heet PSD', zei de eerste gedecideerd.

'Waarom zit jij eigenlijk op onze school?', vroeg hij. 'Op mijn vorige school ben ik er na een maand afgestuurd.' 'Waarom dan?' 'Ik heb iemand met een schaar geprikt', zei de andere jongen. Zachtjes voegde hij snel toe: 'Ik weet eigenlijk niet waarom ik dat deed.' De schaamte die hij leek te voelen, pikte de eerste jongen niet op. 'Dat is inderdaad niet handig. Ik snap dat ze je eraf hebben gestuurd.' De tweede jongen leek niet geraakt door deze matter-of-fact constatering.

'Hoe heet je eigenlijk?' ging de eerste het gesprek verder. 'Tommy'. De eerste jongen stak zijn hand uit: 'Dag Tommy, ik ben Pieter-Jan.' Tommy schudde de hand van Pieter Jan. Hij moest er deze halte uit en stapte op. 'Nou, tot morgen dan', zei Pieter-Jan. 'Tot morgen!' antwoordde Tommy.

Aan de hand van de plek waar de jongens instapten, had ik al een vermoeden van welke school ze kwamen. Een vso-school waar ik altijd al nieuwsgierig naar was, waar kinderen met uiteenlopende diagnoses als ASS (autisme spectrum stoornis) en ODD (Oppositional Defiant Disorder) bij elkaar in de klas zitten.

Ik had mij al afgevraagd hoe deze kinderen op elkaar reageren en met elkaar omgaan in de klas, met zulke uiteenlopende manieren om hun gevoelens te uiten (van heel angstig tot onverwachtse woede-uitbarstingen of beiden afgewisseld). Waar ik in theorie wel kon bedenken hoe deze kinderen zij aan zij in de klas zouden zitten en de leraar een goede eenheid zou smeden, hoorde ik hier nou juist hoe de jongens dat zélf deden en elkaar eigenlijk meteen accepteerden.

Een aandoenlijk moment, dat volgens mij laat zien dat wij (of ik) als volwassenen ons blind kunnen staren op de verschillen tussen kinderen, in plaats van de overeenkomsten te zien. Kinderen maken vaak vanzelfsprekend contact met elkaar, misschien niet dankzij, maar ondanks onze bemoeizucht of inmenging. Of zoals een collega zegt: 'De kinderen, die kunnen het wel.' Nu wij nog.

De namen in dit verhaal zijn om privacyredenen veranderd door de auteur.

Annonay Andersson is redacteur bij NIVOZ-platform hetkind en kinder- en jeugdpsycholoog.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief