Verantwoordelijkheid nemen voor de wereld: de rol van het onderwijs en de leraar volgens Jelmer Evers
30 januari 2020
De Jelmer Evers die voor ons op het podium van deze NIVOZ Onderwijsavond staat, is een onderwijsman en pedagoog in hart en nieren. De kleine wereld van de klas is voor hem fundamenteel en essentieel. Maar de laatste jaren is er wat naast komen te staan: de vakbondsman en idealist (die hij als kind al was) is verschenen door alle politieke en maatschappelijke ontwikkelingen in de grote wereld om ons heen, en die onlosmakelijk met de klas en de beroepsgroep van leraar verbonden zijn. Dat Jelmer daar urgentie voelt spat van het podium af: leraren moeten het heft in eigen hand gaan nemen! Hetkind-redacteur Joyce van den Bogaard was erbij en schreef een verslag.
In de eerste week van januari gingen de lessen Nieuwsbegrip op veel basisscholen over de bosbranden in Australië. De aangrijpende beelden van dieren en mensen in nood maakten veel indruk op mijn zoon van negen, en hij was natuurlijk niet de enige. Zo kwam ik in de nieuwsbrief van school bijgaand artikeltje tegen.
Dat wat er in de wereld gebeurt, of het nu de bosbranden in Australië zijn of de spanningen tussen Amerika en Iran (komt er een Derde Wereldoorlog?), komt onherroepelijk ook je klas in. Naast je lesplannen nemen de kinderen hun vragen en zorgen hierover mee, en dan zijn er ook nog je eigen gedachtes daarover. Er is het vraagstuk van de klimaatverandering: wat is echt nieuws en wat is nepnieuws, en wat doet dit nieuws met kinderen?
De kleine wereld
Dat vraagt dus iets van een leraar. Voor Jelmer Evers, docent Geschiedenis en bestuurder van onderwijsvakbond AOb, zijn de kleine wereld van je klas en de grote wereld onlosmakelijk met elkaar verbonden: ‘Ik ben zelf in de Koude Oorlog opgegroeid en die angst die je daarbij had, kwam ook hard binnen. Maar waar span je je dan voor in als leraar? Welke belemmeringen kom je dat tegen? En wat zou je daaraan kunnen doen? Als docent ben je, zo heb ik het zelf ervaren, ook een rolmodel voor je leerlingen.’
Als hij praat met zijn collega’s in Australië over de bosbranden daar, hoort hij dat daar ook de grote vragen leven: ‘Hoe hebben wij het zover laten komen? Er zit een heel politiek verhaal achter waarom dit Australië is overkomen, en dat heeft ook te maken met nepnieuws. Wat vertellen wij dan aan onze kinderen? Wij hebben dit onze kinderen laten overkomen en hebben wij daar dan als beroepsgroep, als leraren die ook moeten opkomen voor hun kinderen, dan daar ook niet een rol in? Dus het is heel gelaagd. Want is het dan wel voldoende om het alleen in het klaslokaal recht te zetten, het erover te hebben?’
Als Jelmer terugkijkt naar hoe hij zelf is opgegroeid, constateert hij dat de kernwaarden die we destijds hadden (zoals vrijheid, democratie en publiek onderwijs) niet ter discussie stonden. ‘Op een gegeven moment neem je dat gewoon aan: de democratie is er, de gelijkheid is er.’ Wat doen we als die waarden onder druk staan, als kinderen opgroeien in een omgeving waarin die waarden er niet meer zijn, waar ongelijkheid is, maar ook in een informatiesamenleving waarin van alles op ze afkomt, veel meer dan in onze tijd?
Het curriculum kan dus ook nooit stilstaan: ‘Als je kijkt naar de kleine wereld, zit je daar als leraar middenin, je hebt een relatie met de kinderen en je wilt de vakinhoud overbrengen. Want voor mij begon mijn interesse voor Geschiedenis met de vakinhoud. Mijn twee grote voorbeelden waren meneer Wiersma en meneer van Lier, twee compleet verschillende docenten. De eerste zat op een stoel bij een overheadprojector zijn verhalen te vertellen, iets waar de meeste leerlingen niets aan vonden, maar hij kon boeiend vertellen over geschiedenis. Dat schepte een band op de vakinhoud en dat is voor mij de ingang geweest tot onderwijs. Meneer van Lier gaf Economie, en die bevroeg veel meer, gebruikte andere werkvormen, debatten bijvoorbeeld.’ Met hem sprak Jelmer ook over bijvoorbeeld zijn studiekeuze, dus over andere dingen dan alleen het vak.
Aanvankelijk begon Jelmer als docent dus vanuit de vakinhoud. Later betrok hij de leerlingen steeds meer bij het curriculum, bij wat ze wilden leren, omdat die ruimte er in ons onderwijs gewoon is. Met input van de leerlingen, bijvoorbeeld gestuurd door de actualiteit, heb je dan na een paar weken het idee van hoe je jaarprogramma eruit gaat zien. Daarmee bevraag je dus constant de uitgangspunten van wat er geleerd moet worden en zorg je ook dat de motivatie van de leerlingen geprikkeld wordt door de inspraak die ze hebben.
‘Ik heb me zelf vaak niet gezien gevoeld op school. Ik heb een hele fijne school gehad, en veel waardering gekregen voor de docenten daar toen ik achteraf zelf docent werd. Maar ik denk ook dat het beter kon. Ik had liever wat meer meneer van Liers gehad, ik denk dat dat voor mij goed was geweeest.’
‘Ik ben me altijd erg bewust geweest van wat leerlingen meebrengen, en dat gedrag ergens vandaan komt. En dat ze daar misschien over willen praten, of juist niet over willen praten. Dat bepaalde thema’s die ik inbreng gevoelig voor ze kunnen zijn of dat ze er juist iets aan bij kunnen dragen. Ik vond het fijn om me ook op die manier te ontwikkelen. Ik kwam in die tijd bij UniC werken, met Pedagogische Tact ging een wereld voor me open. Sindsdien ben ik veel meer gaan kijken naar de pedagogiek, naar mijn pedagogische opdracht, ik heb er collega’s leren kennen die dingen zó goed kunnen, van wie ik veel geleerd heb, in een fijne en open gemeenschap.’
De grote wereld
Er is veel aan de hand in “de grote wereld”. Er zijn geopolitieke verschuivingen, op sociaal-economisch vlak wordt de ongelijkheid groter, er is veel te doen over technologie, artificial intelligence, gezichtsherkenning, algoritmes op scholen, in het klaslokaal (zie filmpje). Dat doet iets met de vrijheid van docenten en leerlingen.
‘De grootste bedrijven op dit moment zijn Apple en Facebook, die veel invloed hebben, ook op ons leven, die onze democratie en vrijheid misschien wel zullen gaan beperken of dat ook al doen. En als laatste is er het klimaat. Als je kijkt naar welke kant dat opgaat, is dat heel zorgelijk.’
‘En het zou dus ook gek zijn als we het daar in het onderwijs niet over zouden hebben, zeker als we zeggen dat we kinderen voorbereiden op de volwassenheid. Die onvrije wereld, het illiberalisme dat je op ziet komen in de wereld (denk aan Brazilië, Hongarije en de laatste tijd ook Amerika), de steeds grotere onvrijheid in de EU, dat vraagt echt iets van ons als leraren. Mijn collega’s in Hongarije hebben niet meer de vrijheid om les te geven zoals ze willen. Dat kan heel snel veranderen in een land, en dan worden leraren ook vervolgd. Als ik signaleer dat zoiets gebeurt met mijn beroepsgroep wereldwijd en het sluit aan bij een trend die heel hard gaat in de wereld, wat doe ik daar dan mee? Behalve dan dat dit in het curriculum verwerkt moet worden, dat ik hier vragen over moet gaan stellen. Maar het vraagt ook een systemische verantwoordelijkheid. Academische vrijheid en universiteiten staan zwaar onder druk, maar ook dus leraren. Bijvoorbeeld in Turkije, waar leraren de evolutiethorie niet meer mogen uitleggen, of in Hongarije, in Polen of Brazilië. In Amerika mag een aantal federale onderzoeksinsituten over bepaalde dingen niet meer publiceren, terwijl die heel belangrijk voor ons zijn. Terwijl in onderwijs kennis en de waarheid heel belangrijk zijn.’
Verantwoordelijkheid buiten de klas
Door het onder druk staan van de democratie, door ongelijkheid, inperking van vrijheid, wordt die kleine wereld van je klas dus ook een stuk groter. Want wat doet dat met jou als leraar? Zulke dingen komen niet alleen bij kinderen binnen, maar ook bij jezelf. Heel vaak vragen we van onze leerlingen om een actieve rol te spelen, maar wat nou als we dat zelf niet doen? Neem je ook je verantwoordelijkheid buiten de klas?
John Dewey, filosoof, psycholoog en pedagoog, zei ooit:
De Amerikanen hebben dit altijd erg gekoppeld aan hun onderwijssysteem, omdat ze vonden dat dat systeem een voorwaarde was om de democratie te behouden. De democratische opdracht zit daar veel meer in het onderwijssysteem, maar ook in de beroepsgroep, verweven dan bij ons. Als de vraag ‘wat betekent dat nu dat de democratie onder druk staat?’ te groot voor je is, of een vraag is waar je niets mee kunt, neem hem dan in elk geval mee de school in, geef je leerlingen wat meer ruimte, zodat ze met elkaar kunnen praten, bespreek moeilijke thema’s en leer ze die bespreekbaar te maken. Dat is een thema dat veel groter is dan socialisatie of het eindexamen.
Als de vraag ‘wat betekent dat nu dat de democratie onder druk staat?’ te groot voor je is, of een vraag is waar je niets mee kunt, neem hem dan in elk geval mee de school in, geef je leerlingen wat meer ruimte, zodat ze met elkaar kunnen praten, bespreek moeilijke thema’s en leer ze die bespreekbaar te maken.
Grote denkers
Welke denkers zijn er op onderwijsgebied die hier veel over geschreven hebben? Jelmer noemt drie voor hem belangrijke namen: John Dewey, Paulo Freire en Theo Thijssen. Dit zijn redelijk radicale denkers, die ook nadachten over macht, over de rol van de leraar. Dewey bijvoorbeeld was een van de oprichters van de American Federation of Teachers (AfT), hij was een echte vakbondsman. De AfT was destijds iets nieuws, een onderwijsvakbond die ook opkwam voor kinderen, tegen kinderarbeid, die wilde dat er een minimuminkomen zou komen, dat kinderen zouden opgroeien in goede omstandigheden, en dat leraren daar een rol in spelen. Dewey schreef hier niet alleen over, maar ging hier zelf ook echt mee aan de slag, op de universiteit en op school.
Paulo Freire was een onderwijshervormer en pedagoog uit Brazilië. Hij schreef ‘Pedagogie van de Onderdrukten’ en is grondlegger van de kritische pedagogiek. In de jaren 60 was Brazilië nog een echte democratie en mocht Freire ongeletterde arbeiders leren schrijven, wat een heel succesvol programma was. Toen er een dictator aan de macht kwam, werd hij vervolgd en gevangen gezet. Later is hij nog heel actief geworden in de bevrijdingsbeweging.
Voor zowel Dewey als Freire was hun opdracht dus niet alleen een filosofische exercitie of een klaslokaalexercitie, maar ook een maatschappelijke. Het waren echte activisten.
Theo Thijssen
In Nederland hebben we ook zo iemand, namelijk Theo Thijssen, o.a. kinderboekenschrijver, leraar en essayist, met name ook via de vakbond Bond voor Nederlandse Onderwijzers, waar hij ook bestuurder was. Hij is in het parlement terecht gekomen, maar in de Tweede Wereldoorlog opgesloten door de nazi’s en uiteindelijk ook overleden in de jaren 40. Hij schreef toen al over de autonomie van de leraar, en wat hij destijds schreef kun je bijna letterlijk plotten op onze tijd, bijvoorbeeld wat hij zegt over kennis, omgaan met kinderen, pedagogiek.
Voor hen was vrijheid, democratie en gelijkheid geen gegeven, maar iets wat je moest bewerkstelligen via onderwijs, met de kinderen maar ook buiten het klaslokaal.
Deze drie denkers hebben dus, vanuit hun leraarschap, uiteindelijk een heel andere rol aangenomen in de wereld. Het zijn denkers die in een veel minder vrije wereld hun ideeën hebben bedacht. Voor hen was vrijheid, democratie en gelijkheid geen gegeven, maar iets wat je moest bewerkstelligen via onderwijs, met de kinderen maar ook buiten het klaslokaal.
Vrijheid, democratie en gelijkheid
'Ook bij ons is dat steeds meer van belang aan het worden. Als de democratie onder druk staat, als de kinderen in de klas daardoor onder druk staan, wat doen wij dan als beroepsgroep? De geschiedenis laat zien dat leraren vaak geen keuze maakten daarin, met als grote uitzondering de Noorse leraren, die in 1943 ervoor kozen om hun werk neer te leggen, om niet mee te werken aan de vervolging van hun kinderen en collega’s. Ze hebben dat als beroepsgroep volgehouden onder zware omstandigheden, en sommige leerkrachten zijn toen ook gefusilleerd. Het is goed om die periode er eens bij te pakken en je af te vragen: wat zou ik nou doen?'
'Er bestaan situaties waarin je je werk niet meer goed kan doen, waarin je werk beperkt wordt, waarin je krachten om je heen ziet die meer vragen van een leraar. Dat is een keuze die ik steeds meer maak en waarvan ik denk dat collega’s daar ook over zouden moeten nadenken. Daarvoor is ook macht nodig, bijvoorbeeld door je te organiseren, om het samen te gaan doen. Dat is de les die Jelmer van deze drie denkers heeft geleerd. Het is door ons systeem, met hoge werkdruk, moeilijk om soms eens stil te staan en om je heen te kijken naar wat er in de wereld gebeurt. Beroepseer en het met elkaar eens zijn over dat je het goede aan het doen bent, kan helpen om weerstand te bieden tegen de druk van buitenaf, om te kunnen bewaren wat goed gaat.'
Gert Biesta
‘Toen we op UniC gingen nadenken over het waarom van ons onderwijs, kwamen we daarbij ook Gert Biesta tegen, met zijn Het Prachtige Risico van Onderwijs. Dat was een openbaring. Daardoor ga je ook anders over onderwijs nadenken en word je sterker in je handelen in de klas. Die professionaliteit, het goede doen, het nee zeggen tegen dingen (bijvoorbeeld als een kind van school af moet omdat hij een risico is voor het onderwijs), helpt je om het juiste te gaan doen voor de kinderen. Gert Biesta schreef ook over "Teacher Agency" en hoe je je handelingsvermogen kunt vergroten, door meer macht, maar bijvoorbeeld ook financiën en voorzieningen. Als die niet in orde zijn, kun je veel minder het juiste doen, raak je overwerkt en leef je naar de waan van de dag, de korte termijn. Dus als die randvoorwaarden niet kloppen en het ook intern in de school niet klopt, dan kun je van onderop veel bevechten, maar als de voorzieningen er niet zijn voor de kinderen, dan lukt het nog niet.’
Beroepseer was voor Jelmer niet genoeg. Zijn leerlingen hebben Jelmer daar ook wel bij geholpen, door hem de vraag te stellen: ‘Wat ga jij er nou aan doen dan, jij bent hier de volwassene.’ ‘Dan laten ze ineens jou de wereld zien. Daardoor ben ik veel meer om me heen gaan kijken, met dank aan een leerling die de wereld van de klas naar buiten bracht. En we willen met elkaar onze kinderen beschermen, dus hebben we dan niet de verantwoordelijkheid om wat te doen?’
Vakbond
‘Als je kijkt naar hoe we ons onderwijs hebben ingericht, zie je dat het lerarentekort enorm toeneemt, en je ziet heel veel randverschijnselen die ik herken uit het buitenland ontstaan: schaduwonderwijs, er wordt door particuliere scholen geadverteerd met het lerarentekort, de cyberjuf, bevoegdheden die op de schop gaan, deregulering daarvan, een gebrek aan investeringen, deprofessionalisering. Dat is ook een vraag die ik mezelf stel: vind ik het okee dat er een tekort van 40% is, vind ik het okee dat er in Utrecht-Noord of Amsterdam-Noord niet voldoende leraren zijn? Waar sta ik dan eigenlijk zelf voor? Is dat alleen maar voor mijn school? En daarom ben ik ook vicevoorzitter geworden van de AOb, om met elkaar inhoudelijke en pedagogische verantwoordelijkheid te nemen en te zeggen: “Tot hier en niet verder”.’
‘Door je te organiseren kun je goede dingen bereiken, vanuit je drive om het goede te doen voor de kinderen. Je kunt naar de politiek blijven wijzen, maar je kunt ook zeggen: we doen het zelf wel, want iemand anders gaat het niet voor je doen. Daarom heb ik die stap gezet, maar probeer ik ook nog steeds in het klaslokaal te blijven.‘
De mooie kanten van onderwijs
'Vandaag op Twitter zag ik een tweet voorbij komen van docent Henk ter Haar. Voor hem was het ook genoeg, en hij begon op Twitter te laten zien wat we zoal doen in de klas, hoe goed we het doen, wat de mooie kanten zijn van onderwijs. Maar uiteindelijk heeft hij ook deze oproep gestuurd aan zijn collega’s, om verantwoordelijkheid te nemen voor de grote wereld.'
‘Hij doet dat ook als pedagoog, want wat voor boodschap geef je aan kinderen als je zegt: ik kan er ook niks aan doen? Dat is die modelfunctie die heel sterk is, en veel sterker ook dan veel leraren denken.’
Boekje
‘Om toch een beetje positief af te sluiten: ik ben heel optimistisch, en dat heb ik bij veel leraren gezien. Er zijn veel leraren die al verantwoordelijkheid hebben genomen, die het hebben over democratie, over inclusiviteit.’ In het boekje “On Education & Democracy”, mede geschreven door Jelmer Evers, is hier meer over te lezen. Het is gratis in te zien en te downloaden via issuu.com.
Presentatie en geluidsopname
De volledige presentatie (Prezi) van Jelmer is hier te vinden. Er is ook een geluidsopname gemaakt, die hieronder terug te luisteren is.
Reacties
Rob van der Poel
Respect voor Jelmer, met een tomeloze drive en zorg. Een energie die zijn leerlingen waarderen en inspireren... fijne uiteenzetting van deze bijzondere Onderwijsavond. Heb zelden iemand gehoord die zichzelf ook zo duidelijk verbond aan het verhaal dat hij vertelde. Merci!