Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Buitenspelen

6 april 2022

Pedagogische momenten dienen zich in een klas de hele dag door aan. Maar ook op uitjes kan het gebeuren dat het niet voor elk kind loopt zoals het gehoopt had. Dat overkwam ook Nena, op een uitje naar een skatepark. Ze is boos op de stagiaire en zondert zich af. Leerkracht Laura de Ridder probeert te bedenken hoe ze op dat moment het goede kan doen, ook in de ogen van Nena.

September, groep 4. Ik ben met de klas naar het skatepark in de buurt gegaan. Je kan er omhoog rennen bij de verschillende schansen en de kinderen verzamelen zich daarboven op. De stagiaire - net zeventien - doet ook mee. Ze tast met de groep spelregels en afspraken af. De sfeer is gemoedelijk: de kinderen rennen lachend achter elkaar aan. Ze skeeleren en spelen tikkertje. Op mijn ronde klets ik wat met de kinderen, die ik zo aan het begin van het schooljaar nog moet leren kennen.

Op zeker moment slaat de sfeer bij de schans om. Waar de kinderen elkaar eerst hielpen de schans op te klimmen, duwen ze elkaar er nu vanaf. Omdat de stagiaire erbij staat, geef ik haar de ruimte de leiding te nemen. Hopelijk lukt het haar de situatie ten goede te keren. Ik ben alweer een eindje verderop, als een kind mij roept: Nena heeft ‘ik haat je’ gezegd tegen de stagiaire.

Als ik terugloop naar de schans, zie ik Nena niet. Na een tip van een klasgenoot zie ik haar onder de schans staan, met gefronst voorhoofd en haar armen stijf over elkaar. Even maak ik oogcontact met de stagiaire verderop. Ik meen een verbaasde blik in haar ogen te zien. Nena staat er gefrustreerd bij. Ik vermoed dat het spel niet heeft uitgepakt zoals zij had gewild.

Een band zoals ik die met Nena zou willen hebben, is er nog niet. Nu komt het erop aan

Een band zoals ik die met Nena zou willen hebben, is er nog niet. Nu komt het erop aan. Enerzijds wil ik tegemoet komen aan het appel dat ze op mij doet: zie mij, hoor mij! Anderzijds wil ik haar ook een grens bieden. Als Nena wat op adem is gekomen, hurk ik naast haar neer. Ze heeft nog steeds haar armen over elkaar en ze kijkt boos. Ik vraag: ‘Wat zou er gebeurd zijn waarom jij er zo verdrietig en boos uit ziet?’ Ik hoop dat ze me wil vertellen wat haar zo raakt. Ik zeg: ‘Soms gebeurt er iets wat niet prettig voelt, dan mag je daar verdrietig en boos over zijn.’ Nena zwijgt. Ik blijf gehurkt naast haar zitten, terwijl ik me afvraag wat ik moet doen. Dit lijkt me een pedagogisch moment zoals Max van Manen (2014) dat beschrijft.

Alles wat ik zeg en doe is gebaseerd op de signalen die ik oppik uit deze situatie. We interpreteren elkaars woorden, gebaren en handelingen. Zij ook de mijne. Ook al zwijgt Nena, toch is er sprake van een soort dialoog, waarbij we steeds iets lezen in wat de ander laat zien. Dat probeer ik zo goed mogelijk te doen, steeds beseffend dat het ook kan zijn dat ik Nena niet goed versta.

Langzaam maar zeker opent zich een ruimte. Nena laat haar armen zakken en haar blik lijkt zachter; ze draait zich schoorvoetend naar mij toe en begint te vertellen. Het was haar idee geweest om ‘jongens tegen de meisjes’ te spelen. Ze had verwacht dat de stagiaire in het meidenteam zou zitten, maar die deed mee met de jongens! Dat maakte Nena boos. Nu dat is opgehelderd, hebben we het erover dat je in je boosheid soms dingen zegt die een ander pijnlijk kunnen treffen - daar moet je een beetje mee oppassen.

We worden het samen eens dat ze best nog even boos mag zijn, maar dat ze straks gaat zeggen dat haar woorden niet zo bedoeld waren. Ik geef Nena nog een aai over haar rug en stap dan bij haar weg. Juist door ruimte te geven én een grens te stellen, denk ik dat ze kwetsbaar kon zijn en zich openstellen voor wat de situatie van haar vroeg.

Het gaat me niet alleen om Nena’s welbevinden, maar ook om opvoeding, om wat pedagoog Gert Biesta subjectivering noemt

Ik laat ruimte voor Nena’s gevoelens, maar wil haar ook in contact brengen met haar prille verantwoordelijkheid voor de gevoelens van een ander. Ik ondersteun haar daarbij, door enerzijds naast haar te staan in haar boosheid en anderzijds ook weerstand te bieden aan de manier waarop ze daar uiting aan gaf. Het gaat me niet alleen om Nena’s welbevinden, maar ook om opvoeding, om wat pedagoog Gert Biesta subjectivering noemt. Ik koester haar, maar ik daag haar ook – liefdevol – uit om een stapje richting grotere ‘volwassenheid’ te zetten.

Als ik het skatepark weer op loop, hoor ik achter mij Nena uit haar schuilplaats komen. Ze gaat naar de stagiaire en zegt: ‘Hé juf, zo bedoelde ik het helemaal niet hoor.’

Laura de Ridder is leerkracht-onderzoeker bij het Lectoraat Professionaliseren met Hart en Ziel van de Thomas More Hogeschool

Bron

Van Manen, M. (2014) Weten wat te doen wanneer je niet weet wat te doen. Driebergen: Nivoz

Reacties

2
Login of vul uw e-mailadres in.


Hetty de Ridder
2 jaar en 0 maanden geleden

Met veel plezier jouw tekst over die heerlijke onderwijspraktijk gelezen Laura.

Wat mooi dat de groep aangeeft dat het mis gaat. Een groot goed dat dit vertrouwen bestaat, daar is Nena ook onderdeel van. Waarschijnlijk daardoor ook de ommekeer bij haar: het vertrouwen in jou, Laura!

De oorzaak van Nena’s boosheid is een gevolg van het niet uitkomen haar verwachtingen. Mooi thema om op door te gaan in de groep.

Login of vul uw e-mailadres in.


Joop Berding
2 jaar en 0 maanden geleden

Beste Laura, ik las met veel interesse en plezier je stukje over 'Buitenspelen'. Uit het leven gegrepen, zogezegd. Het is zo belangrijk dat leerkrachten dit soort levendige verhalen vertellen. Daar zit zo’n schooldag vol mee. Wat ik ook mooi vind, is de rust die je in zo’n situatie met Nena weet te bewaren, terwijl je eigenlijk niet weet wat je moet doen. Je noemt Max van Manen, ik moest ook denken aan Philippe Meirieu. Als hij het heeft over een pedagogische situatie dan is dat er een waarin het kind als het ware ‘ontsnapt’ aan jouw macht, daarin toont het zich als ‘subject’. En dat gebeurde inderdaad.
Een sleutelzin vind ik: ‘Langzaam maar zeker opent zich een ruimte’. Ruimte is voor de opvoeding en het onderwijs ongelooflijk belangrijk. Daardoor zitten opvoeder en kind niet ‘op elkaar geplakt’ en is groei mogelijk. Je laat het prachtig zien.
Hopelijk vertel je nog meer van dit soort mooie verhalen.
Met hartelijke groet,
Joop Berding

Login of vul uw e-mailadres in.


Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief