Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Door kunst onderwezen willen worden, ofwel: een pedagogisch perspectief op kunsteducatie

14 december 2020

‘Ik zal je overal langs leiden, je alles tonen en alles benoemen.’ Het is een citaat van Jan Amos Comenius (1592-1670) dat Gert Biesta gebruikt in zijn boek ‘Door kunst onderwezen willen worden’ – een uitgave die al in 2017 vanuit zijn betrokkenheid bij ArtEZ vorm kreeg. Het boek biedt een pedagogisch perspectief op kunsteducatie. Jelle Ris pakte het onlangs op, las de hoofdstukken en vat samen.

Biesta reageert met dit boek op de armoedige staat van het onderwijs en de kunsteducatie. Hij verbindt in dit boek eigen en andermans ideeën tot een hedendaagse benadering van kunsteducatie. De pedagogische opdracht, het werk van het hart en de handen, affectie en onze waarneming staan allemaal in het licht van kunsteducatie en de mogelijkheid in dialoog met de wereld te komen. De docent toont de leerling wat er in de wereld goed, belangrijk of betekenisvol kan zijn om aandacht aan te besteden en biedt zo de mogelijkheid voor de leerling om in dialoog met de wereld te komen.

(hs1) Onderwijzen manifesteert zich in eerste instantie als ‘tonen’, het wijzen op en laten zien van iets dat goed, belangrijk of de aandacht waard is. Via de relatie met en het geloof van de leraar, wordt de leerling op de wereld gewezen. Vervolgens is uitleggen, of iemand tot rede brengen, de modus van onderwijzen die ertoe doet. Het bevat een dubbele laag want het biedt het criterium waarom het getoonde onze aandacht verdient. De leerling is radicaal vrij in zijn niet te voorspellen reacties. De onderwijzer heeft niets te verwachten en dient vertrouwen te hebben in de leerling en zijn prachtig maar risicovol vak.

(hs2) Kunsteducatie gaat juist niet om het simpelweg faciliteren van expressie. Het schept de mogelijkheid om via hun verlangens en expressieve uitingen met weerstand en de wereld in contact te komen. In het artistieke proces dat ontstaat speelt ‘weerstand’ op verschillende manieren een rol. Kunst als concretisering van verbeelding kent fysieke en sociale grenzen en hetgeen dat ontstaat dient op waarde en kwaliteit geschat te worden. ‘Geweld aandoen’ is mogelijk ook een expressieve uiting en is onwenselijk.

Het bepalen van wat wenselijk is kan niemand voor ons doen. Het maken van deze afwegingen is een persoonlijke en vormende kwestie in de ontmoeting met weerstand. Hier vinden ontmoetingen met de wereld in zijn eigen integriteit plaats en deze vormen een vertrekpunt om te verkennen wat het is om volwassen in de wereld te bestaan zonder jezelf in het centrum ervan te plaatsen.
 

Het bepalen van wat wenselijk is kan niemand voor ons doen. Het maken van deze afwegingen is een persoonlijke en vormende kwestie in de ontmoeting met weerstand.''

Het doel van onderwijs is het opwekken van het verlangen bij leerlingen om in dialoog met de wereld te blijven, zich te verzoenen met de wereld in zijn eigen integriteit en deze niet als een object van onze interpretatie en manipulatie te beschouwen. Het is aan de leerling om zich te laten adresseren en als subject te verschijnen.

(hs3) Het verlangen zich te verzoenen met de wereld ontstaat vanuit liefde voor en acceptatie van de wereld. In de kunsteducatie aangedreven door het proces van middels expressieve uitingen, verlangens en weerstand heen te werken. Deze weerstand kan leiden tot zelf- en wereldvernietiging, respectievelijk jezelf terugtrekken uit de wereld of de wereld jouw wil opleggen. Of het kan leiden tot het sluiten van compromissen in het moeilijke midden, een wereldlijke en educatieve ruimte en een volwassen bestaan in dialoog met de wereld.

Kunstenaar zijn is een doorlopend proces en voortdurende poging met de wereld in dialoog te komen en draait niet om specifieke intenties, resultaat of de receptie ervan. Het gaat om het ervaren van onze verlangens en het blijvend vormen van eigen antwoorden in relatie tot de wereld met inachtneming van de wenselijkheid van onze uitingen. Vormende momenten verschijnen in het ‘artistieke’ streven, zodat kunst ons kan onderwijzen. De tegenwoordige overdaad aan onvolwassen prikkels, maakt het vrijwillig herschikken van onze verlangens, centraal voor onderwijs, een steeds grotere uitdaging.

Het gaat om het ervaren van onze verlangens en het blijvend vormen van eigen antwoorden in relatie tot de wereld met inachtneming van de wenselijkheid van onze uitingen.''

(hs4) Onderwijs gaat niet alleen om denken over de wereld, maar ook om voelen voor en willen van de wereld. Een holistische blik op onderwijs waarbij het hoofd, het hart en de handen een rol spelen als drie kwalitatief verschillende kanalen brengt ons in dialoog met de wereld.

In ons denken is altijd een afstand tot de wereld, omdat we onze eigen gedachten over de wereld vormen. We hebben een idee over de wereld en dat is niet van de wereld zelf. Deze discrepantie is lastig te accepteren. Onze ideeën zijn niet neutraal. Ons denken over de wereld ligt dicht tegen onze verlangens over de wereld aan, namelijk hoe wij de wereld zelf graag willen zien en begrijpen. Dit geldt ook ten aanzien van ons zelfbeeld en de discrepantie hiervan tot ‘de werkelijkheid’ en de weerstand die verzoening met onszelf en de wereld oplevert.

Het werk van onze handen heeft de meest directe relatie met de wereld, omdat de wereld het fysieke tempo en onze mogelijkheden bepaalt en wij kracht moeten uitoefenen op de wereld wanneer wij iets willen bereiken. Het hart tenslotte, vormt de kern en trekt ons naar de wereld toe. Kunst is een vorm van denken, aangedreven door ons gevoel en uitgevoerd door de handen

(hs5) Onderbrekingen scheppen de mogelijkheid om af te wegen welke verlangens wenselijk zijn voor onszelf, onze omgeving en wat deze voor ons ‘in de wereld zijn’ betekenen. Het onderwijskundige gebaar ‘tonen’ is altijd een vorm van onderbreking en een manier om weerstand op het pad van de leerling in te brengen en hen op de wereld te richten. De onderbreking vormt een springplank voor de leerling, die zijn eigen onvoorspelbare sprong zelf zal moeten willen maken. Onderbreken is ook een vorm van macht uitoefenen, die door de leerling op een gegeven moment geautoriseerd moet worden. Onderbreken is nooit abstract en heeft altijd een vorm nodig, daarom biedt het maken van kunst bij uitstek mogelijkheden hiertoe. 

De onderbreking vormt een springplank voor de leerling, die zijn eigen onvoorspelbare sprong zelf zal moeten willen maken. Onderbreken is ook een vorm van macht uitoefenen, die door de leerling op een gegeven moment geautoriseerd moet worden.''

Om de sprong van de leerling mogelijk te maken biedt onderwijs tijd, ruimte en vormen voor de ontmoeting met verlangens, weerstand en de wereld. Gedurende deze vertraging kunnen we onderzoeken, en met kunst concreet of tastbaar maken, wat ons helpt om ‘volwassen’ in de wereld te zijn. We onderzoeken wat we kunnen doen om te realiseren wie en wat we willen zijn, of worden. Kunst maken sluit hierop aan: het kost arbeid, tijd, materiaal en omgang met onze verlangens. De leerling heeft ondersteuning nodig op dit pad van de meeste weerstand gericht op lange termijn denken en handelen.

Kunst helpt in het opwekken van verlangen om in dialoog met de wereld te blijven omdat het ons blijheid, energie en opwinding kan geven. Het biedt concrete mogelijkheden voor de omgang met en het doorbreken van weerstand. Het ontmoeten van de wereld en mensen zelf kan ook een grote bron van vreugde en inspiratie vormen.

(hs 6) Om ons te kunnen verzoenen met de realiteit is niet het begrijpen van de wereld essentieel, als wel inzicht in ‘wat de wereld van ons vraagt’. Het gaat dus niet om ‘wat betekent dit?’ maar ‘wat vraagt dit van mij?’. Begrijpen alleen is niet genoeg voor het komen tot volwassen handelen. Hiervoor is begrip nodig over waarom iets belangrijk is, waarom iets waarheid is voor ons en waarom wij ergens verantwoordelijkheid voor willen nemen. Ergens om geven komt niet direct voort uit ons begrijpen. Ergens om geven is ergens om willen geven, hier komt gevoel en overtuiging bij kijken. Dit is een existentialistische vorm van ‘begrijpen’.

Om ons te kunnen verzoenen met de realiteit is niet het begrijpen van de wereld essentieel als wel inzicht in ‘wat de wereld van ons vraagt’. Het gaat dus niet om ‘wat betekent dit?’ maar ‘wat vraagt dit van mij?’.''

Het wordt een voortdurend proces van verzoening met de wereld die uit de buurt blijft van van interpretatie, cognitie en het werk van het hoofd. Kunst wijst ons zowel op de grenzen van wat we begrijpen als de grenzen van begrip zelf. Bij zowel het aangaan van een artistiek proces als bij de ontmoeting met kunst gaan we niet van ‘het zelf’ naar ‘de kunst’ om te willen begrijpen of leren, maar andersom. We vragen ons af wat kunst van ons vraagt, ons probeert te zeggen of te leren. 

Deze vragen leiden niet tot uiteenzettingen die van begrip getuigen of pogingen ons begrijpen te vergroten. We stellen ons open voor dialoog. We openen onszelf voor een mogelijke onderbreking. We laten iets binnen dat voorbij ons begrip en onze pogingen om te begrijpen gaat. Hier laten we onszelf adresseren, raken en zelfs onderwijzen.

(hs7) Wanneer leerlingen instructie krijgen of pedagogisch materiaal gebruiken zitten hier didactische principes achter en blijft de wereld zelf stil. Constructivistische leertheorieën gaan ervan uit dat wij onze kennis bouwen. Voordat er echter iets gebouwd kan worden zijn er eerst bouwstenen of een plan nodig. De wereld zal eerst tot ons moeten spreken en dit is mogelijk door onze capaciteit ‘geraakt’ te kunnen worden. Deze capaciteit is centraal voor ons leven en vormt een voorwaarde voor ons leren, zonder affectie wordt er niets gebouwd. 

De wereld zal eerst tot ons moeten spreken en dit is mogelijk door onze capaciteit ‘geraakt’ te kunnen worden. Deze capaciteit is centraal voor ons leven en vormt een voorwaarde voor ons leren.''

Wij kiezen er niet voor uit te reiken naar fenomenen, de wereld biedt deze ons aan. Wij stellen onszelf in al onze kwetsbaarheid open en zijn blootgesteld aan hetgeen dat komt, het onbekende. Wij ontvangen in eerste instantie radicaal passief en zonder intentie. Ondergaan is een voorwaarde om tot weten te komen. Van bijvoorbeeld pijn of liefde hebben wij niet eerst een voorstelling, ons weten hierover komt voort uit ervaring. Wij brengen de wereld niet in leven, maar worden door de wereld in leven gebracht. Dit geldt ook voor ons tastzintuig en horen. Bij horen is er sprake van een aandachtige bereidheid. Ook hier zijn we zonder intenties radicaal blootgesteld aan iets dat zichzelf (misschien) toont en zetten wij onszelf niet zelfbewust in het midden van de ervaring. We zijn onderworpen.

Kunst maken is niet zomaar een kwestie van doen en uitvoeren, maar behelst mogelijkheden om in dialoog met de wereld te komen. Onze relatie met de wereld is op basaal niveau niet op intentie, maar op affectie gebaseerd.

Kunst is geen instrument voor het in dialoog komen met de wereld, maar het werk van kunst zelf is het werk dat tot dialoog met de wereld leidt. Een voortdurende uitdaging betekenis te verlenen aan onze dialoog met, ons te verzoenen met en thuis te zijn in de wereld. We ontmoeten via onze uitingen en verlangens weerstand en werken hier doorheen. We werken vanuit het hart via de handen. Ons begrip is hierbij niet voldoende, want er is affectie nodig voor een dialoog met de wereld. Wat vraagt, zegt of onderwijst kunst en de wereld mij? Om ons te laten adresseren moeten we eerst geraakt worden.

Kunst is geen brug naar de wereld, maar een manier om ermee in dialoog te komen. Als wij ons door kunst willen laten onderwijzen.

Jelle Ris is vanuit zijn studie onderwijswetenschappen stagiair bij NIVOZ. Hij werkt aan een project waarbij de mogelijkheden van het gedachtegoed van Gert Biesta in de praktijk centraal staat. Na de middelbare school ontwikkelde hij zich aan de Willem de Kooning Academie als autonoom kunstenaar. Daarna is Jelle gaan werken met streetwise pubers met leer- en gedragsproblemen op een vso ZMLK-school in Rotterdam-Zuid.

Tot eind 2016 was Gert Biesta als visiting professor verbonden aan het lectoraat Kunst- en cultuureducatie van ArtEZ - hogeschool voor de kunsten. De ideeën voor dit boek zijn in belangrijke mate ontwikkeld in de context van die functie.

Video-samenvatting van Gert Biesta in 2018 n.a.v. zijn boek in De Vrije Ruimte

https://vimeo.com/268734590

en de uitgebreide presentatie:

 

Presentatie Gert Biesta from LKCA on Vimeo

 

Reacties

2
Login of vul uw e-mailadres in.


Diddy Haasnoot
3 jaar en 7 maanden geleden

Mooie samenvatting! Een klus die op je lijf is geschreven, Jelle!
Diddy

Login of vul uw e-mailadres in.



Rob Kickert
3 jaar en 7 maanden geleden

Ik ben extra benieuwd naar het hele boek waar jullie mee bezig zijn, dat wordt wat! :-)
Rob

Login of vul uw e-mailadres in.


Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief