Dialoog in Rotterdam: ‘Vertrouwen, ervan uitgaan dat de ander in jouw belang handelt.’
22 februari 2023
Ze vinden elkaar in een opvoeding van vertrouwen, maar daarvoor al in hun gezamenlijke missie om de pedagogiek meer op de kaart te zetten in onderwijsland. Gabrielle Taus, directeur van NIVOZ, en schoolleider/adviseur Firdevs Durgut Kelezoğlu spreken elkaar over hun pedagogisch leiderschap, over wat het betekent om een cultuurdrager te zijn en hoe je eigen biografie je verbindt aan je werk.
NIVOZ is verhuisd naar Rotterdam. Daarvoor is er een speciaal magazine uitgegeven, Daden & woorden. We stellen onszelf daarin voor en via verhalen maken we kennis met onderwijs in de grootstedelijk context van Rotterdam. Wat wordt daarin gevraagd van leraren en lerarenopleidingen?
In het tijdelijke NIVOZ-kantoor aan de Batavierenstraat schuiven Gabrielle en Firdevs aan tafel. De vrouwen kennen elkaar sinds Firdevs als schoolleider meedeed aan het traject Pedagogisch Leiderschap, met een aantal schoolleiders van de stichting BOOR. Hun bekendheid met en waardering voor elkaars werk zet meteen een ontspannen en nieuwsgierige toon.
Firdevs Durgut Kelezoğlu (1979) is voormalig directeur van basisschool De Kameleon, in de wijk Carnisse. Sinds augustus 2021 is ze binnen stichting BOOR begeleider/adviseur van (startende) schoolleiders en sinds januari 2022 is ze ook waarnemend directeur op OBS Charlois en coördinator van onderwijs aan Oekraïense kinderen.
‘Weten jullie eigenlijk hoe NIVOZ bekend staat in Rotterdam?’ opent Firdevs het gesprek. Gabrielle: ‘Dat vind ik zo leuk aan jou, dat je vanuit de praktijk een vraag stelt.’ Al snel beantwoordt Firdevs de vraag zelf: ‘In gesprekken met andere schoolleiders en bestuurders gaat het er wel eens over, maar te weinig: over de pedagogische opdracht die we hebben. De bijeenkomsten over Pedagogisch Leiderschap die zij heeft bijgewoond, hebben veel voor haar betekend: ‘Ze hebben mijn ogen geopend, dat pedagogiek de basis is. Op de Pabo ging het wel over pedagogiek, maar landde dat veel minder dan in die gesprekken in dat traject. Jullie boeken, de website: dat is mijn manier van leren ook en ze hebben een ‘mindshift’ veroorzaakt, ook in mijn handelen als schoolleider. Eén van de dingen die ik heb losgelaten, is het idee dat ik had dat ik een bepaalde rol moest spelen, de schoolleider moest zijn die ging corrigeren, sancties opleggen om gedrag te veranderen. Het kind zien achter de leerling. Dat heb ik als een soort waardenkompas onthouden en zo wil ik me ook verhouden tot anderen.’
Gabrielle Taus (1970) is sinds juni 2015 directeur van stichting NIVOZ. Ze is opgeleid als bedrijfseconoom. Op haar 30ste was ze een van de oprichters van een adviesbureau op het gebied van cultuurverandering en leiderschap in de publieke en private sector. Als adviseur heeft ze diverse organisaties ondersteund bij cultuurveranderingen rond thema’s als vertrouwen, verantwoordelijkheid en talentontwikkeling.
Gabrielle: ‘Ik heb toen gezien wat een ontzettend goede schoolleider je bent en daarom hebben we altijd contact gehouden. Dat hing ook samen met de schoolcontext destijds. Wil je daar iets over vertellen?’
Firdevs: ‘Jarenlang – tot augustus 2021 – ben ik schoolleider geweest van De Kameleon, een school in Oud-Charlois, in de wijk Carnisse. Er zijn vier klassen met nieuwkomers en een continue in- en uitstroom. Onder meer kinderen van EU-migranten, van wie de ouders door particuliere onderverhuur snel een onderkomen vinden, maar die ook te maken krijgen met malafide praktijken, armoede en lange werkdagen. Kinderen worden daardoor snel volwassen. Op de 450 leerlingen zijn er per jaar 250 mutaties en hierdoor staat de groepssfeer constant onder druk. Je pedagogische basis is dan heel urgent, juist vanwege al die wisselingen. Je moet rekening houden met niet alleen een ander, maar ook een groepssfeer en -dynamiek. Het hele jaar door staat in het teken van op een goeie manier welkom heten, maar ook op korte termijn weer afscheid nemen. Het bewustzijn van onze pedagogische opdracht heeft heel veel rust gebracht en nu ik op andere scholen kom [in haar nieuwe functie, red.] zie ik hoe groot het pedagogisch handelen en die rust een flinke uitdaging kunnen zijn.’
Het bewustzijn van onze pedagogische opdracht heeft heel veel rust gebracht en nu ik op andere scholen kom [in haar nieuwe functie, red.] zie ik hoe groot het pedagogisch handelen en die rust een flinke uitdaging kunnen zijn.''
Vertrouwen, verbondenheid & verantwoordelijkheid
Om te duiden wat Firdevs bedoelt met de pedagogische opdracht van De Kameleon, grijpt ze terug naar de kernwaarden van de school. ‘Toen ik net startte op De Kameleon was ik aan het werken met protocollen en allerlei regeltjes, maar wilde dat eigenlijk niet. Dat had ermee te maken dat we als team nog niet hadden geformuleerd waar we voor staan, wat de bedoeling was van ons onderwijs. We zijn toen gaan formuleren van waaruit we willen werken: Vertrouwen, Verbondenheid en Verantwoordelijkheid. Vertrouwen is echt de basis. Vertrouwen in jezelf, in het kind, in zijn kunnen, en in de samenleving. Bij sommige mensen groeit het wantrouwen in de overheid en daarnaast voelen deze mensen zich vaker buitengesloten, waardoor het vertrouwen in zichzelf ook laag is. We willen de kinderen meegeven dat vertrouwen hebben een groot goed is en dat het belangrijk is om verantwoordelijkheid te nemen. Op teamniveau hebben we uitgesproken dat we met z’n allen verantwoordelijk zijn voor alle kinderen, en niet alleen voor je eigen klas, met de deur dicht, voor je eigen kinderen. Daarin zie je ook de verbondenheid terug en de wil om die zowel intern als buiten de school actief op te zoeken. Op die manier willen we de kinderen in de wijk en in de samenleving een goede basis geven.’
Gabrielle heeft eerder een paar dagen met Firdevs meegelopen op De Kameleon en was onder de indruk van hoe goed Firdevs weet te zien en formuleren wat de kinderen op de school nodig hebben. ‘Je maakt het ook integraal, met je didactiek. Je doet niet een beetje pedagogiek erbij, alles is geïntegreerd. Spelen de kernwaarden ook een rol bij bijvoorbeeld het kiezen van een methode of een toetsbeleid?’, vraagt ze zich af.
Firdevs: ‘In het onderwijs is de neiging te focussen op punten waar het niet goed gaat. Maar ik kies echt voor vertrouwen: vertrouw erop dat leraren hun verantwoordelijkheid nemen en voor een goede werkwijze kiezen. Het zit ‘m denk ik vooral in het uitspreken van die verwachtingen en het voorleven en naleven van de kernwaarden. Als je het hebt over toetsen, dan hebben we gezegd dat het eigenlijk niet eerlijk is om op deze manier te toetsen bij nieuwkomers, dus hoe gaan we anders toetsen zodat het kind het vertrouwen in zijn eigen kunnen kan behouden? Bij elke keuze bedenken we hoe hij zich verhoudt tot onze kernwaarden, tot waar we voor staan, onze opdracht.’
Vertrouwen in de wereld stellen
Waar komen Firdevs’ heldere ankerpunten vandaan? Ze zegt lachend: ‘Ik ben zelf ook nieuwkomer geweest en ben verbaasd geweest over hoe er soms naar mij gekeken werd, dat mijn Nederlands bijvoorbeeld niet goed was terwijl ik nog maar kort in Nederland was. Ik zie in kinderen de potentie sneller en wil daarvoor staan: de kinderen een (VO) niveau-advies geven daarop bijvoorbeeld, ook al laten hun toetsscores dat nog niet helemaal zien. Een goed mens willen zijn, ook dat heb ik meegekregen vanuit mijn ouders. Mensen helpen, het
goede doen...’
Gabrielle: ‘Je zag het voorbeeld in je ouders, hoe zij het deden..?’
Firdevs: ‘Ja. Onderwijs was daarin heel belangrijk. Zij hebben zelf daarin de kansen niet gehad.’
Gabrielle: ‘En hoe zit dat met vertrouwen?’
Firdevs: ‘Ik heb wel altijd zelfvertrouwen gehad. Ik was in Turkije de beste van de klas, maar kreeg dat ook terug, die bevestiging uit de omgeving dat men mij sociaal en slim vond. Dat helpt enorm. Maar als je dat niet hebt en niet door je omgeving zo wordt gezien, kan ik mij voorstellen dat je je vertrouwen in jezelf en op den duur in de ander kwijtraakt. Wij zijn in onderwijs zo belangrijk: we kunnen kinderen breken, maar ze ook laten bloeien.’
Gabrielle: ‘Dat is voor mij ook een kernwaarde: vertrouwen. En daar zit ook de klik tussen ons. Ik ben met veel vertrouwen opgegroeid. Dat is zo’n rijkdom, zo’n cadeau dat je vertrouwen in de wereld kunt hebben. Een definitie van vertrouwen, hoorde ik laatst, is eigenlijk dat je ervan uitgaat dat de ander in jouw belang handelt. Je hoeft je dus geen zorgen te maken dat een ander jou gaat schaden in interactie. Het geeft heel veel vrijheid om op zo’n manier te kunnen leven.’
Een definitie van vertrouwen, hoorde ik laatst, is eigenlijk dat je ervan uitgaat dat de ander in jouw belang handelt. Je hoeft je dus geen zorgen te maken dat een ander jou gaat schaden in interactie. Het geeft heel veel vrijheid om op zo’n manier te kunnen leven.''
Firdevs: ‘Absoluut. Andersom kan wantrouwen dus ook heel veel doen. Ik heb meerdere Syrische gezinnen begeleid en in één daarvan zat een jongetje van zeven, waarbij als iemand naar hem keek, hij dat al als slecht interpreteerde. Dan is het zaak om het kind te laten ervaren dat er nog twintig andere redenen kunnen zijn waarom iemand naar hem kijkt.’
Gabrielle: ‘En hoe zit dat in een team, als er wantrouwen is?’
Firdevs: ‘Helaas zag ik soms ook leraren die vanuit stellige aannames werkten en dat is ook een vorm van niet-vertrouwen in mijn ogen. Dat kun je voorkomen door continu veel vragen te stellen en een divers team samen te stellen, waardoor een mix aan perspectieven en opvattingen het gesprek binnenkomt.’
Gabrielle: ‘Je kan mensen geen overtuigingen opleggen, maar wel het haakje vinden.’
Firdevs: ‘Het lukt altijd wel, mits je – daar komt ‘ie weer – met tact het gesprek aangaat.’
Gabrielle is benieuwd hoe het beeld van Firdevs over leiderschap en pedagogisch leiderschap zich ontwikkelt in haar nieuwe functie als begeleider van (startende) schoolleiders. Firdevs erkent dat zij daarin zoekende is. Ze ontmoet nu meerdere schoolleiders met ieder een eigen dynamiek en opvattingen. Daarin ziet ze overeenkomsten, maar ook verschillen met haar inzichten en ideeën: ‘Als schoolleider ben je cultuurdrager en heb je veel invloed op de teamcultuur. Die rol is zo essentieel. Het hoort niet helemaal bij mijn opdracht om daar iets mee te doen, maar tóch doe ik het als ik zie dat ik daarin iets kan bijdragen. Daarom gun ik elke leider een leiderschapstraject, want het zit ‘m in hele kleine keuzes: je communicatie, je houding bepalen of het beleid slaagt of mislukt.’
Gabrielle: ‘Dat heeft veel te maken met hoe je bent en laat zien wie je bent. Het begint bij de mensen, bij de professional in het onderwijs. Het grote belang van de rol van de schoolleider is volgens mij onderschat in het onderwijs en dan met name het pedagogische leiderschap. Hoe komt het volgens jou dat de pedagogische basis niet overal stevig is?’
Waar sta je voor?
Firdevs: ‘In Rotterdam staan al jarenlang de achterstanden en de grootstedelijke context met de complexiteit die daarbij hoort hoog op de agenda. Ik ben blij dat de pedagogiek op de agenda is verschenen en dat erover gepraat wordt. Hogeschool Rotterdam heeft bijvoorbeeld een lector op dat gebied. Toekomstige leraren zouden vooral opgeleid moeten worden vanuit de vragen Wie ben je? Waar sta je voor? en Hoe kijk je naar een kind?’
Gabrielle: ‘De pedagogische grondhouding inderdaad. Als het gaat om gelijke kansen, willen we als NIVOZ daarnaast iets betekenen in het vinden van antwoorden op vragen als 'Wat geef je kinderen mee? Wanneer heb je een kans op een goed leven en een kans om een bijdrage te leveren aan de samenleving?' Het gaat erom dat je als mens in die samenleving komt en dan heb je het over de pedagogiek.’
Wat geef je kinderen mee? Wanneer heb je een kans op een goed leven en een kans om een bijdrage te leveren aan de samenleving?''
Firdevs: ‘Er zijn en de meerwaarde laten zien door dialoog, netwerken en verbondenheid.’
Gabrielle: ‘Recent werd ik door een artikel van Paul Frissen weer gewezen op de inrichting van het onderwijsbestel, dat ervan uitgaat dat scholen autonoom zijn. Om die verantwoordelijkheid te kunnen dragen moet een schoolleider weten waar hij/zij mee bezig is. Dat vraagt constant leren en reflecteren op hoe je dat kunt verbeteren. Dat vraagt ook een professionele kwaliteit, een visie en een bewustzijn dat jij als leider weet hoe je het samen met de leraren vormgeeft en hoe je dat kunt dragen. Ik geloof dat daaruit goed onderwijs ontstaat. Dat is niet één type onderwijs. Het begint bij de mensen, bij de professional in het onderwijs.’
Firdevs: ‘Wat kunnen we van jullie hierin verwachten?’
Gabrielle: ‘Naast alle activiteiten die we hebben willen we in zijn algemeenheid een plek in de luwte zijn, waar je bijvoorbeeld komt voor intervisie, een lezing, een nascholingstraject, een masterclass of misschien een boekenclub.’
Firdevs: ‘Ik vul aan: verbondenheid tussen theorie en praktijk, een plek waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, spreken, reflecteren met elkaar, leren en doorgaan. Dat betekent dat we met elkaar dat moeten creëren. Goed luisteren waar behoefte aan is. Voor leraren, schoolleiders, lerarenopleiders, bestuurders, vanuit de bedoeling met elkaar.’
Reacties