Statement van een schoolleider: 'Al mijn handelen staat in dienst van ontwikkeling kinderen. Elke actie, elk besluit, elk contact, elk conflict'
22 april 2015
Resi van der Coer weet - in de fase dat ze dit arttiel schreef, in 2015 - wat ervan haar wordt gevraagd op OBS De Cirkel in Uden en als beleidsmedewerker onderwijs en kwaliteit van Stichting OOG. Al haar handelen en haar keuzes staan in het licht van de ontwikkeling van kinderen. Ze maakt een statement, nadat ze voor zichzelf heeft duidelijk gemaakt waar onderwijs in de 21ste eeuw over moet gaan. Lees mee.
Groeien en ‘jezelf’ willen ontwikkelen is iets waarmee je geboren wordt. Op het moment dat een kind het levenslicht ziet, begint het... Het wil eten, bewegen, kruipen, leren lopen en praten. En dat gaat zo nog járen door. Wat van ons gevraagd wordt is dit proces te begeleiden en vooral deze natuurlijke ontwikkeling niet in de weg te staa.
Een kind leert de hele dag door: thuis, bij de voetbalclub, op school, bij vriendjes, bij opa/oma, op de muziekles. En deze ontwikkeling verloopt niet via een gestaag glijdende schaal, maar met horten en stoten, vallen en opstaan, stilstaan en vooruit gaan. Het ene moment verbaast een kind doordat het in één keer zijn veters kan strikken, het volgende moment is hij plots weer onzindelijk. Huh?!
En dan kom je als 4-jarige kleuter op school. Yes! Als ouder heb je er misschien al maanden naartoe geleefd. Als kind voel je dat dit een belangrijk moment is, want dat maken wij er dus van. Je mag naar de grote school... Het is iets heel speciaals en fijns, want je mag je nieuwe spijkerbroek en glittertrui aan. Nieuwe gympen eronder, jas aan. Op je rug hangt een spiksplinternieuwe rugzak. Goed gevuld met een gloednieuw lunchtrommeltje en wat gebeurt er dan?
Dan beland je in een leerstofjaarklassensysteem, want dat is nou eenmaal makkelijk te organiseren. In dat systeem word je één paar keer per jaar getoetst om te kijken of je onthouden hebt wat de juf/meester je verteld heeft, niet wat je zelf geleerd hebt. Je moet je vooral leren aanpassen, niet te zeer opvallen en/of afwijkend gedrag vertonen. Dat onderwijs ziet er op veel scholen overigens nog steeds zo uit als 50 jaar geleden. Het gaat op een manier die niet eigenlijk niet meer aansluit bij de belevingswereld van onze kinderen.
Toen jij jong was, zo'n 8-9 jaar, wist je toen wat je wilde worden? Je zat waarschijnlijk op een school waar je in rijtjes zat, naast een kind dat in elk geval niet je vriendje/vriendinnetje was, want dan zou je teveel lol hebben en dat was niet de bedoeling. Je kreeg een klassikaal aanbod, allemaal dezelfde stof op hetzelfde niveau. Buikpijn kreeg ik er zelf van als ik een som niet snapte. Maar dat durfde ik niet te zeggen. De les ging op volle kracht door en ik liet mezelf niet kennen. Bang als ik was dat ik er niet meer bij hoorde.
Onderwijs in de 21ste eeuw ziet er totaal anders uit. Althans, dat zou er heel anders uit moeten zien. Technologische ontwikkelingen gaan snel, supersnel. Zo snel dat we op dit moment kinderen opleiden voor beroepen waar we nu het bestaan nog niet van kennen. We zijn nota bene bezig om reizen voor consumenten naar de maan te regelen. Dat vraagt een andere invulling van ons onderwijs. Er wordt een groot beroep gedaan op andere vaardigheden waarover kinderen moeten beschikken: creativiteit, sociale en culturele vaardigheden, samenwerken, kritisch denken, probleemoplossend vermogen en ICT-geletterdheid.
Denk eens aan het aanbod waar kinderen dagelijks mee te maken krijgen via de sociale media. Hoe kies je daaruit? Waar baseer je dan jouw keuze op? Volg je daarin de kudde, of blijf je bij jezelf? Hoe vind je daar de balans tussen kiezen voor jezelf of voor de groep. Hoe voorkom je dat je alleen een meeloper wordt en geen eigen identiteit meer hebt? Welke vaardigheden heb je daarvoor nodig?
Daarbij denk ik aan zelfbewustzijn over: wie ben ik, wat wil ik, waar ben ik goed in, waar liggen mijn grenzen, hoe wil ik overkomen en hoe weet ik dat ik ook zo overkom, enz. Dat vraagt wezenlijk andere vaardigheden dan toen ik op de lagere school zat. Nou is dat ook al een halve eeuw geleden, maar is er dan ook wezenlijk wat veranderd in ons onderwijs?
Vijfhonderd jaar geleden kreeg iemand in zijn hele leven zoveel woorden aangeboden als een kind nu in één dag krijgt. Denk je dat eens in! Hoeveel informatie krijg je te verwerken als je, laten we zeggen 80 jaar wordt?
Kinderen van nu krijgen dus nu veel prikkels op zich af, moeten daardoor sneller schakelen en slaan andere informatie op hun ‘harde schijf’ op. Dat vraagt andere leerdoelen. Flexibiliteit, keuze maken, focus, logisch denken. De competenties die kinderen nodig hebben zijn van sociaal-emotionele aard en doen een groter beroep op pedagogische vaardigheden van leerkrachten. Gewoon, opvoeden, je gezonde nuchtere verstand gebruiken, geloven en vertrouwen hebben in de kracht van de eigen wil om te ontwikkelen. Ik heb nog geen kind meegemaakt dat gezegd heeft: sorry, maar ik wil mezelf niet ontwikkelen!
Dit vraagt ook om een andere invulling van het programma, een andere manier van onderwijzen, als je dat nog zo kunt noemen. Als leerkracht krijg je een meer coachende, begeleidende rol waarbij je samen met het kind het avontuur aan gaat dat ontwikkeling is.
In aansluiting hierop maak ik het volgende statement:
Om recht te doen aan kinderen verplicht ik mezelf om het kind centraal te stellen bij alles wat ik onderneem in mijn werk. Elke actie, elk besluit, elk contact, elk conflict staat in dienst van die ontwikkeling. En daar leg ik verantwoording over af. Aan het kind in de eerste plaats, en ook aan zijn/haar ouders, mijn leidinggevende, mijn bestuur, de inspectie. Ik wil daar verantwoording over afleggen, omdat ik daardoor zeker weet dat ik alles in het werk stel of heb gesteld om kinderen in ontwikkeling te brengen.
Ik verricht met passie en betrokkenheid mijn werk, in afwachting van wat de dag me zal gaan brengen. Wetende dat ik dat niet alles kan voorzien, dat ik een open mind heb en blijf waarnemen wat er telkens weer van mij wordt gevraagd. Kinderen, mensen en het leven is immers onvoorspelbaar. Ik stel me flexibel op en creëer betrokkenheid en welbevinden bij het team en bij de kinderen in de wetenschap dat er dan pas sprake is van ‚fundamenteel' leren.
Daarmee weet ik dat ik bezig ben met ‘eigentijds’ onderwijs. Onderwijs, waar ieder kind simpelweg recht op heeft.
Resi van der Coer was in 2015 schoolleider op OBS De Cirkel in Uden en beleidsmedewerker onderwijs en kwaliteit van Stichting OOG.
Reacties