Wat achterstanden? Treffen we hier nu niet het handwerk van leraren, hun eigenlijke professionaliteit?
21 april 2020
‘Zouden leraren de dwangmatigheid van het systeem loslaten, zoals nu gebeurt, dan lijkt er zoveel meer mogelijk.’ Luc Stevens deed in kleine kring rondvraag naar de ervaringen van een aantal kinderen met het afstandsonderwijs, ofwel ‘school thuis’. En hij sloot aan bij een online gesprek dat NIVOZ hield voor leraren en schoolleiders en raakte onder de indruk. ‘Je moet elk van je leerling(en) echt proberen te verstaan om hen verder te kunnen helpen. Zouden we dat kunnen bewaren voor als we weer terug zijn in de klas, die professionaliteit?’
Nieuwsgierig naar hun ervaringen en hun gedachten heb ik een paar kinderen in mijn omgeving kort geïnterviewd over hun onderwijs thuis. De jongste is een zeer dynamische bijna kleuter van 3½ die zich moet gedragen in een huis waar zijn broers en ouders moeten thuiswerken. De oudste is een gymnasiast van 16 die af en toe tijdens de digitale les zijn leraar ‘uitzet’, want dan kan hij wat efficiënter werken, zegt-ie. Voorts een vwo-scholier die hard moet werken (en ook werkt) om naar de vierde klas te kunnen, plus een enthousiaste meid uit groep acht die naar de havo gaat en zich grote zorgen maakt over het afscheid (ze weet nog niks en hoe moet dat dan?). Tot slot sprak ik een fantasierijke 10-jarige jongen die het thuis prima vindt, een stoere 9-jarige die niet graag thuis zit en een bedachtzame 5-jarige jongen die al leest en van zijn juf een XL-programma (zo heet het) als uitdaging heeft gekregen (wat zijn moeder op het idee bracht om voor zijn broer, de 3½ jarige ook een XL-programma te bedenken en met succes).
Gevraagd naar de voordelen van school thuis vertelt de gymnasiast dat zijn leraren aardiger zijn (ze behoeven geen orde te handhaven) en dat ze gemakkelijker vragen naar ‘wat er nog nodig is’ en dan nog even uitleggen. Soms heeft hij ook meer ruimte om te kiezen, zelf zijn werk te organiseren en eigen verantwoordelijkheid te nemen. Wel prettig. En niet onbelangrijk: gezellig samen met de familie lunchen. De vwo-er die zo hard werkt, ziet niet veel verschillen tussen school op school en 'school thuis', vindt zijn mentorles toch wel heel behulpzaam en heeft overigens waardering voor zijn school, dat deze zo goed voorbereid was. Beide VO-scholen, zo is de indruk, proberen hun lesprogramma zoveel mogelijk te handhaven, inclusief toetsen.
Gevraagd naar de voordelen van school thuis vertelt de gymnasiast dat zijn leraren aardiger zijn (ze behoeven geen orde te handhaven) en dat ze gemakkelijker vragen naar ‘wat er nog nodig is’ en dan nog even uitleggen.
De 12-jarige schoolverlater, het meisje, ziet niet veel voordelen, behalve dat je meer keuzeruimte hebt om je werk in te delen. Fijn vindt ze wel dat je nu niet met andere kinderen vergeleken wordt. De 10-jarige uit groep zes ziet met zijn ouders als voordeel dat didactische achterstanden kunnen worden weggewerkt (daar wordt hard aan gewerkt) en is, zoals gezegd, graag thuis met zijn familie. De 9-jarige ziet als voordeel dat hij nu vier pauzes heeft en kan chatten met zijn vrienden als hij eerder klaar is dan verwacht. Hij ziet zijn leraar hard werken en moeilijkheden overwinnen en heeft daar wel respect voor. Maar 'school thuis' is niks voor hem.
Heel belangrijk zijn de voordelen voor de kinderen niet, zo blijkt, in tegenstelling tot de nadelen die ze ervaren.
De gymnasiast, de vwo-er en de 12-jarige vinden dat hun leraren teveel instructie geven, te uitvoerig zijn met hun uitleg (“hij overdrijft, moet het loslaten”, zegt de 12-jarige). De 9-jarige heeft het meestal wel begrepen, zegt hij, ook al mist hij het digibord. Leren gaat nu wel langzamer, vindt hij. Alle zes scholieren missen hun vrienden en vriendinnen, de gezelligheid, het ‘schoolgevoel’ (de vwo-er), het ritme of zelfs de leraar die streng wil zijn en boos wordt (de gymnasiast). Onze 12-jarige heeft er daardoor steeds minder zin in en, “… je hebt ook geen tafelgesprekken meer”. Het thuis over school kunnen vertellen, mist zij ook.
Hun leraren heb ik niet gesproken, maar in een NIVOZ-gesprek met een achttal collega’s op 9 april jl., merendeels uit het basisonderwijs, hoor je dat leraren onderling en leraren en leerlingen meer op elkaar gericht raken, dat leraren het gevoel hebben meer gewaardeerd te worden en dat leerlingen gemakkelijker initiatieven nemen. Duidelijk wordt waar het eigenlijk om gaat: leraar en leerling samen aan het werk in een leerproces. Deze ervaringen van leraren kunnen we bevestigen vanuit de interviews met de zes kinderen: er is een directer, meer persoonlijk contact, in elk geval voor de basisschoolleerlingen. De leraren worden algemeen gewaardeerd voor hun inzet en de leerlingen zoeken ruimte voor eigen keuzes.
Je hoort dat leraren onderling en leraren en leerlingen meer op elkaar gericht raken, dat leraren het gevoel hebben meer gewaardeerd te worden en dat leerlingen gemakkelijker initiatieven nemen.''
Treffen we hier niet het handwerk van leraren, hun eigenlijke professionaliteit? Iedereen is gedwongen afstand te nemen van routines, gewoonten en vanzelfsprekendheden en zich aan te passen aan per kind wisselende omstandigheden en er voor te zorgen dat elk van de leerlingen zinvol en gemotiveerd aan het werk blijft. Je moet elk van je leerling(en) echt proberen te verstaan om hen verder te kunnen helpen. Zouden we dat kunnen bewaren voor als we weer terug zijn in de klas, die professionaliteit?
Journalistiek heeft het nieuwe onderwijswerk ruim de verdiende aandacht gekregen en tot mijn opluchting lieten leraren zich daarin zien als toegewijd, veerkrachtig, bewust van hun verantwoordelijkheid en bekwaam om te improviseren. Als professionals dus. Een heel ander beeld dan de leraar die bezwijkt onder werkdruk, weinig verdient en geen aandacht krijgt, de leraar in de slachtofferrol, zoals zijn zaakwaarnemers het graag zien.
Tot mijn opluchting laten leraren zich zien als toegewijd, veerkrachtig, bewust van hun verantwoordelijkheid en bekwaam om te improviseren. Als professionals dus. Een heel ander beeld dan de leraar die bezwijkt onder werkdruk, weinig verdient en geen aandacht krijgt, de leraar in de slachtofferrol.''
Maar niet minder opmerkelijk waren de suggesties van de journalistiek in de zin van oplopende achterstanden en afnemende kwaliteit van onderwijs. De ruggenmergreflex van het gesprek over onderwijs in Nederland, zodra dit voor een nieuwe uitdaging komt te staan. Achterstand ten opzichte van wie of wat? Ik kan maar één zinnig criterium bedenken en dat is achterstand ten opzichte van wat de leerling zou kúnnen of zijn potentieel. En dat is een algemene zorg: in het gestandaardiseerde, selecterende onderwijssysteem dat wij praktiseren komen in beginsel alle leerlingen tekort en kan aldus met een gerust hard gesproken worden over algemeen onderpresteren. Voor de groepen leerlingen die voor hun leraren moeilijk bereikbaar zijn (waaraan terecht veel aandacht wordt besteed) zou in geval van het huidige afstandsonderwijs hoogstens van een versnelling van die achterstand ten opzichte van hun eigen potentie kunnen worden gesproken.
Het zou te wensen zijn dat als de school weer open gaat, leraren en hun leerlingen zich afvragen wat er geleerd kan worden van de afgelopen (en komende) weken school thuis. Een open gesprek waarin leerlingen hun leraar proberen te verstaan en leraren hun leerlingen. De leraren in het NIVOZ-gesprek maakten melding van leerlingen die met sprongen vooruit gingen, de ouders van onze 10-jarige die graag thuis is, spijkeren hem bij met lezen en spelling, een achterstand die de jongen in school heeft opgelopen en talloze andere, nieuwe ervaringen die de systeemfouten blootleggen.
Leraren hebben geleerd zich hieraan aan te passen. Zouden zij de dwangmatigheid van dat systeem loslaten, zoals nu gebeurt, dan lijkt er zoveel meer mogelijk.
Luc Stevens is founding father van stichting NIVOZ. In zijn rol als wetenschappelijk directeur heeft hij het stokje in 2018 overgedragen aan Rob Martens. Maar hij is nog altijd betrokken en verbonden.
Reacties
Carina Wassenaar
Mooi inkijkje van deze bijzonder situatie en inderdaad: hoe fantastisch zou het zijn als hier de positieve lessen uit getrokken kunnen worden! Ik vraag me wel af: waar komt die dwangmatigheid vandaan? Is het niet zo dat de meeste leraren in hun hart het heel graag anders zouden willen, maar door het systeem, wat overheid en overheid gerelateerde instanties gecreëerd hebben, gedwongen worden? Wat zou er gebeuren als de leerkracht (de professional) het vertrouwen krijgt vanuit de overheid (maatschappij en media) dat ze verdienen met de daarbij behorende volledige verantwoordelijkheid en autonomie om goed onderwijs gestalte te geven?
Ria Wassenaar
Beste Luc, Wat mooi om dit artikel van jou op de valreep van mijn werkzame leven tegen te komen. Veertig jaar geleden ben ik bij je afgestudeerd en nog steeds herken ik de rode draad: Elk kind is er één! De leerkracht doet er toe! In de professionele interactie leerkracht - kind gebeurt het, wordt onderwijs gestalte gegeven, beide met hun behoefte aan relatie, competentie en autonomie. Het bijdragen aan 'het verstaan van dat ene kind' ( in mijn geval zeer veel kinderen) in de onderwijssetting is voor mij gedurende al die jaren een inspirerende leidraad geweest in mijn contacten met onderwijsprofessionals. Dank, jij stond aan het begin. Het ga je goed.
Bea P.
Leerkrachten zijn meestal gedreven professionals en kinderen kunnen nooit achter raken op hun eigen ontwikkeling. Vertrouwen!
Hetty Jansen-Verhagen
Luc, dank voor dit artikel waaruit jouw gedrevenheid voor passend onderwijs spreekt. Je zegt 'je moet elk van je leerlingen echt proberen te verstaan om hen verder te kunnen helpen', en dat is ook voor mij de kern van waaruit je leerlingen motiveert. Wat heeft een kind nodig om te willen en kunnen leren. Hoe bereik je iedere afzonderlijke leerling. Het 'proberen te verstaan' kan omgezet worden in 'leren te verstaan'. Mijn PCM-collega-trainers wereldwijd binnen het onderwijs en ik begeleiden leerkrachten en schoolleiders hierin en iedere keer weer staan we samen versteld van het resultaat dat waarneembaar is als je het kind echt kunt bereiken en motiveren. Daar worden we allemaal blij van.
Kat
Het is een gerust hart...
Maar mooi artikel, met interesse gelezen.
Kat
Het is een gerust hart...
Maar mooi artikel, met interesse gelezen.
Regina Reiniers
Mooi artikel, de gedwongen 'pas op de plaats' geeft ons als collectief de kans om uit de hamster-tredmolen te stappen en te bezinnen op datgene wat we eigenlijk vanzelfsprekend en met de beste bedoelingen aan het doen zijn.
Karin
Niet kinderen vertonen achterstanden. Ons onderwijssysteem dateert uit de negentiende eeuw. Maar het is tijd dat we de ontwikkelingen van kinderen voor laten gaan op wat het systeem van ons en hen vraagt. We moeten ons niet meer aanpassen aan het systeem. Leraren niet én kinderen niet. Dat houdt ons klein en dat dient de wereld niet.
Henk Lamers
Beste Luc,
Met heel veel dank voor je uitmuntende analyse van hetgeen de afgelopen weken door onze leraren is gepresteerd. Nu de grote uitdaging om verworvenheden van de deze periode die er toe doen door een ieder te laten herkennen, erkennen en ten volle te benutten voor de ontwikkeling van kinderen!
luc stevens
Wat leuk, Henk, om weer van je te horen. Ik hoop dat het je goed gaat.
Zouden leraren de moed hebben om zich blijvend als zelfbewust en kundig te presenteren en hun zaakwaarnemers in die zin te overtuigen?
Hartelijke groet,
Luc