Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

De leerling onder druk: een oproep aan de Onderwijsraad

22 maart 2023

Aan welke onderwerpen en vraagstukken in het onderwijs zou de Onderwijsraad in 2024 aandacht moeten besteden? De Onderwijsraad nodigde het onderwijsveld uit om mee te denken over de vraag wat er structureel nodig is voor het onderwijs. Stichting NIVOZ stuurde een bijdrage in om aandacht te vragen voor de pedagogische opdracht en in het bijzonder voor de druk waaronder kinderen en jongeren opgroeien. Lees hieronder de vragen en suggesties voor onderzoeksrichtingen die wij de Onderwijsraad mee hebben gegeven.  

Het onderwijs staat voor meer dan genoeg grote vragen en urgente uitdagingen, en ook Stichting NIVOZ houdt zich met diverse onderwijsvraagstukken bezig, vanuit onze missie om leraren, schoolleiders en andere onderwijsbetrokkenen te sterken in het uitvoeren van hun pedagogische opdracht. Die pedagogische opdracht staat op allerlei manieren onder druk, maar in het bijzonder zouden wij aandacht willen vragen voor ‘de leerling onder druk'. Er zijn steeds meer signalen van psychische klachten, prestatiedruk en een gebrek aan vertrouwen in en verbondenheid met de samenleving onder kinderen en jongeren.

De vraag die wat ons betreft permanent aandacht verdient, is: Wat is er structureel nodig voor een gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren zodat zij verbonden met zichzelf, de ander en de wereld hun plek kunnen vinden? 

Wij vragen de Onderwijsraad naar een brede verkenning van de mogelijke oorzaken en oplossingsrichtingen ten aanzien van het mentaal welzijn van leerlingen. Hieronder schetsen wij kort de aanleiding en urgentie van deze vraag en doen wij enkele suggesties voor onderzoeksrichtingen.

Mentaal welzijn onder druk
De afgelopen jaren zijn er steeds meer signalen dat het niet goed gaat met de psychische gezondheid van kinderen en jongeren in Nederland. Zo laat de HBSC studie[1] tussen 2017 en 2021 een flinke stijging zien van het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs met veel emotionele problemen (van 28 naar 43 procent voor meisjes en van 9 naar 13 procent voor jongens). Ook in het basisonderwijs kampen veel leerlingen met emotionele problemen en nam het welbevinden af. Opvallend en zorgelijk is bovendien dat 54 procent van de meisjes en 36 procent van de jongens van 11 tot 16 jaar psychische druk ervaart door schoolwerk. Zoals de studie ook beschrijft, hangt druk door schoolwerk sterk samen met mentale problemen[2] en heeft de toegenomen druk waarschijnlijk onder meer te maken met het grote belang dat in onze samenleving aan een hoog opleidingsniveau gehecht wordt.

Hoe krijgen we leerlingen weer aan?

Ook leraren uiten hun zorgen over kwetsbaarheid van leerlingen of geven aan dat zij motivatie, doorzettingsvermogen, weerbaarheid of zelfsturing missen bij hun leerlingen[3]. Zo bogen onderwijsorganisaties zich onder leiding van de VO-raad recent over de vraag ‘hoe krijgen we leerlingen weer aan’?[4] Ook in een onderzoeksprogramma van het Kenniscentrum Angst en Stress bij Jeugd naar signalering en preventie van angst- en stressklachten[5] gaven onderwijsprofessionals aan deze klachten steeds meer te zien, met name in relatie tot schoolwerk, toetsen en examens. Leraren hebben soms behoefte aan ondersteuning in het omgaan met specifieke problematiek bij leerlingen, maar missen met name de tijd en ruimte om hun eigen pedagogische expertise in te zetten. De prestatiedruk die zowel zijzelf als hun leerlingen ervaren, staan het goede gesprek en het vanuit een veilige relatie verleggen van grenzen in de weg.

Sinds de coronacrisis lijkt er meer oog voor het mentaal welzijn van leerlingen, mede doordat problemen zichtbaarder werden en in deze periode ook bleek hoe essentieel sociaal contact is voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Zo pleitte Kim Putters namens het Platform Perspectief Jongeren[6] voor het herstellen en versterken van de pedagogische relatie: “Wanneer school een veilige en interessante plek is van waaruit kinderen de wereld kunnen gaan ontdekken, versterkt dat de nieuwsgierigheid en de wil om te leren.”

Binnen herstelprogramma's vanuit het NPO is er gelukkig ook ruimte om in te zetten op de sociaal-emotionele ontwikkeling. Tegelijkertijd ligt de focus echter sterk op het inhalen van ‘achterstanden' in leerprestaties, waardoor de druk op leerlingen (én leraren) nog verder vergroot wordt en hun zelfvertrouwen een knauw krijgt. Daarnaast lijkt het zowel in deze herstelprogramma's als bij veel andere interventies rondom mentaal welbevinden vooral te gaan om symptoombestrijding, met een sterke focus op het individuele kind. Trainingen in mentale weerbaarheid, mindfulness of ontspanningstechnieken moeten de leerling in staat stellen zich teweer te stellen tegen alle druk. Hoewel kinderen en jongeren zeker baat kunnen hebben bij dit soort interventies, kleeft er ook een risico aan. Zij impliceren een individuele verantwoordelijkheid en kunnen ons het zicht op structurele en maatschappelijke oorzaken ontnemen.

Wat kan eraan bijdragen dat kinderen floreren, hun intrinsieke motivatie behouden en zich veilig en uitgedaagd voelen op school?

Prestatiemaatschappij
Verbreding en verdieping van de blik en aanpak is noodzakelijk. Welke onderliggende factoren in ons onderwijssysteem spelen een rol? Wat draagt bij aan stress, angst, motivatieproblemen of gebrek aan verbinding en betrokkenheid? Of positiever geformuleerd: wat kan eraan bijdragen dat kinderen floreren, hun intrinsieke motivatie behouden en zich veilig en uitgedaagd voelen op school?

De signalen van leerlingen onder druk staan niet op zichzelf. We leven in een samenleving waar de druk op (individueel) presteren hoog is, en het onderwijs vormt hier bepaald geen uitzondering op[7]. Ook onder studenten staat het mentaal welbevinden onder (prestatie-)druk[8]. In deze prestatiemaatschappij staat het meritocratisch denken centraal: in theorie kan iedereen met talent en inzet ‘het maken’, maar als je geen succes hebt, kun je dus ook alleen jezelf aankijken.

Dat is precies wat jongeren steeds meer lijken te doen, zo signaleert de Kinderombudsman[9]. Veel kinderen geven aan dat ze vinden dat hun eigen gedrag of gevoel beter kan of moet. Zij leggen de verantwoordelijkheid voor problemen bij zichzelf. Tegelijkertijd daalt hun vertrouwen in volwassenen: ze zien te weinig goede voorbeelden en hebben niet het idee dat er naar hen wordt geluisterd. Het beeld ontstaat dat kinderen het moeten maken en daarbij vooral op zichzelf zijn aangewezen.

Leerlingen worden ‘klaargestoomd’ voor de prestatiemaatschappij, maar het onderwijs is in dit verband al volop de samenleving in het klein. Ook op school is er een sterke prestatiecultuur, waarbij toetsing, vergelijking tussen leerlingen en selectie al vanaf jonge leeftijd een groot stempel drukken op het onderwijs. Veel jongeren zien hun schoolloopbaan als ‘zweten, weten, vergeten’ schrijft het LAKS[10]: twee proefwerken of opdrachten voor een cijfer per week zijn steeds vaker de norm.

Selectie en concurrentie
Er wordt op grote schaal getoetst en de belangen die aan toetsen verbonden zijn, zijn groot, zowel voor individuele leerlingen als scholen. Ook al willen veel scholen de brede ontwikkeling van kinderen stimuleren en wordt ook in het maatschappelijk debat steeds vaker geroepen dat we de terminologie van ‘hoog- of laagopgeleid’ los moeten laten, de meeste leerlingen en ouders hebben al vroeg door dat zij de strijd aan moeten gaan voor een toegangsticket tot het hoger onderwijs. Een hogere opleiding hangt in ons land immers samen met een breed scala aan materiele en immateriële voordelen.

We schrijven niet voor niets ‘strijd'. In veel gevallen is er sprake van onderlinge concurrentie: zowel leerlingen als scholen worden onderling vergeleken in hun resultaten op de eindtoets[11] en ook daarna ligt de nadruk sterk op excelleren of het ‘veroveren’ van plekken op de beste scholen of opleidingen.

De vroege selectie in ons onderwijsstelsel wordt alom bekritiseerd, maar is helaas nog steeds gemeengoed

De druk ontstaat vroeg, mede doordat al op jonge leeftijd een ingrijpende beslissing genomen wordt. De vroege selectie in ons onderwijsstelsel wordt alom bekritiseerd, maar is helaas nog steeds gemeengoed. Er is veel geschreven over de nadelige effecten op kansengelijkheid[12] en dat is wat ons betreft ook een belangrijke zorg. Los van de kans om een opleiding passend bij de eigen potentie, interesses en ambities te volgen, drukt de vroege selectie echter ook een groot stempel op de sociaal-emotionele ontwikkeling. Wat doet een vroegtijdig ‘stempel’ met het beeld dat leerlingen van zichzelf en hun leeftijdsgenoten hebben, en met hun vertrouwen in zichzelf en de toekomst?

De nauw met elkaar verweven kenmerken van ons onderwijs (vroege selectie, onderlinge concurrentie, prestatiedruk, toetscultuur, meritocratisch denken) lijken zo gezamenlijk de pedagogische opdracht van het onderwijs en de brede en evenwichtige ontwikkeling van kinderen in de weg te staan. Een onderwijssysteem dat gekenmerkt wordt door wantrouwen en meten=weten, ondermijnt de professionaliteit van leraren om vorm te geven aan hun pedagogische opdracht en recht te doen aan ieder kind.

Spel en weerbaarheid onder druk 
Tegelijkertijd lijkt er in steeds grotere mate sprake van een ‘play deficit’[13]: kinderen besteden steeds minder tijd aan ‘vrij spel’ of buiten spelen[14]. Dit lijkt in eerste instantie misschien geen vraagstuk voor het onderwijs, omdat het gaat om de invulling van de vrije tijd, maar spel is een essentieel onderdeel van en een krachtige motor achter leren en ontwikkelen.

Spel draagt niet alleen bij aan het ontwikkelen van cognitieve en sociale vaardigheden, maar is ook van groot belang voor de emotionele ontwikkeling en weerbaarheid. Kinderen kiezen en doseren in spel hun eigen risico's en uitdagingen en leren zo omgaan met angst en falen en ontwikkelen een gevoel voor autonomie en verantwoordelijkheid.

Op school wordt samenwerking weliswaar als belangrijke competentie gezien, maar vaker nog worden leerlingen op hun individuele prestaties beoordelend en vergeleken

Belangrijke voorwaarden voor (de positieve effecten van) spel worden echter vaak geschonden, juist ook door de eerder beschreven toets- en prestatiecultuur. Op school wordt samenwerking weliswaar als belangrijke competentie gezien, maar vaker nog worden leerlingen op hun individuele prestaties beoordelend en vergeleken.

In spel zijn kinderen zelfsturend en verantwoordelijk. Wanneer ze deze kans ontnomen wordt, zullen zij eerder kwetsbaar en afhankelijk worden. Leerlingen moeten fouten kunnen maken om zichzelf en de wereld te begrijpen en hebben niet alleen cognitieve, maar vooral ook sociale en emotionele prikkels nodig om te kunnen ‘rijpen’[15]. Een belangrijke vraag is dan ook hoe in het onderwijs meer speelruimte gecreëerd kan worden, zodat leerlingen zich in de volle breedte en veerkrachtig kunnen ontwikkelen.  

Tot slot
Onder onze ogen worstelt een nieuwe generatie met het vinden van een eigen plek in de wereld. De druk waaronder zij hun weg moeten vinden leidt tot klachten die niemand kinderen of jongeren toewenst. Hoe kunnen beleidsmakers en onderwijsprofessionals samenwerken om hun pedagogische verantwoordelijkheid te nemen? De urgentie van een kritische blik op onderliggende oorzaken en het verkennen van oplossingsrichtingen lijkt ons evident.

We hopen dat bovenstaande denkrichtingen de Onderwijsraad handvatten bieden voor de invulling van het werkprogramma 2024. Daarbij is het essentieel ook het perspectief van leerlingen zelf mee te (blijven) nemen in de onderzoeken en adviezen, zoals onder andere al gebeurt met de Jongeren Onderwijsraad. Hierbij kan bijvoorbeeld ook het initiatief YoungExperts ter inspiratie dienen, dat recent een jongerenperspectief op prestatiedruk liet horen[16]. Natuurlijk denkt ook Stichting NIVOZ graag mee.

Bronnen

[1] Boer, M. et al (2022). HBSC 2021. Gezondheid en welzijn van jongeren in Nederland.

[2] Looze, M.E. de, et al. (2020). Trends over time in adolescent emotional wellbeing in the Netherlands, 2005-2017: Links with perceived schoolwork pressure, parent-adolescent communication and bullying victimization. Journal of Youth and Adolescence, 49(10), 2124-213

[3] Zie bijlage

[6] Putters, K. (2022, 9 juni). Brief Platform Perspectief Jongeren aan minister Wiersma [Adviesbrief]. Geraadpleegd van https://www.nponderwijs.nl/documenten/publicaties/2022/06/16/briefppj-aan-minister

[7] Wienen, B. (2021). Nieuw kinderrecht: het recht om te falen. Hedendaagse kinderarbeid in Nederland – en hoe we die afschaffen [Mulock Houwer lezing].

[8] https://www.scienceguide.nl/2023/03/grote-zorgen-om-studentenwelzijn-onder-experts-onderwijs-moet-flexibeler

[9] Kinderombudsman (2022). Als je het ons vraagt. Onderzoek naar het welzijn van kinderen in de Nederlandse provincies.

[10] Jongeren en het zorgen voor hun morgen (2022). Aan de bundel is meegewerkt door: Raad voor Volksgezondheid & Samenleving; Nederlandse Sportraad; Sociaal-Economische Raad; Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming; Adviescollege ICT-toetsing, Adviesraad Migratie; Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie; Gezondheidsraad; Raad voor Cultuur; Raad voor de leefomgeving en infrastructuur; Raad voor Dierenaangelegenheden; Raad voor het Openbaar Bestuur en Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Daarnaast is er op verzoek van de Onderwijsraad ook een bijdrage van vier jongerenonderwijsorganisaties, namelijk: het Landelijk Aktie Komitee Scholieren, Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs, Landelijke studentenvakbond en Interstedelijk Studenten Overleg.

[11] Heij, K. (2021). Van de kat en de bel: Tellen en vertellen met de eindtoets basisonderwijs. [proefschrift] Tilburg University

[12] Zie bijvoorbeeld: Elffers, L. (2022). Onderwijs maakt het verschil. Kansengelijkheid in het Nederlandse onderwijs. Walburg Pers B.V. en

[13] Gray, P. (2013). The play deficit. Geraadpleegd van: https://aeon.co/essays/children-today-are-suffering-a-severe-deficit-of-play

[14] Hup, M. & Rooijen, M. van (red.) (2022). Het laatste kind op straat. www.hetlaatstekindopstraat.nl

[15] Jolles, J. (2022). Over leren, welbevinden en het brein: handvatten voor het onderwijs. Geraadpleegd van https://www.van12tot18.nl/over-leren-welbevinden-en-het-brein-handvatten-voor-het-onderwijs

[16] YoungXperts (2023). Jongerenperspectief op prestatiedruk. Geraadpleegd van: https://heyzine.com/flip-book/556970f23a.html

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief