Voorbij het spectrum denken: 'Voor alle 'normalen' onder ons een leerzame exercitie'
1 september 2015
'Temple Grandin verwacht dat we over een jaar over twintig niets meer hebben met de vorm van diagnosticeren die nu gebruikelijk is. De mogelijkheden van gedetailleerd hersenonderzoek zouden dan alternatieven bieden.' Pedagoog Tineke Spruytenburg herleest het boek Het autistische brein - voorbij het spectrum denken van Temple Grandin (gediagnosticeerd met hoog functionerend autisme). De auteur pleit breekt een lans voor een geïndividualiseerde aanpak van mensen met autistisch gedrag. Een recensie: 'Ze schildert een aantal interessante kwaliteiten van zichzelf en andere mensen met de diagnose autisme en betoogt daaraan meer aandacht te besteden dan aan de 'tekortkomingen'.'
Thuis gekomen worstelde ik me door de eerste, medisch-technische hoofdstukken. Ik las diagonaal omdat ik de details onvoldoende begreep en sprong 'over een paar hoofdstukken heen' naar makkelijker te begrijpen gedeelten. Daar kreeg ik spijt van en ik besloot het boek alsnog in chronologische volgorde te lezen.
Grandin bekritiseert de DSM (het handboek voor psychiaters) als instrument om autisme vast te kunnen stellen en houdt een pleidooi om specifiek te kijken naar wat mensen die nu een diagnose ASS (autisme spectrum stoornis) krijgen, kunnen bijdragen aan de maatschappij. Ze beschrijft de nieuwste ontwikkelingen in het onderzoek van de hersenen en de mogelijkheden die dit biedt om inzicht te krijgen in de sterke en de zwakke kanten van een individu.
Hoofdstuk 4 gaat over sensorische problemen die mensen hebben. Het is met name voor leraren en hulpverleners erg informatief. Doordat de auteur van weet hoe sensorische overprikkeling aanvoelt, beschrijft ze de ervaringen van binnenuit. Het hoofdstuk sluit af met een overzicht van hoe je kunt vaststellen of iemand een verhoogde sensitiviteit heeft en geeft praktische tips om de overprikkeling die erdoor ontstaat, te kunnen verminderen. Grandin onderscheidt: visuele, auditieve, aanraking en tactiele, reuk (olfactorische) en smaak sensitiviteit (blz. 118 - 121).
Hoofdstuk 5 draagt de uitdagende titel: Vergeet de etiketten. Hierin beschrijft de auteur hoe ze als kind niet begreep waarom ze zoveel langer deed over leren skiën dan een ander. Tientallen jaren later bleek uit hersenonderzoek dat het deel van de hersenen dat de bewegingscoördinatie aanstuurt bij Temple 20% kleiner was dan gemiddeld. Vandaar dat ze minder goed overweg kon met haar ski's. Komt dat nou omdat zij de diagnose autisme heeft of door het kleinere hersendeel? Dit deel van het boek maakt duidelijk dat er meer is dan een diagnose en dat de er heel veel valt af te dingen op de criteria die in de opeenvolgende edities van de DSM (het handboek voor psychiaters) zijn opgesteld.
'Voor veel mensen hebben deze veranderingen (in de DSM-5 -TS) (...) grote gevolgen. Uit een onderzoek uit 2012 bleek dat van de 657 mensen die een van de drie DSM-IV-diagnoses uit het autismespectrum hadden gekregen, zestig procent deze diagnose volgens de DSM-5 criteria zou behouden, maar veertig procent niet.' Van de mensen die op grond van de DSM-IV de diagnose PDD-nos hebben gekregen voldeed in het onderzoek maar 25 procent aan de criteria uit de nieuwste DSM! Later onderzoek stelde vast dat het maar om 1 op de 10 kinderen met PDD-nos nu buiten de boot zou vallen. Opmerkelijke verschillen, die mij aan het denken zetten.
Temple Grandin verwacht dat we over een jaar over twintig niets meer hebben met de vorm van diagnosticeren die nu gebruikelijk is. De mogelijkheden van gedetailleerd hersenonderzoek zouden dan alternatieven bieden.
De rest van het boek besteedt Temple Grandin aan wat je 'omdenken' zou kunnen noemen; in plaats van de schijnwerper op de problemen en tekortkomingen te richten, kijkt ze naar de sterke kanten van mensen met autistisch gedrag. Ze schildert een aantal interessante kwaliteiten van zichzelf en andere mensen met de diagnose autisme en betoogt daaraan meer aandacht te besteden dan aan de 'tekortkomingen'.
Grandin denkt in beelden en heeft op grond van die capaciteiten veel succes in haar werk (zie o.a. de Labyrint documentaire Temple Grandin: Autist tussen de dieren van NTR-VPRO). De laatste hoofdstukken van haar boek zijn gewijd aan beelddenken, woorddenken en een derde categorie, door Grandin zelf toegevoegd en beschreven, namelijk die van patroondenken. Ook dit deel van het boek is voor het onderwijs interessant. Tot slot beschrijft ze hoe de maatschappij goed gebruik kan maken van de sterke kanten van de drie manieren van denken.
Voor alle 'normalen' onder ons, zoals een leerling met diagnose autisme ooit de 'anderen' benoemde, kan het een leerzame exercitie zijn om de AQ-test achterin het boek in te vullen. Met alle wetenschappelijke kanttekeningen die er bij horen, kun je uit de score aflezen of je veel of weinig autistische kenmerken hebt. Ik herkende me goed in de uitkomsten.
Reacties