'Vertrouw liever op je eigen ervaring. Kijk gewoon of het werkt'
27 mei 2021
Kan een hulpverleningsrelatie worden verrijkt met een spirituele benadering? Psycholoog en universitair docent Vincent Duindam beantwoordt deze vraag volmondig met 'ja'. Onlangs gaf hij gastcolleges aan therapeuten, maatschappelijk werkers en docenten in opleiding. Kunnen we opnieuw, open en onbevangen leren kijken als een kind? Waarover Picasso schreef: "Het kostte me vier jaar om te schilderen als Rafaël, maar een heel leven om te schilderen als een kind".
Stel je bent hulpverlener en je kunt je professionele kennis en capaciteiten goed inzetten. Dat is al heel wat. Daarnaast heb je je vast ook nog persoonlijk ontwikkeld door trainingen, levenservaring, wellicht therapie. Maar is dat alles? Zijn we er dan? Of is er nog een andere bron die je kunt aanboren? Als je rouw-, of ritueelbegeleider bent, denk je misschien (maar wellicht ook niet) aan een dimensie van ‘diepte’ of ‘transcendentie’. Zou dat ook voor een psychotherapeut, docent of maatschappelijk werker kunnen gelden? Misschien is de opmerking van Picasso een aanwijzing.
In ons leven doen we heel wat ervaringen op. Sommige hebben we gekozen, andere niet. We groeien op in een bepaald gezin, krijgen allerlei boodschappen mee. Een voorbeeldje uit mijn eigen jeugd. Een impliciete boodschap die ik thuis van mijn moeder meekreeg was: “Het moet nu – en wel op mijn manier.” Begrijpelijk, want ze moest veertien kinderen opvoeden, maar je draagt die dingen wel met je mee. ‘Conditioneringen’ kun je dat noemen. Het interessante is dat dit een term uit de psychologie is, maar ook uit het boeddhisme en hindoeïsme. Daar staat de term voor alle reactiepatronen die we hebben, maar die niet uit onze diepste identiteit voortkomen.
Kortom, in onze rugzak zitten reeksen van denken, doen en voelen die daar door onze opvoeding, cultuur, etc. in terecht zijn gekomen. Sommige van die dingen hebben we misschien ook zelf bewust en vol enthousiasme omarmd. Zo heb ik met heel veel plezier psychologie gestudeerd en mijn vak op allerlei manieren toegepast in onderzoek, onderwijs en beleid.
Kunnen we opnieuw onbevangen en open kijken?
De vraag is nu of we, zonder onze opvoeding of professionele vorming te diskwalificeren, ook met een andere dimensie in onszelf in contact kunnen komen. En of we opnieuw, als een kind, volkomen onbevangen en open kunnen kijken. Bijvoorbeeld naar een leerling, een cliënt of een collega.
We zijn op allerlei manieren gevormd, geschoold, geconditioneerd. Dat is geen probleem, dat geeft ons houvast en perspectief. Maar wanneer dat het enige is dat we kennen, missen we de diepste laag in onszelf.
Het is van groot belang om naast de dimensie van het geconditioneerde, op zoek te gaan naar die van het ongeconditioneerde. Vandaaruit kunnen we opnieuw, fris en helder waarnemen, zonder in de soms vettige laag van concepten, begrippen, oordelen en vaste patronen te blijven steken.
Als we, zoals Picasso zegt, leren kijken als een kind, hoeven we niet te vergeten wat we weten en kunnen. Als we onze oorspronkelijkheid, authenticiteit en creativiteit hervinden, kunnen we nog steeds onze professionele kennis en houding inzetten waar dat welkom is.
De meeste mensen kennen nog altijd uitsluitend de dimensie van het bekende: je geschiedenis, je opvoeding, de culturele boodschappen. En ook daaraan kun je natuurlijk nog veel sleutelen: je kunt dingen ruimer gaan zien, je opvoeding in een context plaatsen, allerlei vaardigheden bijleren, wijzen op contradicties in culturele boodschappen, etc. Maar dat blijft beperkt zolang je nog helemaal niet bekend bent met de stilte, diepte, de bron in jezelf, de verticale dimensie.
Contact krijgen met deze diepere dimensie is de grootste ontdekking die je kunt doen in je leven. In de loop der eeuwen, millennia feitelijk, zijn er steeds mensen geweest die dit hebben ontdekt en ervaren. Dit geldt voor de stichters van veel religies, maar ongetwijfeld ook voor anderen die we nu niet meer kennen.
Je kunt dus zeggen dat religie in beginsel een positieve rol speelt bij de ontwikkeling van spiritualiteit. Tegelijkertijd hoef ik niemand te vertellen wat er allemaal mis kan gaan, wanneer religies institutioneel vorm krijgen, soms zelfs staatsreligie zijn geworden, of op allerlei andere manieren verstarren. Dat is een van de redenen dat religies op dit moment vaak een slechte pers hebben.
Het goede nieuws is dat de creatieve, authentieke impuls waaruit deze religies zijn ontstaan, nooit helemaal is verdwenen. Onder de laag van stof, vaste vormen, institutionaliseringen en geschiedenis is de oorspronkelijke bron bewaard gebleven als de mystieke beweging binnen de verschillende religies. En het allermooiste is dat deze mystieke bron er maar één is: aanhangers van religies zijn het niet altijd met elkaar eens, maar mystici spreken één en dezelfde taal. Deze gemeenschappelijke bron voor de mensheid is men Perennial Philosophy gaan noemen: de Eeuwige Filosofie.
De kern van levenskunst: alert zijn
Hoe kunnen we in contact komen met de diepte in onszelf, hoe kunnen we onze meest essentiële identiteit ontdekken? Dat vraagt om een levenskunst die van toepassing is op opvoeding, relaties, werk, onderwijs, ouder worden, afscheid, kortom op het hele leven. De kern van die levenskunst is: alert zijn, je bewust zijn, wakker zijn, zonder dat je in gedachten verzeild raakt. Dan speel en werk je met de twee dimensies: je beperkte zelf, dat zijn plek heeft, maar dat disfunctioneel wordt, wanneer je niet de diepte kent waarin dit zich beweegt en waardoor het gevoed wordt.
In het hindoeïsme gaat het erom je kleine, geconditioneerde zelf te overstijgen en contact te maken met atman, je diepere zelf, dat in wezen blijkt samen te vallen met Brahman, de universele levensadem. Je bent dan ‘voorbij de persoon’, of persoonlijkheid gegaan. Tegelijkertijd met het transparant maken van je beperkte persoon, zet je een stap uit de geconditioneerde wereld, dat gaat hand in hand. Je ziet immers altijd vanuit een beperkt perspectief. Als dat beperkte perspectief wordt losgelaten, zie je niet langer door ‘een wazige spiegel’, zoals het in de Bijbel heet (1 Korintiërs 13,12). Daarom kon Jezus ook zeggen: “Ik ben voorbijgegaan aan de wereld.” Hij was vrij geworden, omdat hij kon leven vanuit de diepte, of de essentie. ‘Een weg’ die ook voor ons begaanbaar is.
Beyond the person, voorbij de persoon gaan, zie je niet alleen in religies, maar ook in de meer spirituele psychologie, zoals die van Carl Gustav Jung. Op zijn werk is onder meer de benadering van de voice dialogue gebaseerd. Daarin leer je ontdekken dat je allerlei kanten hebt: het kwetsbare kind in jou, de pleaser, de controleur, de criticus, etc. Als je daarmee gaat spelen, en daar een nieuwe regie over vindt, merk je dat een bepaalde ‘energie’ in jou, bijvoorbeeld de criticus minder snel met je aan de haal gaat. Aan het einde van zo’n voice-dialogue-sessie, overzie je nog eens de verschillende aspecten van jezelf. In de loop van de bijeenkomst hebben al die aspecten van jezelf een stoel gekregen en hun rol mogen spelen. Nu sta je zelf achter dat rijtje stoelen en je overziet het toneel. Met compassie en mededogen bezie je dit. Je kijkt nu vanuit een ruimer bewustzijn, ‘awareness’ heet dat in de voice-dialogue-benadering.
Je kunt mijn hele verhaal dus ook vertellen, zonder religie, zonder God, zoals de boeddhisten doen. Voor Spinoza geldt hetzelfde. In het huidige maatschappelijke en culturele klimaat, lijken mensen zich bijna te moeten schamen voor hun religie. Als je ‘gelovig’ bent, moet je op een bepaalde manier ‘uit de kast komen’. Dat zou niet nodig moeten zijn. Zolang je je eigen geloof niet absoluut neemt en beseft dat je de ‘heilige grond’ deelt met alle anders-gelovigen en met niet-gelovigen, dan kan geloven een bron van bezieling en inspiratie zijn. Er is dus een andere omgang met religie nodig – en ook met psychologie. Een psychologie met ruimte voor je meest wezenlijke identiteit. Een psychologie waarin bewustzijn centraal staat. Hoe is het mogelijk dat het in de psychologie zo weinig over bewustzijn gaat? Brein en gedrag zijn momenteel de gangmakers in dat vakgebied. Ooit vroegen ze aan Gandhi wat hij vond van de westerse beschaving. “Dat zou een goed idee zijn”, was zijn antwoord. Zoiets geldt nu voor bewustzijn in de psychologie. Dat zou een goed idee zijn.
Misschien spreekt het idee je aan. Misschien ben je sceptisch. Je kunt het een kans geven om deze dimensie in je eigen leven te ontdekken en de uitstraling in je persoonlijke en professionele leven te onderzoeken. Boeddha zei: je hoeft me niet te geloven, vertrouw liever op je eigen ervaring. Kijk gewoon of het werkt. Ga dit grote experiment aan in je eigen leven.In de Bhagavad Gītā lezen we: als je hiermee onderweg gaat, ondervind je al gelijk dat je geïnspireerder leeft, minder bang bent, meer vertrouwen hebt. Je meer verbonden voelt.
Dit artikel verscheen eerder op https://www.debezieling.nl/aan-de-persoon-voorbij-de-grootste-ontdekking-in-je-leven/
Reacties