Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Catastrophy Theory: Een kleine verandering, die een veel grotere verandering teweeg kan brengen

7 mei 2015

'Eens in de zoveel tijd zakt de moed me even in de schoenen. Zo ook in de afgelopen weken. Ik kwam in mijn dagelijkse praktijk even te veel hoogbegaafde kinderen tegen die niet meer naar school wilden. Bezocht te veel scholen die een hoogbegaafde leerling ''opgaven''.' Lonneke Snijder had daarom behoefte aan een opbouwende gedachte, een positieve theorie. Ze kwam uit bij de Catastrophy Theory en legt uit: 'De inhoud van de lesstof, de materialen waarmee gewerkt wordt én de manier van aanbieden moeten dus niet leiden tot méér, maar tot anders.'


2015-04-Life-of-Pix-free-stock-photos-kid-boy-bubbles-back-leeroy-copieDeze bijdrage werd eerder gepubliceerd in het blad Gifted@248.

Na een middagje reflectie op de bank, kwam de rode draad in al deze situaties al snel naar voren: het ‘anders zijn’. Ik trok daarom de Catastrophe Theory uit de kast. Een wiskundige theorie, die dit ‘anders zijn’ kan demonstreren.


Wiskundige René Thom ontwikkelde in 1968 de Catastrophe Theory. Hij wilde daarmee verklaren hoe sommige dingen kunnen veranderen van samenstelling of vorm tot iets compleet anders. De theorie laat zien dat een kleine verandering, een veel grotere verandering teweeg kan brengen; meer van hetzelfde leidt tot iets anders. Het simpelste voorbeeld is water. Wanneer water alleen maar kouder en kouder wordt, zal het veranderen in een totaal andere vorm: ijs. IJs heeft heel andere eigenschappen en vorm dan water. Er is dus een punt waarop meer van hetzelfde (water en kou) leidt tot ANDERS (ijs). Dat is de catastrophy theory.


Deze theorie kun je, min of meer, ook toepassen op hoogbegaafdheid. Wanneer een kind beschikt over meer intelligentie, meer autonomie, meer zintuigelijke en emotionele gevoeligheid, meer motivatie, en ga zo maar door, ontstaat er een kind dat ANDERS is dan andere kinderen. Dit kind heeft een ander bewustzijnsniveau. Het heeft een andere kijk op de wereld. Het heeft andere behoeftes. Het heeft niet behoefte aan méér van dezelfde lesstof, maar aan andere lesstof. En het leert die lesstof vaak ook nog op een andere manier. IJs stroomt toch ook niet, zoals water, door een trechter?


En hier gaat het zo vaak fout in ons onderwijs. Het gat van de trechter wordt wat vergroot (lees: de lesstof wordt gecompact), en het ijsklontje mag soms zelfs een dagdeel in de vriezer (lees: naar een plusklas). Maar is dat voldoende voor die leerling? Is het ‘anders’ genoeg?
De inhoud van de lesstof, de materialen waarmee gewerkt wordt én de manier van aanbieden moeten dus niet leiden tot méér, maar tot anders.


Ik blijf me inzetten. Met deze theorie laat ik leerkrachten inzien wat hoogbegaafde leerlingen nodig hebben. 


LEES MEER.


Lonneke Snijder is hoogbegaafdheidsdeskundige in haar bedrijf Start Voor Talent. Lonneke begeleidt scholen in het opzetten en uitvoeren van stevig beleid rondom hoogbegaafdheid en talentontwikkeling. Ook adviseert ze ouders bij opvoeding en schoolkwesties.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief