Verscheidenheid is niet een probleem, maar de bedoeling: een kans
24 januari 2017
'Laten we de eenheidsworst door een proeverij van verschillende vleeswaren vervangen en leren de verschillende smaken weer te proeven!' Ivo Mijland voelde zich op de havo een rare snuiter, maar ontdekte later dat gek heel gewoon is. Nu wil hij die ervaring delen en een oproep doen aan alle opvoeders: 'Met het gek verklaren kopen we ongewild ellende in onze klas: een dure koop! Laten we daarom aandacht gaan geven aan alle kinderen, ook het kind dat anders dan ‘gewoon’ is.'
Het was in de zesde klas (tegenwoordig groep 8) dat ik voor het eerst echt ervoer dat ik op school leuke dingen mocht leren. Voor ons vormsel [een sacrament waardoor een gedoopte de kracht van de Heilige Geest ontvangt om zijn geloof standvastig te kunnen belijden, een soort tweede doop, red.] mochten we een verhaal schrijven over de verloren zoon, daarbij gecoacht door een enthousiaste juffrouw Baeten. Uit alle verhalen werd mijn verhaal gekozen als het winnende.
Tijdens de dienst in de Petruskerk beleefde ik mijn debuut als scribent. Ook was het mijn eerste ervaring – 11 jaar was ik - als spreker voor grote groepen. Ik was voor even de protagonist: de hoofdrolspeler. Helaas bleef het bij deze ene unieke kans. Op de havo hobbelde ik ongemakkelijk achter de meute aan, steeds voelend dat ik door veel leraren een rare snuiter gevonden werd, die niet paste in het concept havo. Ik was anders dan de anderen, dus ongewoon, zo dachten de leraren… Inmiddels lees je hier mijn 108ste artikel, schreef ik 19 boeken, geef ik trainingen en lezingen en maak ik op 27 januari mijn debuut als cabaretier.
Wat mij hielp
Ik ontdekte op dertigjarige leeftijd dat leren op andere manieren kon dan op de havo. Leren met een actieve rol voor mij als student die verleid werd hypotheses te maken, de kans kreeg om te falen en aangemoedigd werd om te experimenteren. Ik leerde niet door feiten te reproduceren, maar door zelf (creatief) te denken over de materie. Mijn (anders werkende) brein deed er toe. Het mocht meedoen. Ik ontdekte dat ik anders gewoon was…
Positieve aandacht
Ieder kind heeft recht op positieve aandacht. Het is zelfs een levensvoorwaarde. Waar een boterham de voeding is voor je lijf, is positieve aandacht de boterham voor je ziel. Gek genoeg weten en voelen jonge kinderen haarfijn aan dat het zo werkt. Ze geven moeiteloos, in het moment, aandacht aan betekenisvolle volwassenen en ontvangen moeiteloos de liefde die ze terugkrijgen.
Mijn dochter Sterre (5) leeft voor hoe we als specimen mens met aandacht om zouden moeten gaan. Ze zegt dat ze me lief vindt, ze knuffelt juffrouw Tanja, geeft haar moeder spontaan een kus en zingt fonetisch en zonder schaamte een Engelstalig lied zonder een woord Engels te spreken.
Hoe gewoon eruitziet
Bij de kleuters komt ze er nog mee weg, maar vanaf groep 3 komt er in het Nederlandse onderwijssysteem vaak een aanval op het spontane vrije kind. Het kind kan zijn uniciteit kwijtraken in ruil voor een normatief systeem: tijd, zoemer, op je plek zitten, verklaren, toetsen en meten van vorderingen. In dat onderwijssysteem gelden de wetten van het gemiddelde. Om te kunnen leren, is er het gestandaardiseerd denken, waarbij het systeem de normaliteit van de kinderen bepaalt op basis van wat het meetproces bij kinderen oplevert. De kinderen wordt voorgedaan hoe gewoon eruit ziet.
Voor de meeste kinderen - zij die passen binnen de opgelegde norm - is deze reeks aan geschreven en ongeschreven opdrachten redelijk eenvoudig op te volgen. Omdat deze kinderen dit gedrag gewoon vinden. Zij hoeven zich niet aan te passen, omdat ze zich okay voelen binnen de opgelegde norm. Ze hebben geen moeite om stil te zijn, te luisteren en te gehoorzamen.
'Gewoon' geeft problemen
Er zijn echter wat mij betreft twee categorieën kinderen, voor wie de norm ‘gewoon’ problemen geeft. Allereerst zijn er kinderen die doen wat van ze gevraagd wordt, maar bij wie dat eigenlijk niet past bij hun karakter. Ze passen zich aan aan de norm, aan de wensen van de volwassenen, maar schakelen eigen verlangens uit. Omdat ze het toneelspel van het ‘wenselijk gedrag’ zo goed spelen, vallen ze niet op. De leraren zijn tevreden. Het kind ongelukkig. Het was de meeste tijd mijn strategie om te overleven in een systeem waar ik me niet thuis voelde.
De tweede categorie kinderen speelt geen toneel. Zij doen wat in hen opkomt. Ze praten er doorheen. Vallen van hun stoel. Stellen kritische vragen. Tekenen en leven buiten de lijntjes. Laten een scheet tijdens de les. En kijken gebiologeerd naar het roodborstje dat dansend op het klimrek beweegt. Ze doen niet wat als norm ‘gewoon’ gevonden wordt, maar doen wat het kind in hen aangeeft: impulsief, in het moment, nieuwsgierig en onderzoekend.
Verklaringsdrift
Het zijn deze kinderen die elke dag duidelijk maken dat het huidige onderwijssysteem niet passend is voor alle kinderen, maar in plaats van dankbaar te zijn voor hun lef om dit te tonen, hun oproep om kansen en mogelijkheden te zien, besluiten we in onze verklaringsdrift deze kinderen gek te verklaren. Letterlijk lees ik dat Passend Onderwijs mislukt is, omdat de te gekke kinderen teveel aandacht vragen, waardoor de normale kinderen niet voldoende aandacht meer krijgen.
Maar zoals ik al aangaf: alle kinderen hebben het recht op aandacht en om wie ze werkelijk zijn. En deze gekke kinderen zijn helemaal niet gek. Ze zijn anders gewoon. En net zoals je van een blind kind niet moet verwachten dat het moet leren zien, moet je van een energiek kind niet vragen om rustig te worden. Een kind in een rolstoel pak je zijn liftsleutel toch ook niet af?
Eigen-aardig-heid
Als we de constatering dat we unfair omgaan met verschillen omarmen, is de weg naar verandering een begaanbaar pad en helemaal niet zo ingewikkeld. Het enige wat ons als volwassene te doen staat, is het kind volstrekt serieus nemen: Het kind als kind zien, inclusief álles wat bij hem hoort! Verbinding maken met het hele kind in plaats van te focussen op de door ons bedachte afwijking. Besluiten dat we het kind ontmoeten toen het vijf was, een leeftijd waarop we hem nog rechtvaardig behandelde, omdat wat hij deed, dacht en voelde nog okay was. Omdat zijn gedrag toen nog benoemd werd als leuk, onderzoekend en eerlijk en omdat we toen nog zagen dat al die koters – gelukkig – allemaal van elkaar verschillen en ieder zo zijn bijzondere eigen-aardig-heid had.
Verschillende smaken
Als ons dat lukt, vervangen we de eenheidsworst door een proeverij van verschillende vleeswaren en leren we de verschillende smaken weer proeven. We gaan dan het hele kind zien in onze leerlingen. En beschadigen ze niet door ze uit te nodigen hun natuurlijke ik te negeren en in een andere gestandaardiseerde rol te stappen.
Ieder kind is uniek. Ieder kind is anders. En elk kind is vooral zichzelf. Een kind gek verklaren is belachelijk en ineffectief. Sterker nog: met het gek verklaren kopen we ongewild ellende in onze klas: een dure koop! Laten we daarom aandacht gaan geven aan alle kinderen, ook het kind dat anders dan ‘gewoon’ is. Kinderen hebben zeker het recht om op school het gevoel te ervaren erbij te horen, waarbij de leerkracht elk kind het gevoel geeft nodig te zijn om een positief onderwijsklimaat te creëren. Waarbij verscheidenheid niet een probleem is, maar de bedoeling: een kans.
Ivo Mijland (Oss, 1969) schrijft en spreekt over Passend Onderwijs. Hij schreef onder andere ‘Ik ben toch té gek’ en ‘Step your mind’. Sinds 2017 treedt hij ook op als cabaretier.
Reacties