Beoordelen bij gym
30 oktober 2017
'Beoordelen met cijfers in het bewegingsonderwijs, het is echt een crime. Hoe langer ik daar mee bezig ben, hoe vervelender ik het begin te vinden. Beoordelen is echter noodzakelijk om het vak te legitimeren. En dat maakt het volgens mij zo lastig.' Florian Pijnacker Hordijk worstelt, wikt en weegt en kiest vervolgens voor een kort verslagje op het rapport, in plaats van het gebruikelijke cijfer. 'De ene zeven kan namelijk nooit dezelfde zeven zijn voor een ander kind.'
Beoordelen met cijfers in het bewegingsonderwijs, het is echt een crime. Hoe beoordeel je vage begrippen als inzet, samenwerken of een koprol maken tijdens de gymles? Neem samenwerken. Als iemand heel veel initiatief neemt, wil je dat graag waarderen. Maar als je 'veel initiatief nemen' waardeert, kan dat als gevolg hebben dat iedereen heel veel initiatief gaat nemen. Waardoor het samenwerken in de soep loopt...
Inzet is misschien wat makkelijker te zien: je ziet leerlingen blijven proberen om die koprol onder de knie te krijgen. Je ziet een goede beweger andere leerlingen helpen. Maar wat is nu beter? Je zou ze allebei voor inzet een goed kunnen geven. Voor de buitenwereld is dat dus een cijfer voor hetzelfde gedrag, terwijl dat in werkelijkheid helemaal niet zo hoeft te zijn.
Beoordelen is cruciaal om het vak te legitimeren als leervak. Want er wordt daadwerkelijk geleerd binnen ons vak bewegingsonderwijs? Om dat te bewijzen moet er beoordeeld worden. Het behaalde moet zogezegd meetbaar zijn.
Over naar de beoordeling van de koprol. Waar richten we ons daarbij op? Nemen we als meetpunt de ideaal-typische koprol uit het turnen voor ogen? Of zijn we al blij met het 'gewoon' over de kop gaan? Daar komt nog bij dat het beoordelen verschrikkelijk veel tijd in beslag neemt, wat ten koste gaat van de rest van de gymles.
Moeilijke overwegingen allemaal. Maar als ik er zo over nadenk, heb ik toch een oplossing gevonden. Elke leerling is verschillend, wat inhoudt dat de ene zeven nooit dezelfde zeven kan zijn voor een ander kind. Daarom is het denk ik goed om van die generaliserende cijfers af te stappen en een kort verhaaltje op het rapport te noteren. Waarin je specifiek kunt benoemen: 'Wat gaat goed, wat kan beter?
Meer werk, maar voor mij de beste manier om duidelijk te krijgen of het bewegingsonderwijs aanslaat. Een verslagje zegt zoveel meer dan een zeven of een 'goed'.
Ook het filmen van lessen in de klas om een goed beeld van een leerling te krijgen, werkt volgens mij prima. Kun je lekker je lesje geven. En later terugzien op welk niveau een kind zich beweegt.
Florian Pijnacker Hordijk is gymleerkracht
Reacties
Peter te Riele
Niet beoordelen maar waarderen = waarde toekennen. Reflecteren, feedback geven, evalueren, bewijzen van vermogen verzamelen. Sowieso kun je je afvragen wat het toekennen van een cijfer voor betekenis heeft. Aspecten als plezier in bewegen, grenzen verleggen, coöperatie, doorzettingsvermogen, sportiviteit, incasseren, conditie, motivatie, kracht, souplesse, balgevoel, tactisch inzicht etc. Er zijn zoveel dimensies. Misschien wel meer dan welk vak ook. Maar in mindere mate geldt dit ook voor andere vakgebieden.
Frank Snijders
Je hoeft toch niet het vak te legitimeren. Het belang van goede lichamelijke opvoeding is toch niet te vangen in een cijfer! Laat leerlingen zelf doelen stellen en daag ze uit om die te halen.Beoordeel dit proces met voldoende of goed of met een verhaaltje. Zo kun je iedereen op zijn of haar niveau beoordelen!