Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

‘Ach jongen toch’, zeggen de ogen van meester Erik opeens

4 mei 2020

‘Eriks ogen verraden een vulkanische potentie die ik niet van hem ken. Hij kijkt langs mij heen, naar Ivar, die de groep blijft storen.’ Een paar jaar terug werd redacteur Geert Bors uitgenodigd in de sbo-klas van Erik Hekkelman. Een kalme dag werd gaandeweg turbulenter. Maar Eriks blik veranderde: ‘In minder dan een tel zie ik alleen nog mededogen in zijn oogopslag. Nooit eerder heb ik ogen zo luid “Ach jongen, toch” zien verzuchten.’ Een observatie over de vele talen van pedagogische tact.

De ogen van meester Erik staan stil. Gefixeerd. Boos. Ze ketenen. Ze verraden een vulkanische potentie die ik niet van hem ken. Hij kijkt langs mij heen, naar Ivar, een leerling die hij een paar minuten geleden heeft laten plaatsnemen aan de tafel achter in de klas. De onrust die de jongen eerder in z’n eigen tafelgroepje had, is niet verdwenen daar achterin. Nog steeds werkt Ivar als een stoorzender voor de groep. En dat is Erik beu. 

Ik loop een hele dag mee met Erik Hekkelman en ik heb de indruk dat het simpele feit dat ik lijfelijk aanwezigheid ben, bijgedragen heeft aan dit moment. Omkijken, naar de leerling die de ontvanger van Eriks boze blik is, zou mijn aanwezigheid alleen maar onderstrepen, is mijn inschatting. Ik heb alleen Eriks ogen om me op te richten. En die zijn niet te missen in hun intensiteit.

‘Ik kan meer pedagoog zijn in het speciaal onderwijs’
Erik sprak mij een paar maanden geleden aan op het schoolplein. Hij stond al een klein jaar langer dan ik in het cordon van op hun kleuterkroost wachtende ouders en had zo zijn eigen netwerk. Voor mij waren de eerste weken wachten net zo onwennig geweest, als het voor mijn zoon in de kleuterklas moest zijn. Misschien nog wel meer, zo zonder gezamenlijke activiteit dan te staan en te wachten. 

Op enig moment was het contact met Erik ontstaan. Hij kende NIVOZ-platform hetkind, had mijn naam er herkend en begon te vertellen over zijn eigen leraarschap op een school voor speciaal onderwijs: ‘Ik werkte op een reguliere school, maar ik had het gevoel dat ik daar niet genoeg toe kwam aan echt contact met de kinderen. Daarom ben ik nu leerkracht in het speciaal onderwijs. Ik kan nu veel meer pedagoog zijn.’ 

En zo kwam het ertoe dat hij me uitnodigde in zijn klas, zonder dat we elkaar al te goed kenden. Een dag die verrassend open begonnen was, zo constateerde Erik ook in de eerste pauze: hij had het ochtendprogramma deels terzijde geschoven, toen er een gesprek ontstond over het waarom van onderwijs en de gedroomde toekomst van zijn leerlingen. Hij had een stap naar achteren mogen doen, toen de groep van twee gepensioneerde experts een techniekles kreeg. Geëngageerd had iedereen gebouwd aan zijn eigen elektrische circuit, met een behendigheidsspiraal, die ik nog ken uit jaren ’80-spelshows.

Meekijken met Eriks blik
Op het plein in de pauze had Erik me laten kijken met zijn blik. In een hoek werd door een onoverzichtelijk krioelende groep geoefend op het gooien in een basketbalring. Het trok mijn geamuseerde aandacht, zoekende als ik was naar manieren om de leerlingen ook buiten het lokaal aan te spreken. Maar Eriks blik liet me ook scannen over het hele plein. Langs groepjes waar weliswaar met grote armbewegingen en op luide toon gesproken werd, maar waarin hij alleen onschuldige vrolijkheid herkende. Hij wierp hier eens een blik, daar eens een opmerking of een glimlach en weer verderop een bal toe. Vluchtig wees hij op een drietal dat in de buurt van de verste hoek van het plein op struin was. Vaak een voorteken dat er iets ging gebeuren met de eerste de beste die ze tegen het lijf liepen, wat een minuut of drie later ook gebeurde. 

Voor de middag had Erik een activiteit waar hij naar uitkeek. Een deel van de leerlingen had mogen nadenken over een favoriete YouTube-liedje en ieder mocht daarbij uitleggen waarom hij of zij het zo mooi vond. ‘Vorige week zat Home van Dotan daar tussen’, vertelde Erik, ‘Dat is ook gebruikt bij de repatriëring van de slachtoffers van de aanslag op vlucht MH17. Er zat in dat vliegtuig een gezin uit de stad, waar een van mijn leerlingen mee bevriend was.’

Erik de Viking
Maar hoe bijzonder open de leerlingen die ochtend zich spontaan betoonden en hoe kwetsbaar de sfeer vorige week ook was, datzelfde gebeurt vanmiddag niet. Het is dance-, house- en rapmuziek wat de klok slaat. Het swingt. Het pulst. Het is luid. En de teksten zijn soms ongemerkt vuig. Het zweept de groep op tot een ginnegappende, baldadige stemming. Het komt ervan dat Erik Ivar, als de meest uitgelatene van het stel, na herhaalde reprimandes – van vrolijk-meebewegend tot strenger – solo achterin zet.

Nu Ivar weer de aandacht van zijn klasgenoten zoekt, verliest Erik zijn geduld. Erik is niet groot en veel van zijn uiterlijke kenmerken stralen toegankelijkheid uit. De krullen boven zijn oren. Zijn bescheiden baardje. De blos op zijn wangen. Maar nu zijn die krullen, dat baardje, dat knoestige van zijn lichaam opeens opgenomen in die boze blik en lijkt de Viking in hem ontwaakt. 

Hoe lang laat Erik die blik voortduren? Vijf seconden? Tien? Langer? Ergens voel ik me geïmpliceerd in de intentie achter de fixerende blik: Erik is leraar in zijn klas en gastheer voor mij. Maar na een glansrijke ochtend bewegen zijn mede-gastheren en -vrouwen vanmiddag niet mee. 

En dan, dan verschuift Eriks blik. Zijn ogen blijven bij Ivar achterin, maar zijn wenkbrauwen gaan omhoog. De spieren rond zijn ogen ontspannen. Verbeten mondplooien verdwijnen. In minder dan een tel is alle woede weg en ligt er alleen nog maar mededogen in zijn oogopslag. Nooit eerder heb ik ogen zo luid ‘Ach jongen, toch’ zien verzuchten. 

Een redelijk gemiddelde dag
‘Het was een redelijk gemiddelde dag’, evalueert Erik een half uur later. ‘Tof dat je er was. Je was wel op je gemak in de groep, had ik het idee. Ik ben benieuwd wat jij ervan vond.’ Hij wordt aangesproken door collega’s, gaat nu een teammeeting in. Ik loop de twee straten terug naar huis en overdenk deze ‘redelijk gemiddelde dag’, waarvan vooral de verandering in Eriks blik me blijft bezighouden. 

Ik kan hem nu niet vragen of het iets in Ivars houding was. Misschien was er iets waardoor Erik een opening zag. Maar… doet dat ertoe? Als momenten van frustratie mij overvallen, is het zeldzaam dat ik dergelijke emoties zo snel kan laten wegebben. Wat ik heb mogen zien was iemand die zich niet liet meeslepen, maar bewust terugkeerde bij wat er zich voordeed en wat er nodig was: Erik zette een schotje tussen de omvallende dominosteentjes. Precies genoeg om opnieuw te beginnen en Ivar een nieuwe handreiking te doen. 

Ja, over dat moment met die veranderde blik zal ik gaan schrijven. Omdat juist in die verandering bemoediging verscheen. Begrip ook, voor de belevingswereld van een bijna-puber. Een moment als een roman, geschreven in één tel. Ik zag een leraar. En in zijn blik de leerling. Ik voelde de ruimte tussen hen. Zoals Max van Manen ook laat zien met zijn noties van pedagogisch contact en pedagogische tact, is er veel taal mogelijk voorbij woorden. Er werd gekeken. Er werd gesproken. Er werd gehoord. 

Geert Bors

De naam Ivar is een pseudoniem. Erik Hekkelman is naast leerkracht in het speciaal basisonderwijs ook trainer en coach, onder andere via de Impulsklas en Groeikracht Onderwijs. Geert Bors is redacteur bij het NIVOZ en treft Erik nog altijd aan het schoolplein van hun kinderen.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief