Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Vreedzaam vechten: cultuuronderwijs als perspectiefontwikkelaar

30 augustus 2018

Het Rotterdamse Kenniscentrum voor Cultuureducatie heeft filosofe Ariane van Heijningen gevraagd op onderzoek uit te gaan tijdens de Maand van Cultuuronderwijs. Niet zomaar een onderzoek, maar een prachtig, ingewikkeld onderzoek naar de vraag: “Hoe kan cultuuronderwijs, van podiumkunst tot filosofie, bijdragen aan zowel de ontwikkeling van het eigen perspectief van de leerling als de verbinding tussen elkaars perspectieven?” En o ja, wil je in je onderzoek zowel cultuurprofessionals als de ouders betrekken? Natuurlijk ! Geen probleem! (nou ja, het bleek nog best ingewikkeld). Maar het leverde uiteindelijke confronterende, leerzame, prachtige gesprekken op. In dit artikel doet Ariane verslag van haar gesprekken.

De onderzoeksvraag bleek een prachtige vraag voor cultuurprofessionals. De ouders die ik afgelopen periode gesproken heb, konden veel minder uit de voeten met de aanname die in deze vraag zit, namelijk: dat cultuuronderwijs bijdraagt aan de ontwikkeling van perspectief. De meesten waren hier een stuk aarzelender over, op één ouder na die een vurig betoog hield met als essentie: “Cultural education is all about finding your own perspective and voice.”

 

Het vage gebied van cultuur
Cultuuronderwijs blijkt een moeilijk vak voor ouders: “Als je me nou wat over rekenonderwijs gevraagd had, of taal, daar kan ik wel wat over zeggen!” Ouders lijken zich onbevoegd te voelen om over het vage gebied van cultuur uitspraken te doen.

Wellicht vanwege de bijna onbegrensdheid van wat kunst en cultuur is. Ook in deze Maand van Cultuuronderwijs, het kader van waaruit ik door KCR werd gevraagd dit onderzoek te doen, werd me dat soms overrompelend duidelijk. Van het ontwikkelen van duurzame ideeën voor de stad bij Code Groen, tot filosofieles van Stichting LOKAAL, van rondlopen in het Chabot museum tot vloggen over vooroordelen, van kunst als ‘plek om vreedzaam te kunnen vechten’ tot de vernieuwende doorlopende leerlijn cultuur van OBS ’t Prisma (1). Cultuuronderwijs heeft bijna meer gezichten dan je kunt tekenen.

Het gesprek over wat cultuuronderwijs is en kan zijn, moet van ons allemaal worden, als we het echt willen omarmen en laten floreren. Ik hoop met dit artikel vooral een aanzet tot het open en goede gesprek te geven. Tussen ouders en kunstprofessionals. Tussen leerkrachten en directeuren. Tussen leerlingen en docenten. En tussen wat is en kan zijn.

Eindelijk speelt mijn dochter Shakespeare!
Het goede gesprek. Dat is niet altijd makkelijk. Dit herinnert mij aan een voorval in het begin van mijn carrière. Wat een kans voor een mooi, goed gesprek lag er toen voor me. Maar ik had de tekst nog niet.

Ik werkte als theaterdocent bij een centrum voor de kunsten en na afloop van het optreden van mijn leerlingen, kwam een vader naar me toe: “Wat fantastisch, deze voorstelling. Eindelijk niet zoals andere jaren geschreven door henzelf over vriendschappen en ruzies en pubergedoe, maar nu met teksten van Shakespeare gerelateerd aan de zeven hoofdzonden. Dank! Fantastisch gedaan!”

Ik weet nog dat ik dacht: “Volgens mij is dit bedoeld als compliment, maar wat heeft die man niets begrepen van wat ik en mijn leerlingen hebben gedaan en laten zien.” Om daar vervolgens behoorlijk verdrietig over te zijn. En ook nog aan mijzelf twijfelend of ik mijn eigen vak nou eigenlijk wel had begrepen..

Beste vader, mag ik alsnog een poging wagen het gesprek te openen over uw goedbedoelde compliment? “Deze voorstelling gaat, net als de voorgaande jaren, nog steeds over pubergedoe omdat uw dochter een puber is en zij deze voorstelling samen met mij en haar puber-collega-spelers gemaakt heeft en wij Shakespeares teksten zorgvuldig hebben geselecteerd op puberrelevantie. Dat is ook de reden dat ze dit met zoveel puberpassie kan vertolken. Het is haar tekst geworden, niet meer die van Shakespeare.”

Het werd mij, toen zonder de juiste woorden paraat, toch al helder wat cultuuronderwijs aan kinderen en jongeren voor mij is: scholing in het zelfbewustzijn (2), in wie je bent en wilt zijn. Het is geen scholing in het maken van professionele voorstellingen of het beheersen van Elizabethaanse teksten. Het is je eigen spiegel vinden. Niets meer, maar zeker ook niets minder.

Hoe zien anderen dit? Op zoek naar perspectieven!

Eigen materiaal is cruciaal
Dorien Folkers, dramaturg bij Maas theater en dans en tot 2017 hoofd educatie bij ditzelfde gezelschap, spreekt ook over het belang van dat wat leerlingen maken van hen moet zijn. Zeker als je wilt dat kinderen hun perspectief op zichzelf en de wereld kunnen vergroten, moet je zorgen dat je aansluit bij hun belevingswereld. Zo organiseert Maas theater en dans de Art Dag op VO-scholen, waar leerlingen in één dag theater maken. “De leerlingen werken aan scènes en teksten onder onze leiding. Daarna selecteren wij dit materiaal en abstraheren het naar theater. We plakken niks op de kinderen, maar tillen ze op. We gaan met hen aan de slag.”

Maas theater en dans biedt de leerlingen een nieuwe beleving, maar: “Je moet ervoor zorgen dat het gat tussen dat wat ze kennen en dat wat je aanbiedt precies zo groot is, dat hun ervaring mee kan blijven doen. Dat hun nieuwsgierigheid kan blijven bestaan.” Een te groot gat slaat lam, een te klein gat is saai, een precies groot genoeg gat leidt tot nieuwsgierigheid. En nieuwsgierigheid is, zo blijkt ook uit steeds meer onderzoek (3), de basis van leren.

Maas theater en dans wil jonge mensen zichzelf en de wereld laten ontdekken. En dat doen ze door middel van theater. “Echt ontdekken gebeurt niet door het leuk te doen of het gezellig te hebben, of puur aan sociale vaardigheden te werken. Je moet leerlingen in beweging te brengen. Als je niet beweegt, blijf je op je eigen standpunt staan. En ontstaan er dus geen nieuwe perspectieven.”

Fight the power!
Dr. Emiel Heijnen, lector kunsteducatie aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, brengt ook de nodige beweging teweeg. In ieder geval bij mij. Ik word geraakt en geïnspireerd door zijn uitdagende lezing Fight the power! in de Haaienzaal van Blijdorp, die gaat over kunsteducatie als een arena voor ‘vreedzaam vechten’. 

In het gesprek dat we achteraf hebben, licht hij toe: “In cultuuronderwijs op scholen wordt kunst nog vaak teruggebracht tot het esthetische, tot versiering van de wereld. Dat is maar één aspect van kunst en lang niet voor alle leerlingen interessant. Als je wilt dat leerlingen meer leren over verschillende perspectieven op de wereld en hun eigen engagement ontdekken, kun je dat over het algemeen makkelijker stimuleren door hen in contact te brengen met het werk van een streetartist over Obama of Trump, dan via de Victory Boogy Woogy van Mondriaan.”

Anarchisme binnen conventioneel onderwijs
Heijnen pleit voor kunstlessen als plek om ‘vreedzaam te vechten’ (4), waar leerlingen tijdens de lessen de kans krijgen om bestaande machtsstructuren te bekritiseren of zelfs speels te verstoren. Zijn oproep zou bijna anarchistisch kunnen klinken, ware het niet dat Heijnen er nadrukkelijk bij zegt dat ook deze manier van kunstonderwijs geven prima kan in een conventionele leeromgeving. Het vraagt moed van de docenten, dat wel, om de buitenwereld in al zijn onvolmaaktheid ook daadwerkelijk hun klaslokaal binnen te halen.

Voor deze moedige docenten, heeft Heijnen een model voor authentieke kunsteducatie ontworpen.  Dit model nodigt docenten uit lessen te ontwerpen waarin meer actuele thematieken en kunstvormen aan de orde komen dan gewoonlijk en waarin leerlingen aangezet worden tot dialoog, kritisch denken en geëngageerde kunstproductie. Leerlingen die via dit model les hebben gekregen, geven aan dat bijna de helft van hun leerervaringen te maken hebben met logisch, creatief en kritisch denken. Heijnen toont hiermee aan (5) dat kunstlessen veel meer kunnen zijn dan pure ‘doevakken’ of ‘expressievakken’.

Het worden vreedzame arena’s.

Onderling verschil als enige constante
Hebben we wel vreedzame arena’s nodig? Moeten we onze perspectieven verhelderen en waar nodig ‘uitvechten’? Waarom zouden we dat eigenlijk willen? Omdat we, volgens Liesbeth Levy, directeur Stichting LOKAAL, in een wereld leven waarin onderling verschil de enige constante is.

Levy zegt: “Pluraliteit is in onze samenleving een realiteit, of je het nu leuk vindt of niet. Pluraliteit is niet per definitie een blauwdruk van een ‘ideale’ samenleving. Het is een gegeven. De oplossing om hiermee om te gaan is het leren omgaan met verschil.”

LOKAAL bevordert bij Rotterdamse burgers de skills om deel te nemen aan de democratie. Dat doen ze op verschillende manieren, waaronder scholing in filosofie aan leerlingen in het voortgezet onderwijs. Ik zoek haar op, geïnspireerd door de cultuurtheorie van Barend van Heusden, die stelt dat cultuuronderwijs niet alleen de traditionele kunstvakken, maar ook filosofie, erfgoed, nieuwe media, wereldoriëntatie, geschiedenis, humanistisch onderwijs en godsdienstonderwijs omvat. Al deze vakken zijn immers scholing in het zelfbewustzijn, stelt Van Heusden (6).

Temptation Island als onderwijsmateriaal
Als we het over het ontwikkelen van je eigen perspectief en het kunnen verbinden met andere perspectieven hebben, legt Levy uit hoe filosoferen daar als onderdeel van cultuuronderwijs aan bijdraagt: “Filosoferen is in essentie je verplaatsen in anderen. Dit gebeurt bij uitstek in de steeds populairder wordende Socratische dialoog, waarbij je je eigen ervaringen rondom een onderwerp inbrengt en je wordt uitgenodigd je in de standpunten van de ander te verplaatsen.

De Socratische dialoog kan hiermee een mooi bruggetje vormen tussen persoonlijke ervaringen van leerlingen naar grote gebeurtenissen in de geschiedenis. Aan de hand van eigen ervaringen van de leerlingen die deelnemen aan de dialoog, kun je bijvoorbeeld thema’s als verraad, vriendschap, eerlijkheid en lef bespreken. En daarna met hen onderzoeken hoe deze thema’s spelen of hebben gespeeld in grotere wereldgebeurtenissen. Perspectiefontwikkeling bij uitstek!”

Net als Heijnen, schuwt Levy niet om de populaire cultuur in te brengen in het onderwijs: “Zo kan bijvoorbeeld een programma als Temptation Island, een moreel verwerpelijk programma, een mooi onderwerp zijn voor cultuuronderwijs. Dit wat we nu op televisie zien, is dat te vergelijken met hoe er bij de oude Romeinen ter vermaak slaven voor de leeuwen werden geworpen? Namelijk, we doen mensen die aan dit programma mee doen, toch ook voor het vermaak van het grote publiek geweld aan?”

Filosofie is verbeelding
Tot slot benadrukt Levy dat er vooral veel overeenkomsten zijn tussen filosofie en kunst, waarom moeten we hier zo in hokjes over denken? “Juist de verbeelding is nodig bij het filosoferen. Het is hoogstens een ander soort van verbeeldingskracht dan die je bij het maken van kunst inzet, maar het is nog steeds verbeelding. Anders kun je je nooit in de ander verplaatsen.”

Dramalessen zonder vakdocent, telkt dat mee?
De woorden van Folkers, Heijnen en Levy zijn ontsproten uit hun perspectief, die van professional in het cultuuronderwijs. Maar hoe denken ouders over het cultuuronderwijs van hun kinderen? De ouders van verschillende scholen die ik interview (7) nodig ik uit vooral vanuit eigen ervaring te spreken. Ik begin met de schijnbaar simpele vraag wat zij van het cultuuronderwijs hebben gezien op de scholen van hun kinderen: “Naar het museum gaan en die andere jaarlijkse uitjes.” / “Muziekles, valt dat er ook onder? Of is dat niet echt cultuuronderwijs, maar meer gewoon een vak?” / “Dramales is toch cultuuronderwijs? Maar daar hebben ze geen vakleerkracht voor, telt het dan ook mee?”

Het blijkt voor ouders best lastig te benoemen wat hun kinderen vanuit school aan cultuuronderwijs aangeboden krijgen. Het feit dat niet helder voor ogen staat wat de kinderen precies aangereikt krijgen, maakt het ongetwijfeld ook lastig daar goed op te reflecteren. Op mijn vraag wat hun kinderen zouden missen als ze geen cultuuronderwijs meer zouden krijgen, wordt geantwoord: “Dat weet ik niet. Het is vooral een manier om je te vermaken en te ontspannen. Dus misschien zouden ze dat missen.” / “Dan zouden ze misschien niet weten dat cultuur bestaat en de kinderen die van cultuur houden kunnen het nu later zelf opzoeken.” / “Tja. Dat is een hele moeilijke vraag.”

Helpt dit vak je te overleven?
Eén moeder zegt voorzichtig: “Ik ben bang dat ik cultuuronderwijs van belang vind, gewoon omdat het hoort dat ik dat vind. Het is lastig om toe te geven dat je de schoolvakken langs een duidelijke meetlat legt. Die meetlat is: helpt dit vak je in de maatschappij te overleven? En daar hoort cultuuronderwijs niet direct bij.” Of zoals een vader het mij afgelopen week duidelijk maakte: “Inderdaad, mijn dochter hoefde niet terug naar school nadat zij ingeënt was, omdat de twee laatste uren CKV waren. Haha!”

De blanke elite?
Hoe meer ik de vragen specifieker maak over hoe cultuuronderwijs hun kinderen zou kunnen helpen de wereld te begrijpen, hoe moeilijker de meeste ouders het krijgen. “Ik kan me niet goed voorstellen dat je perspectief op de wereld verandert door het bespelen van een muziekinstrument.” / “Het meest indrukwekkende van bezoek aan Villa Zebra vonden ze toch de busrit. Ik vraag me af wat ze van de tentoonstelling hebben meegekregen.”

Eén moeder was heel expliciet: “Ik krijg de kriebels van dat verhevene, dat ‘grote’ dat volgens mij de blanke hoogopgeleide elite aan kunst en cultuur hangt. Ik vraag me altijd af of die mensen echte kinderen kennen. Leer je iemand die in een achterstandswijk opgroeit breder naar de wereld te kijken door naar het museum te gaan? Ik vraag het me af.”

First things first
Een sterk tegengeluid komt van de enige allochtone ouder die ik spreek, een hoogopgeleide Iraanse moeder: “All the high level scientists I know, are also artistically very well developed. No exception. Arts education encourages you to find your own perspective and voice. Art and science are no independent lines, but strengthen eachother. I don’t understand that people can say that arts education won’t help you survive in society.”

Als ik deze moeder vraag of ze dat ook terugziet in hoe het onderwijs van haar kinderen is vormgegeven, antwoordt ze: “I am not sure, but overall I get the impression that the value to the literal instead of the imagined is higher here in the Netherlands. The mentality of ‘first things first’. And the conviction that everything is measurable. For example, I am not in favour of grading arts. It suggests that it can be graded. Who’s to decide that? Art is all about finding your voice and perspective, so there are so many levels you can grade on, not only the technical level.”

Het letterlijke boven de verbeelding. Waar gaat u voor? Dat is de vraag die we ons denk ik allemaal moeten stellen, als we het over perspectiefontwikkeling hebben.

Terug naar de vraag
“Hoe kan cultuuronderwijs, van podiumkunst tot filosofie, bijdragen aan zowel de ontwikkeling van het eigen perspectief van de leerling als de verbinding tussen elkaars perspectieven?” De richting is mij duidelijk: ga voorbij het ambachtelijke!

Voorbij het ambachtelijke
Het is niet vanzelfsprekend voor ouders om het ontwikkelen en verbinden van perspectief als een typische kracht en waarde van cultuuronderwijs te zien. En het is niet vanzelfsprekend voor leerkrachten en docenten om die functie zichtbaar te maken en tot de kern van hun culturele lessen te laten behoren.

Dus voordat we aan de ‘hoe’ vraag toekomen, eerst nog de andere vraag die we ons gezamenlijk moeten stellen: Willen we dat cultuuronderwijs de functie van perspectiefontwikkelaar oppakt? Zo ja? Dan is er nog best werk wat aan de winkel om van cultuuronderwijs dat, vaak nog, een ambachtelijke focus heeft een werkelijke plek van onderzoek te maken. Maar het kan!

“Stap van je esthetische eiland af.”, roept Heijnen. “Gebruik hun eigen materiaal.” adviseert Folkers. “Durf blasfemische programma’s je lessen binnen te halen.” glimlacht Levy. “Creëer plekken om ‘vreedzaam te vechten’.” hoor ik mezelf al schrijvend mompelen. Maak ruimte om de wereld te onderzoeken en hem niet alleen te reproduceren, of zoals een ouder zei: “Practice interpretation, not dictation.”

En ook, voer met elkaar het goede gesprek hierover.
Ik wens u veel nieuwe perspectieven toe!

Ariane van Heijningen is praktisch filosoof en helpt haar klanten vanuit haar bureau Denkplaats tot heldere inzichten en bezielde besluiten te komen. Daarnaast is ze bestuurslid van het Rotterdamse Cultuur Concreet en blogt ze regelmatig over creatief denken, dialoog en filosofische gesprekstechnieken.

Bronnenlijst

(1) Konings, F. (2017). Culturele instellingen en doorlopende leerlijnen cultuuronderwijs Leerplannen in ontwikkeling. KCR.

(2) Heusden, van, B. (2010). Cultuur in de Spiegel naar een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs. Groningen: RuG en SLO.

(3) Peeters, M. (2015). Hoe worden kinderen nieuwsgierig, JSW.

(4) Achterhuis, Koning (2014), De kunst van het vreedzaam vechten, Lemniscaat

(5) Heijnen, E. (2016). Een nieuw model voor authentieke kunsteducatie. In A. Neele, M. Tal, R. Kox, V. Meewis, L. van den Bulk (Eds.), Een kleurrijke basis: Ontwikkelingen en trends in het cultuuronderwijs. LKCA, Utrecht. 

(6) Heusden, van, B. (2010). Cultuur in de Spiegel naar een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs. Groningen: RuG en SLO.

(7) De geïnterviewde ouders hebben kinderen op het primair onderwijs (Talmaschool, De Wilgenstam, Winford) en op het voortgezet onderwijs (Wolfert Dalton, Erasmiaans)

Overige literatuur en websites:

  • Biesta, G.J.J., (2015)Het prachtige risico van het onderwijs, Phronese
  • Bussemaker, J (2009). Cultuur beweegt : de betekenis van cultuur in een veranderende samenleving
  • Heusden, van, B. (2012). Wat leren we van cultuuronderwijs? Rotterdam: KCR.
  • Heijningen, van, A. (2012), Leerlingen hun spiegel laten vinden, essay Leergang Cultuur in de Spiegel, Groningen
  • Konings, F. (2011). Culturele instellingen en de doorlopende leerlijn cultuuronderwijs: een analyse-instrument. Utrecht: Fonds voor Cultuurparticipatie.
  • Konings, F., e.a. (2017) Naar cultuuronderwijs in het hart van de school : Het KCR maakt leerplannen op maat voor en met basisscholen. Rotterdam: KCR
  • Lutters, J. (2013). creativiteit als noodzaak, Hogeschool Windesheim, Zwolle
  • Nussbaum, M. (2012), Niet voor de winst, Ambo
  • Weeren, van, M. (2018) Cultuuronderwijs : themanummer van De Nieuwe Leraar
  • www.steljevoor.010, Villa Zebra, Maas theater en dans, KCR

Interviews:

  • Dorien Folkers, dramaturg bij Maas theater en dans, Rotterdam
  • Emiel Heijnen, lector kunsteducatie Hogeschool voor de Kunsten Amsterdam
  • Liesbeth Levy, directeur Stichting Lokaal, Rotterdam
  • Myrthe Rensen, Hoedje van Papier, Rotterdam
  • Ouders: Dhr. R. Vries, Mevr. N. Knaan, Mevr. L. van Luyk, Mevr. T. Mahmoudi allen uit Rotterdam
     

Het Kenniscentrum Cultuureducatie Rotterdam (KCR) is de brug die onderwijs en cultuur met elkaar verbindt in één van de meest dynamische steden van ons land. KCR inspireert, stimuleert en motiveert het onderwijs, culturele instellingen, beleidsmakers en bestuurders, om zoveel mogelijk Rotterdamse kinderen en jongeren in contact te laten komen met krachtig cultuuronderwijs. Sinds 2017 organiseert KCR in maart de jaarlijkse Rotterdamse Maand van Cultuuronderwijs. Tijdens ‘de Maand’ gaan drie correspondenten op pad langs onderwijs- en cultuurgerelateerde activiteiten in de stad, met een actueel thema dat zij op persoonlijke wijze uitdiepen. De opbrengsten zetten zij in een artikel uiteen: een vinger aan de pols van cultuuronderwijs. De voorbeelden zijn Rotterdams, maar de thema’s zijn universeel: in maart 2018 waren dit Gelijke Kansen, Persoonsvorming en Perspectieven.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief