Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Célestin Freinet en authentiek, levensecht en betekenisvol onderwijs: 'Ervaringen van kinderen zijn het uitgangspunt van levend leren.'

1 maart 2021

In de 'Pedagogische Canon’ vind je een serie portretten van onderwijswetenschappers en -denkers, uit heden en verleden. Hun werk is van betekenis voor een beter verstaan van goede onderwijspraktijk. Via kernbegrippen, definities en eerder gepubliceerd werk trachten we de essentie te vatten.  In deze aflevering de Franse pedagoog Célestin Freinet, een Franse schoolmeester die zijn loopbaan begon in1920 in een dorpsschooltje in Zuid-Frankrijk. Toen Freinet in 1966 op 70-jarige leeftijd stierf was de basis gelegd voor een internationale Freinet beweging van onderwijsvernieuwing, die de grote kloof dichtte tussen het formalistische leerwerk op de school en de actualiteit van het leven, zoals Freinet deze zag.

Afbeelding met tekst, buiten, persoon, boomAutomatisch gegenereerde beschrijvingRemco Pijpers (Kennisnet) maakte met Jimke Nicolai ook een podcast over het gedachtengoed van Célestine Freinet, die je hier kan beluisteren. Daarnaast is er op deze website een uitgebreid interview met Jimke Nicolai, tevens de schrijver van dit artikel. 


Het viel Freinet al vroeg in zijn leven op dat kinderen natuurlijke interesse toonden tijdens wandelingen, maar dat de motivatie was verdwenen als er in de klas werd gewerkt. In samenwerking met collega’s overbrugde Freinet die kloof. Er werden in coöperatief verband werkwijzen, technieken en werkmiddelen ontwikkeld die leidden tot processen en producten die voor de kinderen en leraren van blijvende waarde waren. De teksten die kinderen schreven werden op een eenvoudige drukpers vermenigvuldigd en vervolgens uitgegeven. Er werd onderzoek verricht, er werden studies gemaakt over de bakker, de slager, de smid. En die studies werden verspreid.

De kinderen van het kleine dorpsschooltje uit het agrarische Bar-sur-Loupe, wisselden hun leer- en leefervaringen ervaringen uit met een school in een vissersdorp. Het begin van de schoolcorrespondentie. Freinet typeerde dat moment met: ‘Van nu af aan zijn we niet meer alleen’. Het aantal freinetonderwijzers groeide. In 1927 werd in Tours een conferentie gehouden voor leraren die met schoolcorrespondentie werkten: er waren behalve 35 Franse deelnemers ook leraren uit België, Spanje, Tunesië en Zwitserland.

Freinet liet zich inspireren door andere onderwijsvernieuwers: Decroly, Ferrière, Cousinet, Dewey, maar ook onderhield hij contacten met Peter Petersen en kende hij Maria Montessori.  In Nederland werd freinetonderwijs in de vijftiger jaren bekend. 

Freinetonderwijs staat kritisch ten opzichte de gewone school. Dat was toen en is nu nog het geval. De school ontneemt kinderen en leraren veel verantwoordelijkheid en mogelijkheid voor creativiteit en vrije expressie. Kinderen - en hun leraren - willen zich verantwoordelijk voelen voor wat er in hun leer- en leefomgeving gebeurt en moeten daar invloed op uit kunnen oefenen. Niet alleen voor de inrichting van het lokaal, ook voor de onderlinge verhoudingen en niet in de laatste plaats voor de leerinhoud weten de kinderen zich mee verantwoordelijk. Door de afhankelijkheid van de methodeboekjes en de economisch-technische benadering van onderwijs komt authenticiteit, betrokkenheid en intrinsieke motivatie onder druk te staan.

Kritische pedagogie
Freinet ervoer aan den lijve wat de gevolgen zijn van het praktiseren van een kritische pedagogie. Toen kinderen van zijn school protest aantekenden tegen malversaties van een invloedrijke antiekhandelaar (de man had voor een habbekrats een kostbare stoel van een oud vrouwtje afgetroggeld) en ook nog een kritische vrije tekst publiceerden waarin het falen van de lokale overheid aan de kaak werd gesteld, zag de burgemeester zijn kans schoon: de lastpost Freinet werd op non-actief gezet. Het was niet het einde: Freinet en zijn vrouw Elise bouwden met veel betrokken freinetwerkers de freinetbeweging uit tot een internationale beweging. Hun freinetschool in Vence groeide uit tot het centrum voor de freinetpedagogie in Frankrijk en daarbuiten en is nu nog een ‘Moderne school’.

Over de oorsprong en ontwikkeling van de freinetpedagogie is veel geschreven. Het aantal freinetscholen in Nederland is beperkt, maar neemt toe. In Vlaanderen is het aantal freinetscholen inmiddels gegroeid tot meer dan 100 scholen voor primair onderwijs. De vraag naar informatie over het concept en de belangstelling voor de publicaties over levend rekenen, schoolcorrespondentie, werken met de vrije tekst en levend lezen is groot. Kennelijk heeft Freinet iets te bieden, dat leraren raakt en ze inspireert. Immers, ook nu, vragen veel betrokken leraren vragen zich af: ‘Hoe slagen we er in kinderen echt te motiveren?’ Het volgen van lesmethodes, waarin van dag tot dag, soms zelfs van minuut tot minuut staat aangegeven wat er moet gebeuren, perst kinderen en hun leraren in een dwangbuis. Hoe kan er sprake zijn van authentiek, levensecht en betekenisvol onderwijs als de ruimte voor het eigen initiatief van zowel leraar als kind wordt verkleind tot het uitvoeren van door anderen bedachte opdrachten?

Freinetonderwijs biedt perspectief:

‘… die kinderen kwamen bij mij op school. Ze konden niet rekenen, werd gezegd. Maar ze konden wel rekenen als je het anders aanpakte. Als je hun realiteit tot de realiteit van het rekenonderwijs wist te maken. Die rekenmethode op hun vorige school was perfect realistisch, didactisch gezien niets op aan te merken, alleen werd er geen rekening gehouden met de werkelijkheid van de kinderen. De verbouwing van de school, de brand op de hoek van de straat, het boerenbedrijf van Josjes vader waar het slecht mee gaat, het op handen zijnde bezoek aan de correspondentieklas …., daar moet je iets mee doen in het (reken)onderwijs, want dan zijn kinderen gemotiveerd en leren ze echt. In de klassenvergadering brachten kinderen in: “Op het schoolplein is voor ons niks te doen”. Dat was ook zo. Ze wilden skateboarden. Welk skateboard koop je, hoe komen we aan het geld, welke is de beste? Hoe zit het met de verhouding tussen prijs en kwaliteit? Daar kun je veel mee doen op het gebied van onderwijs. Het is ook een sociaal proces, want niet ieder heeft dezelfde voorkeuren. Hoe kom je daar uit? Dan krijg je kinderen op het puntje van de stoel. Dan maak je onderwijs met kinderen. Dan worden kinderen en ook hun leraren eigenaar van het onderwijs.’

Het lijkt eenvoudig. Maar de realisatie van het freinetconcept in de onderwijspraktijk is moeilijk. Het stelt hoge eisen aan de leraar. Maar het levert die leraar ook veel plezier en welbevinden in zijn werk op. En ”…een onderwijzer die geen plezier meer heeft in zijn werk, is slaaf van zijn kostwinning en een slaaf kan nooit vrije, ondernemende mensen vormen. Hoe kun je je leerlingen leren hun droomwereld van morgen op te bouwen als je er zelf niet meer in gelooft?”, zei Freinet.

Om freinetonderwijs te realiseren ontwikkelde Freinet met zijn onderwijsvrienden een aantal technieken, waardoor:

  • Ervaringen van de kinderen uitgangspunt zijn voor het onderwijs;
  • De organisatie van het klassenleven voor de kinderen overzichtelijk is, zodat er sprake van kan zijn van groeiende eigen verantwoordelijkheid voor gebouw, leerinhoud, maar ook de onderlinge verhoudingen;
  • Kinderen leren van de ervaringen van andere kinderen, volwassenen, culturen waarbij de leraar diepte en structuur aanbrengt.

Het gaat er bij het werken met deze technieken niet om, dat ze klakkeloos worden toegepast: ze moeten een gevolg zijn van een pedagogische en maatschappelijke visie op het onderwijs. Welke technieken toegepast worden en op welke manier is afhankelijk van de tijd, de situatie en de mogelijkheden in de klas.

Voor 'freinetwerkers' is het een voortdurend proces van zoeken, soms teleurstelling, compromissen en natuurlijk successen. De inrichting van de klas en de verschillende werkhoeken speelt daarbij een belangrijke rol. Zie daarvoor ook Geef ze de ruimte 6) en De Moderne School 19).

Een paar technieken die in het freinetonderwijs worden toegepast:

De klassenvergadering

De groepsvergadering of klassenvergadering vormt de spil van het geheel. Daar worden de teksten, rekenverhalen, gebeurtenissen enz. besproken. Daar wordt ook wat gemaakt is aan elkaar getoond en beoordeeld. Klachten, felicitaties, voorstellen en opmerkingen worden besproken en de groep maakt er afspraken over. Met zijn allen, democratisch. De klassenvergadering is voor het onderwijs in Vlaanderen en Nederland uitvoerig beschreven in Dat geeft de burger moed 9) en Mee eens 34). In het laatste boek is de klasse!box uitgebreid beschreven: een instrument om de klassenvergadering te realiseren in de klas.

De werkplannen

In de dag- en weekplannen delen de kinderen hun eigen tijd in op school. Zo leren ze zelf een plan en een werkwijze opstellen. Gezamenlijk wordt daarbij afgesproken, wat in de groep en wat door ieder apart wordt gedaan. De leraar houdt dat in de gaten, zodat de verschillende onderwerpen en vakken allemaal aan bod komen en niet steeds voor eenzelfde activiteit wordt gekozen. Natuurlijk wordt er ook geëvalueerd hoe het gaat met de vorderingen. In het boek Nynke 12), dat verscheen in De Reeks, en ook in De Moderne School, een praktische gids voor de materiële, technische en pedagogische organisatie van de volksschool 19), een boek uit De Freinetbibliotheek, staat de werkwijze beschreven.

Het natuurlijk lezen en schrijven

De verhalen die het jonge kind in de kring vertelt, worden opgeschreven in een verhalenschrift. Een tekening erbij verbeeldt het verhaal nog eens op zijn eigen wijze. De kinderen komen er achter dat gesproken taal vastgelegd en daarna teruggelezen kan worden. Daarmee valt dus te communiceren met anderen, die er tijdens het verhaal niet bij zijn, bijvoorbeeld de ouders of verzorgers. Dit motiveert geweldig om zelf te leren lezen en schrijven. Het natuurlijke leren lezen en schrijven werd door Freinet uitgewerkt in Natuurlijk leren lezen 27). In het boek Levend lezen, dat’s de kunst 3) wordt het leesonderwijs op de freinetschool van vandaag uitgewerkt.

Het werken met de vrije tekst en de correspondentie

Kinderen schrijven ‘vrije teksten’ over hun ervaringen, dromen en fantasieën.  De vrije tekst (zie ook 13) en 24) is een hoofdader van het freinetonderwijs. Die teksten worden besproken, vermenigvuldigd en vormen het uitgangspunt voor onderwijs in taal en andere vormingsgebieden. De teksten worden uitgewisseld met andere scholen. Men zendt elkaar teksten, maar ook klassenkranten, zelfgemaakte albums en studies enz. toe met daarbij een brief van de groep. Over de correspondentie werd geschreven in: Wie correspondeert die leert 2). Bij de correspondentie worden o.a. de moderne communicatietechnieken, via apps en e-mail gebruikt door de kinderen. Het totale taalonderwijs, gebaseerd op het natuurlijk leren lezen en schrijven en het werken met de vrije tekst werd kerndoel-proof beschreven in Dat’s andere taal en later DATplus (zie 7).

Levend rekenen

Met de verhalen komen er ook aanleidingen in de groep om in te gaan op rekenen. Een verhaal van betalen en geld terugkrijgen in de winkel is zo'n voorbeeld. Ook gebeurtenissen in de groep kunnen aangrijpingspunt vormen voor levend rekenen. Het beheer van de klassenkas, de grootte van het aquarium, het aantal broertjes en zusjes in een gezin… een greep uit mogelijkheden voor levend rekenen, die uitvoerig beschreven worden in het boek Dat telt 10). De 'ontdekkingen' worden in de groepsvergadering besproken. Het proefondervindelijk verkennen 22) staat bij levend rekenen centraal, maar ook bij levend taal- en leesonderwijs volgt Freinet deze aanpak.

Het vrije creatieve werk

Leren is belangrijk. Niet alleen cognitief, maar ook sociaal, emotioneel en creatief moet er geleerd worden.  Vrij creatief werken is daartoe een geschikt expressiemiddel. Door de kinderen de gelegenheid te geven vrij te werken, leren ze op natuurlijke wijze. De leerkracht biedt daarbij technieken en vaardigheden aan om steeds nieuwe mogelijkheden te laten ervaren. In Mooi werk 11) worden illustratietechnieken (grafische druktechnieken) beschreven voor leraren. Deze druktechnieken worden o.a. toegepast bij het vermenigvuldigen van de vrije teksten.

Vrije creatieve expressie vereist een sfeer van vertrouwen. Daarin kan het werk aan elkaar worden getoond en kan men elkaar aangeven niet te snel tevreden te zijn, maar te trachten het steeds verder te verbeteren. De waarden van de vrije expressie liggen niet alleen in de creatieve activiteit, maar evenzeer in de resultaten. Deze techniek draagt bij aan de groei naar evenwichtigheid, waarbij je op creatieve wijze grip krijgt op de cultuur van de eigen omgeving en tijd. Freinet verrichtte onderzoek naar kindertekeningen. Zie 29) t/m 33). Zijn vrouw Elise Freinet was lerares en kunstenares. Haar bijdrage aan de ontwikkeling van het kunstonderwijs op de freinetschool is belangrijk geweest. Zie De vrije tekening 26)

Studie en het vrije onderzoek

Alles wat de kinderen tegenkomen in hun alledaagse leven kan een onderwerp van verder werken vormen in de school. Via de verhalen in de groep kan dit leiden tot het doen van gericht onderzoek en tot ontdekkingen. En dat mondt weer uit in een studie met een verslag, werkstuk, album enz. Ook via internet kunnen kinderen kennis en informatie verzamelen over de thema’s die ze bestuderen. Zie Kennis en werkstukken maken met internet 4).

Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijvingTenslotte

De Vereniging voor freinetpedagogie geeft de Freinetbibliotheek en De Reeks uit. De Reeks is een brochurereeks voor vernieuwend onderwijs.  De Freinetbibliotheek bevat vertalingen van boeken van of over Freinet. Op www.freinetvereniging.eu  is de Vereniging te volgen en kan men zich aanmelden als belangstellende of lid.

Deze tekst is geschreven door Jimke Nicolai.

Publicaties die verschenen in De Reeks

  • De Reeks 1, Leren kwalificeren. Stelt het vraagstuk van kwaliteitszorg op vernieuwingsscholen aan de orde.
  • De Reeks 2, Wie correspondeert die leert. Laat zien dat een typische freinettechniek
  • als schoolcorrespondentie ook toe te passen is op andere schooltypen.
  • De Reeks 3, Levend lezen, dat’s de kunst. Belicht leesonderwijs vanuit verschillende invalshoeken.
  • De Reeks 4, Kennis en werkstukken maken met internet. Toont hoe je de nieuwe media kunt gebruiken bij wereldoriëntatie.
  • De Reeks 5, Ondernemende kinderen tellen mee. Beschrijft het beheren van een klas-senkas, waarmee kinderen zelfbestuur oefenen, verantwoordelijkheid dragen en levend rekenen.
  • De Reeks 6, Geef ze de ruimte. Laat in woord en beeld zien hoe je school en lokaal kunt inrichten voor ontdekkend leren, zelfwerkzaamheid, samenwerken, vrije expressie, zelfbestuur en klassendemocratie.
  • De Reeks 7, Dat’s andere taal. Bevat bouwstenen voor levend taalonderwijs: vanuit le-vensechte situaties in jenaplan- en freinetgroepen, gericht op werkdoelen en geordend in leerlijnen (breed formaat + een leerlijnenmap).
  • De Reeks 7A, DATplus. Extra bouwstenen voor levend taalonderwijs bij Dat’s andere taal met leerlijnen en achtergrondinformatie over woordenschat, spelling en grammatica.
  • De Reeks 8, De freinetwerker. Maakt duidelijk wat je als leraar van een freinetgroep moet weten en kunnen. Het geeft een raamwerk voor de freinetopleiding.
  • De Reeks 9, Dat geeft de burger moed. Gaat over burgerschapsvorming vanuit de aan-vaarding van kinderen als medeburgers. Op weg naar een democratische school.
  • De Reeks 10, Dat telt. Bevat bouwstenen voor levend rekenwiskundeonderwijs: vanuit levensechte situaties in jenaplan- en freinetklassen, gericht op werkdoelen en geordend in leerlijnen (breed formaat).
  • De Reeks 11, Mooi werk. Geeft een overzicht van achttien illustratie-technieken met tips en prachtige voorbeelden van kinderwerk. (2011)
  • De Reeks 12, Nynke, een blik in onze groep. Beschrijft de organisatie van een bovenbouwgroep. Wat doet de meester en welke keuzes maken de leerlingen. (2012)
  • De Reeks 13, Werken met vrije teksten. Werken met vrije teksten is werken. Werken voor kinderen en werken voor ons bij het begeleiden van experimenterende leerlingen. Theorie, tips en praktijkvoorbeelden. (2013)
  • De Reeks 14, Samen school maken. Coöperatie is een centraal begrip in de freinetpedagogie. (2016)
  • De Reeks 15, Kleuters aan het werk. Freinet-kleuteronderwijs in de praktijk. (2018)

Publicaties die verschenen in De Freinetbibliotheek:

16. C. Freinet, Tony de Wees. Een kinderboekje uit 1925 met de oorspronkelijke illustraties van Pierre Rossi. (2005)

17. Michel Barré, Célestin Freinet, een pedagoog voor onze tijd. Omvangrijke en goed gedocumenteerde biografie uit 1996. (2006)

18. Rouke Broersma/Freek Velthausz, Petersen en Freinet, Jenaplan en Moderne School. Het Freinet-dossier in het Petersen-archief. (2008)

19. C. Freinet, De Moderne School, een praktische gids voor de materiële, technische en pedagogische organisatie van de volksschool. Eerste uitgave 1945. Daarna diverse herdrukken tot 1977. En in de Oeuvres Pédagogiques, deel 2, 1996. (2009)

20. C. Freinet, Minet. Een kinderboekje uit 1926 met de oorspronkelijke illustraties van Pierre Rossi. (2009)

21. C. Freinet, Geraakt! Een autobiografische novelle uit 1920 en Frontsoldaat in de Eerste Wereldoorlog, een documentair fototekst-boek voor kinderen uit 1958. (2010)

22. C. Freinet, Proefondervindelijk verkennen. Een brochure uit 1966. Freinets laatste publicatie. (2011)

23. C. Freinet, Levenstechnieken verwerven. Proeve van een praktische psychologie toegepast op onderwijs & opvoeding. Eerste uitgave in 1949. Herdrukken in 1960, ’67 en ’77. En in Oeuvres Pédagogiques, deel 1, 1994. (2012)

24. C. Freinet, De vrije tekst. Brochure. Eerste uitgave in 1947. Gewijzigde herdrukken in 1960 en 1967. (2013)

25. C. Freinet, Pedagogie van het werk. Freinets hoofdwerk. Eerste uitgave in 1949. Herdrukken in 1960, 1967, 1969. En in Oeuvres Pédagogiques, deel 1, 1994. (2014)

26.  C. Freineten Elise Freinet, De vrije tekening. Bestaat uit: C. Freinet, Natuurlijk tekenen (1969) en van ELISE FREINET, Expressief tekenen (1962). (2015)

27. C. Freinet,  Natuurlijk leren lezen. Brochure. Eerste uitgave in 1947. Daarna in 1961. Opgenomen In: La méthode naturelle I L’apprentissage de la langue, Neuchâtel 1968, 1970, 1973. (2017)

28. C. Freinet, Mathieu aan het woord. Modern onderwijs op basis van gezond verstand. Vertaling van les dits de Mathieu 1959, 1967 (2018)

Een serie boekjes van Freinet over kindertekeningen. Verschenen bij www.levendleren.nl

29. C. Freinet, De wording van DE MENS in kindertekeningen. (vertaald 2016)

30. C. Freinet, De wording van HUIZEN in kindertekeningen. (vertaald 2017)

31. C. Freinet, De wording van VOGELS in kindertekeningen. (vertaald 2017)

32. C. Freinet, De wording van AUTO’S in kindertekeningen. (vertaald 2018)

32. C. Freinet. De wording van PAARDEN in kindertekeningen. (vertaald 2018)

33. Meen eens! De klassenvergadering als proeftuin voor burgerschap. Jeroen Goedknegt & Jimke Nicolai (2014)

Alle boeken zijn te vinden op:

Daar vindt u ook de nieuwe uitgaven die nog niet zijn opgenomen in dit artikel.

 

NB. NIVOZ heeft niet de illusie met deze canonbijdrage volledig en compleet te zijn. Het is geschreven om de aandacht en interesse te prikkelen bij leraren, schoolleiders en andere geïnteresseerden. Voor sommige zal het gaan om een eerste kennismaking; voor anderen aanleiding zijn om zich verder te verdiepen. We verwijzen daarvoor naar andere bronnen, zoals onder meer naar het boek Grote pedagogen in klein bestek (SWP), de website van Expoo en het erfgoed van de Nederlandse Gedragswetenschappen (ADNG). 


  •  

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief