Taalontwikkeling als je vier jaar bent: ‘Soms zijn er geen woorden nodig, kijk zelf maar!’
17 juni 2019
Taalontwikkeling fascineert haar. Daarom werkt Elanor Numan als leraar ook zo graag met jonge kinderen. En daarom geniet ze ook zo van haar twee jonge nichtjes, nèt 1 en nèt 4 jaar oud. De oudste weet soms van gekkigheid niet hoe ze zich moet uitdrukken, zoveel indrukken doet ze op. En Elanor blijft er dichtbij, en zit soms zelf eerste rang. Haar blog: 'Soms zijn er geen woorden nodig, kijk zelf maar.'
Mijn twee nichtjes zijn ware meesters in het zich uitdrukken van wat ze willen en niet willen. De één met klanken en daar begint nu een enkel woord bij te komen. Zoals “ja” en “mama” en “die!”. De ander ratelt de oren van je hoofd, doet zoveel indrukken op dat ze van gekkigheid niet weet waar ze ze moet laten.
Sinds kort mag ik de oudste - vier jaar - eenmaal per week naar school brengen. En nu pas snap ik - doordat ik de tijd heb om het te zien - hoe veel informatie een jong kind te verwerken krijgt. Dus snap ik ook dat je je als vierjarige af en toe opsluit in een bubbel. Dat er even niks meer bij kan. Ook en misschien wel juist als vierjarige heb je denktijd nodig. En wanneer krijg je die?
Als je weer thuis komt en je tante aan je vraagt hoe het was vandaag? Pfff… dát gaan we dus niet meteen zeggen hè. Mag ik eerst even spelen, tot rust komen, mijn gedachten op een rij zetten? Kopje thee, koekje. En daarna dan? Nee hoor, er is zoveel gebeurd vandaag, dat heeft meer tijd nodig. En als je dan lekker speelt en alles ondertussen een plek probeert te vinden in je hoofd, dan wil je ook niet steeds gestoord worden door je zusje die een potlood ook interessant vindt, die heeft ontdekt dat je papier kunt scheuren, dat dat geluid maakt als je het kreukelt. Dat tante zo leuk reageert als je steeds het blokje weggooit in plaats van in de kubus doet. Kortom al dat gedoe om je heen.
En dan het moment dat je moeder thuis komt. Ze heeft hard gewerkt. Ze is moe. Ze heeft alle aandacht voor je - maar nog niet echt. Want er moet gekookt worden, je zusje heeft een schone broek nodig, ze moet haar aandacht continu verdelen, want papa komt uit een reageerbuisje. Dus hij is verder niet bij de opvoeding aanwezig. Daarom past tante eenmaal per week op, zodat mama toch haar centen kan verdienen en de kinderen niet naar de opvang hoeven. Niet omdat de opvang niet goed zou zijn, maar wel omdat je thuis lekker in je eigen omgeving bent en dat geeft toch echt rust. Althans dat is mijn ervaring.
Dan heb je wel eens niet de taal om te zeggen dat je iets kwijt wilt en als huilen dan voorrang heeft, dan zorg je dus dat jij op een andere manier je aandacht krijgt. Door iets te doen wat niet mag bijvoorbeeld. Of door iets gewoon niet te willen. En als dat allemaal niet werkt, dan ga je weer in je bubbel.
Terug naar vorige week donderdag. Mijn nichtje wilde niet naar school, niet de spijkerbroek aan die mama had klaargelegd, niet haar tanden poetsen. Allemaal niet. Weer een dag met zoveel indrukken voor de boeg, waar moet je ze toch laten als vierjarige en dan ook nog niet de taal hebben om dat te zeggen. We gingen tóch naar school, tóch in een spijkerbroek.
Ze kwam goed gemutst uit school, had zin in een kopje thee, ging lekker tekenen, ondertussen kletsten we wat over wat we hadden meegemaakt en zo ging het verhaal over wat tante gisteren had gedaan. Ze was naar ‘Driebergen’ geweest met haar vriendin. Die van ‘de boerderij’. Nou dat weet ze feilloos en daar wil ze ook weer naar toe, naar die boerderij. Naar de kippen kijken en naar de Alpaca’s.
Zaterdag kreeg ik een tekening van mijn nichtje. Soms heb je geen woorden nodig, kijk zelf maar. En voor alle duidelijkheid vertelde ze erbij: ‘Het zijn drie bergen en een boerderij.’
Fascinerend! Dat die bergen ook zijn blijven hangen! Daarom doe ik dus wat ik doe.
Elanor Numan is werkzaam op De Keerkring, een Jenaplan-school in Schagen.
Reacties